5 en 6 mei 2022

Op 5 en 6 mei was ik weer in Ede voor veldwerk. Op 5 mei maakte ik ’s middags een lange wandeling over de Ginkelse Heide in de hoop reptielen te zien. De Ginkelse Heide is een uitgestrekt heidegebied ten oosten van Ede. Het is een perfect leefgebied voor warmteminnende soorten zoals reptielen, sprinkhanen, zandbijen en vlinders. Ik zag weer mooie aantallen Zandhagedissen, waarvan sommige zich prachtig lieten bekijken.

Ginkelse Heide belangrijk voor reptielen

Het gebied herbergt een grote populatie Zandhagedissen, maar ook Hazelworm en de zeldzame Gladde Slang komen voor. In het verleden zag ik hier al vele Zandhagedissen, vooral langs de randen van het gebied. De open zandplekken en zandpaden zijn geliefd bij Zandhagedis, ook voor de ei-afzet. Het snel opwarmende zand is een belangrijke warmtebron.

Op 5 mei kwam ik veel Zandhagedissen tegen langs de randen van de Ginkelse Heide. In het centrale deel van het gebied zag ik er geen. Het lijkt erop dat de reptielen meer voorkeur hebben voor de gradiënten (geleidelijke overgangen naar verschillende biotopen) in het gebied. Ik trof Zandhagedissen aan op open plekken en hellingen met her en der een plukje Struikhei, grassen, boompje en wat dood hout. In de nabijheid van deze plekken was voldoende open zand. Ik trof vooral mannetjes aan, maar ook enkele vrouwtjes. Op enkele jonge dieren (van vorig jaar) na, betroffen het allemaal volwassen dieren. De mannetjes vallen nu erg op vanwege hun felgroene paringskleed.

Op 6 mei zag ik nog enkele Zandhagedissen ten oosten van Ede, dit keer langs de spoorlijn Ede-Arnhem. Het betrof enkel mannetjes. Één exemplaar liet zich prachtig mooi bekijken en benaderen, terwijl ie zat te zonnebaden op een boomstronk. De mannetjes van de Zandhagedis zijn toch wel de mooiste inheemse reptielen wat mij betreft.