Intro
In 2021 heb ik hetzelfde gedaan als in 2018. In een jaar proberen alle inheemse reptielen en amfibieën te zien en te fotograferen. Een pittige uitdaging, omdat een aantal soorten zeer zeldzaam is en moeilijk te vinden. Vooral de zeldzame Knoflookpad en Vroedmeesterpad laten zich niet snel zien. Wel zijn onze herpetofauna met 7 soorten reptielen en 15 amfibieën een relatief kleine soortgroep.
In dit blog doe ik uitgebreid verslag van mijn zoektochten en waarnemingen het afgelopen jaar. Ik zal ook ingaan op de weersomstandigheden van 2021 m.b.t. het waarnemen van herpetofauna.

Omschrijving doel
Het doel was om alle inheemse reptielen en amfibieën te zien en te fotograferen. Hetzelfde doel als in 2018. In 2018 wist ik alle inheemse soorten waar te nemen. Echter, twee soorten had ik enkel op geluid en niet op zicht (dus ook niet op de foto). Dit betrof de Meerkikker en de Knoflookpad. Dit jaar slaagde ik er wel in om alle soorten te zien en te fotograferen.
Weersomstandigheden 2021
In 2018 ging het vrij moeizaam om bepaalde soorten te vinden. Dit kwam vooral doordat het toen erg droog was. Er waren hittegolven. Ik zag in 2018 bijvoorbeeld slechts drie Adders, mijn laagste aantal van deze kwetsbare soort ooit in een jaar tijd. Op een gegeven moment waren hele poelen en sloten volledig opgedroogd. Bekende plekken waar normaal amfibieën zaten, lagen er nu verlaten bij. Kortom: 2018 was niet het beste jaar om naar herpetofauna op zoek te gaan.
Gelukkig was 2021 niet zo’n jaar. 2021 was ten opzichte van 2018 juist een nat jaar. Vooral het voorjaar kende veel dagen met flinke hoeveelheden neerslag. Ook de temperaturen bleven aan de lage kant voor de tijd van het jaar. In februari hadden we nog ruim een week echt winter met ijsdagen en sneeuw. Vlak na deze winterweek werd het opeens warm. In het weekend van 20 februari was het lente met op sommige plekken een temperatuur van 18 graden. Opvallend warm voor de tijd van het jaar.

Reptielen en amfibieën begonnen langzaam te ontwaken uit de winterslaap door deze plotselinge stijging van temperaturen en zacht weer. Kikkers en padden trokken weer naar de voortplantingswateren en de eerste Adders lagen lekker in de vroege voorjaarszon. Het extreem zachte weer resulteerde in mijn eerste herpetofauna-waarneming voor 2021, op 20 februari. Een Adder (mannetje) lag op het warme asfalt van een druk bezocht fietspad in het Dwingelderveld. Het was mijn vroegste Adder ooit. Enkele dagen later zag ik nog enkele Adders en de eerste Levendbarende Hagedissen en Bruine Kikkers.
Waargenomen soorten
Alle inheemse reptielen en amfibieën wist ik te zien en te fotograferen. Hieronder een opsomming van de soorten.
Reptielen
- Zandhagedis (Lacerta agilis)
- Levendbarende Hagedis (Zootoca vivipara)
- Hazelworm (Anguis fragilis)
- Muurhagedis (Podarcis muralis)
- Adder (Vipera berus)
- Ringslang (Natrix helvetica)
- Gladde Slang (Coronella austriaca)
Amfibieën
- Bruine Kikker (Rana temporaria)
- Heikikker (Rana arvalis)
- Poelkikker (Pelophylax lessonae)
- Meerkikker (Pelophylax ridibundus)
- Bastaardkikker (Pelophylax klepton esculentus) – hybride
- Boomkikker (Hyla arborea)
- Gewone Pad (Bufo bufo)
- Rugstreeppad (Epidalea calamita)
- Knoflookpad (Pelobates fuscus)
- Vroedmeesterpad (Alytes obstetricans)
- Geelbuikvuurpad (Bombina variegata)
- Kleine Watersalamander (Lissotriton vulgaris)
- Kamsalamander (Triturus cristatus)
- Alpenwatersalamander (Lissotriton alpestris)
- Vinpootsalamander (Lissotriton helveticus)
- Vuursalamander (Salamandra salamandra)
Exoten
Ook een enkele exoot, de Geelbuikschildpad wist ik te vinden. In het Noorderplantsoen in Groningen zitten meerdere exemplaren. In Eelde ben ik nog op zoek gegaan naar Russische Rattenslangen in de omgeving, helaas tevergeefs. Vorig jaar wist ik wel een handvol van deze soort te vinden. Naar overige exoten, zoals andere sierschildpadden en Italiaanse Kamsalamander, heb ik niet actief gezocht.

Landschappen en habitats
Omdat veel soorten zeldzaam zijn en hoge eisen stellen aan hun habitat (leefgebied), moet je naar specifieke landschappen in Nederland. Voor Adders zit je goed op de Drentse natte heidevelden en hoogveengebieden, maar voor Zandhagedissen moet je in de duinen en op de droge heidevelden van de Veluwe zijn.

Weer een andere soort, de Vuursalamander, komt enkel nog in enkele Zuid-Limburgse hellingbossen met bronnen en beken voor. De Muurhagedis vind je van nature enkel op de oude muren en vestingwerken van Maastricht. In aan de natuur teruggegeven mergelgroeves leven Vroedmeesterpad en Geelbuikvuurpad, mede dankzij natuurbeheer gericht op deze zeldzame soorten.

Regio’s
De meeste herpetofauna zag ik dit jaar in de provincie Drenthe, vooral in het Fochteloërveen en Balloërveld. Dat is geen toeval, aangezien ik sinds vorig jaar in Drenthe woon (Veenhuizen). Maar ook heeft Zuid-Limburg me weer veel mooie waarnemingen gebracht. Ook de Veluwe mag niet onvermeld blijven, dit jaar met name in de omgeving van Putten en Garderen. Het blijft leuk en interessant om in allerlei hoeken van Nederland naar soorten op zoek te gaan.

Samenvatting per soort
Hieronder volgt een samenvatting van de waarnemingen en één of meerdere foto’s per soort.
REPTIELEN
Zandhagedis (Lacerta agilis)
Qua Zandhagedissen was het een mooi jaar. In het voorjaar was het weer genieten van vele tientallen Zandhagedissen op de Veluwe. Vooral op de Ermelosche Heide was het weer erg druk. Het mooiste waren natuurlijk de felgroene mannetjes in paarkleed.


Levendbarende Hagedis (Zootoca vivipara)
Op de eerste dag van het jaar dat ik deze soort zag, zag ik er meteen 14. Het was op wederom een mooie zonnige februaridag waarop veel reptielen ontwaakten uit hun winterslaap. Ook in november zag ik nog enkele exemplaren, waarvan de laatste op de 19e, aan de late kant.

Hazelworm (Anguis fragilis)
Deze vrij algemene maar verborgen levende, pootloze hagedis kwam ik drie keer tegen dit jaar. Het eerste exemplaar liep ik op de vroege ochtend van 17 juni, tijdens een broedvogel inventarisatie, tegen het lijf. Het dier lag midden op een zandpad in de buurt van Putten (West-Veluwe). De andere twee exemplaren zag ik in Zuid-Limburg.

Muurhagedis (Podarcis muralis)
Nog nooit zag ik zoveel Muurhagedissen als in 2021. Vooral de zomerdag van 4 augustus was gedenkwaardig. Samen met Siska telde ik 115 exemplaren tijdens een lange wandeling door de stadsnatuur van Maastricht. Leuk waren ook enkele juveniele diertjes. Op sommige muren zag je zo 20 stuks, lekker in de zomerzon.


Adder (Vipera berus)
Op de zonnige en relatief warme lentedag van 20 februari zag ik alweer mijn eerste Adder voor het jaar. 2021 was één van mijn betere adderjaren met maar liefst in totaal 54 exemplaren (In 2018 slechts drie). De laatste Adders zag ik op 1 november, mijn eerste Adders voor de maand november.

Ringslang (Natrix helvetica)
De eerste Ringslang liet veel langer op zich wachten, maar op 29 maart zag ik de eerste twee exemplaren voor 2021. De laatste Ringslang zag ik op 20 oktober, mijn meest late exemplaar tot dusver.

Gladde Slang (Coronella austriaca)
Met zes exemplaren ben ik meer dan tevreden voor wat betreft de Gladde Slang dit jaar. De eerste zag ik pas op 16 juli en in het najaar zag ik enkele juveniele diertjes, waarvan de laatste op 18 oktober. Ook hier een datumrecord voor wat betreft meest late waarneming van een soort.


AMFIBIEËN
Bruine Kikker (Rana temporaria)
De Bruine Kikker was zoals verwacht mijn eerste amfibie voor 2021. Op de vrij warme middag van 23 februari kwam ik het eerste exemplaar tegen. Dit dier stak een fietspad over, onderweg naar het voortplantingswater. In maart/april zag en hoorde ik vele tientallen tot honderden Bruine Kikkers bij de ijsbaan van Veenhuizen. Het was weer genieten van de typische knorrende roep nabij allerlei wateren. Op 13 oktober zag ik de laatste Bruine Kikker voor dit jaar.

Heikikker (Rana arvalis)
Enkele dagen na de eerste Bruine Kikker, was het de beurt voor Heikikker. Op 26 februari zag ik een eerste exemplaar. Vervolgens duurde het een paar weken (te koud), maar vanaf eind maart kwamen de Heikikkers pas echt goed op gang. In het Dwingelderveld zag ik met Siska op 20 maart mooie aantallen Heikikkers, waaronder ook veel blauwpaarse mannetjes in paarkleed.
Op een gegeven moment werden de dieren ook eindelijk in het Fochteloërveen goed actief. In ieder vennetje en plasje trof ik ze wel aan. De hoogste aantallen zaten in de veenplasjes tussen het levende hoogveen. Het was intens genieten van de kooractiviteit, één van de mooiste voorjaarsgeluiden wat mij betreft. Sterker nog, één van mijn mooiste natuurmomenten van 2021. Gewoon in alle rust op mooie voorjaarsdagen genieten van deze prachtige amfibieën.


Poelkikker
Pas na de eerste week van mei hoorde ik de eerste Poelkikkers roepen vanuit de veenplasjes in het Fochteloërveen. Later in het voorjaar hoorde ik de soort er ook regelmatig, maar in kleine aantallen. Op 1 augustus zag ik met Siska enkele exemplaren in Groningen. Op 11 augustus gaf ik een excursie op de Delleboersterheide, en lieten vele exemplaren zich mooi bekijken. Toen lukte het ook om wat plaatjes te maken van deze vrij zeldzame, felgroene kikker. Het is de kleinste van de drie groene kikkers.

Meerkikker
Op 13 juli ben ik de uitgestrekte weilanden ten westen van Grou (FR) in gegaan om op zoek te gaan naar Meerkikkers. Deze weilanden bestaan grotendeels uit sloten, poelen en er loopt een kanaal langs. Prima leefgebied voor deze grootste inheemse kikker (tot 15 cm). Het duurde niet lang of ik had al een handjevol exemplaren in het vizier. Op een gegeven moment had ik enkele honderden meters sloot afgezocht en werd me duidelijk dat Meerkikkers (en wellicht ook Bastaardkikkers) hier algemeen voorkomen.

Ik was bewapend met schepnet, zodat ik er één kon vangen om het beter te bestuderen. Dit is nodig om tot een sluitende determinatie te komen. Uiteindelijk wist ik na veel pogingen een enkel exemplaar te vangen en met zekerheid op naam te brengen. Onder andere door de graafknobbel op de achterpoten te bekijken, welke een andere vorm en positie heeft dan bij de andere groene kikkers. Ook heb ik gekeken naar de lengte van de achterpoten. Voor sommige soorten moet je meer moeite doen om tot een goeie determinatie te komen, de Meerkikker is hiervan een mooi voorbeeld. Het was een leuke uitdaging in het hart van Friesland.


Bastaardkikker* (hybride)
Deze algemeenste groene kikker zag ik op verschillende plekken verspreid door het land, in allerlei wateren. Het is een hybride (mix) tussen Poelkikker en Meerkikker, en dus geen zuivere soort. Qua lengte en kleurverdeling zit de soort tussen Poelkikker en Meerkikker in.

Boomkikker
Op de zwoele avond van 31 maart hoorde ik de eerste Boomkikker van dit jaar. Het was op een wat onverwachte plek, namelijk de ijsbaan van Veenhuizen. Wellicht heeft iemand de soort hier uitgezet, net als in het Fochteloërveen het geval is. Of de soort is zich vanuit het Fochteloërveen aan het uitbreiden in de omgeving. In augustus zag ik enkele exemplaren in Twente, vlakbij Enschede. Dit betreft wel een natuurlijke populatie. Deze Boomkikkers lieten zich prachtig bekijken, het blijven juweeltjes.

Gewone Pad
In het voorjaar was het genieten van vele honderden Gewone Padden in de ijsbaan van Veenhuizen. Ook op veel andere plekken kwam ik deze algemeenste pad tegen. In juli zag ik met Siska vele honderden juveniele diertjes rondlopen in de omgeving van Epe nabij een ven in het bos.


Rugstreeppad
Rugstreeppadden zag ik vooral op Terschelling dit jaar, net als vorig jaar. De soort kent een grote verspreiding op het eiland, vooral in duinen en duinvalleien. Bij Maastricht zag ik enkele honderden larven van deze vrij algemene soort. Het laatste exemplaar betrof een juveniel bij Bakkeveen (FR).


Knoflookpad
De Knoflookpad is het moeilijkst te vinden amfibie van Nederland. Deze grotendeels onder de grond levende soort is ook nog eens zeer zeldzaam, en komt slechts lokaal voor in het oosten. Vermoedelijk zit de grootste populatie in Drenthe op de Hondsrug. Hier had ik de soort in het verleden ook al meerdere keren, maar in 2018 lukte het me niet om de soort hier te vinden.
Dit jaar had ik wel weer geluk. Op een mooie zwoele zomeravond in juli ben ik met Siska op zoek gegaan naar dit bijzondere beestje. Al vrij snel kwamen we een exemplaar tegen op het vrij warme asfalt. De ontlading was intens, want het betrof mijn eerste Knoflookpad die ik zag in meer dan 11 jaar tijd. Het was ook mijn enige dit jaar. Prachtige, mysterieuze soort.

Vroedmeesterpad
De Vroedmeesterpad op geluid vinden is makkelijk (de typische fluittoon is niet te missen), maar er één zien is niet zo makkelijk. Bij Maastricht met Siska op zoek gegaan naar deze toch wel verborgen levende soort, maar verder dan larven en enkele roepende dieren kwamen we niet. Gelukkig hadden we elders in Zuid-Limburg meer succes. Zoals verwacht kostte het net als met Knoflookpad, de nodige moeite er één te vinden. Maar het is fantastisch om in Zuid-Limburg op zoek te gaan deze zeldzame soort.


Geelbuikvuurpad
Geelbuikvuurpad is net als Knoflookpad en Vroedmeesterpad zeer zeldzaam, maar wel makkelijk te vinden. Deze soort is namelijk ook overdag actief. Ook voor deze soort moet je in Zuid-Limburg zijn. Op enkele plekken waar de soort het de laatste jaren goed doet, zag ik er vele tientallen, waaronder ook veel juveniele diertjes. De dieren waren ook goed te vinden en te volgen met behulp van verrekijker.

Kleine Watersalamander
Deze algemeenste salamander zag ik voor het eerst op 24 maart. In het Fochteloërveen zag ik in helder water baltsende mannetjes en ook enkele vrouwtjes. Later in het jaar zag ik de soort vooral in landfase.

Kamsalamander
Twee Kamsalamanders kwamen dit jaar op mijn pad, beide in Drenthe. Tijdens de succesvolle zoektocht naar de Knoflookpad, stak een exemplaar het warme asfalt over.

Alpenwatersalamander
Zuid-Limburg was ook weer goed voor een handjevol waarnemingen van de vrij algemene Alpenwatersalamander. Deze soort zag ik enkel in landfase.

Vinpootsalamander
Voor Vinpootsalamander heb ik maar de moeite genomen om af te reizen naar Noord-Brabant. Deze soort vond ik op een bekende goeie plek. Het Mastbos bij Breda. Hier doet de soort het goed, vorig jaar zag ik hier tientallen exemplaren rondzwemmen in het heldere water.

Vuursalamander
Tot slot het meest zeldzame amfibie van Nederland, een pronkstuk, de Vuursalamander. Ook wat betreft deze soort, moet ik het dit jaar doet met één exemplaar. Het betrof een larve met nog kieuwen, maar wel met al goed ontwikkelde pootjes en staart. Ook met al mooie felle zwart met gele kleuren. Het diertje was mooi te volgen. Één van mijn mooiste waarnemingen in 2021.

Top 3 mooiste waarnemingen
- Vuursalamander (larve, bijna gemetamorfoseerd tot juveniel)
- Knoflookpad (mijn eerste zichtwaarneming van deze soort na 11 jaar)
- Adder (met blauwe, troebele ogen, op punt van vervelling)

Epiloog
2021 was een prachtig herpetofauna jaar met vele onvergetelijke momenten. Ten opzichte van 2018 ging het dit jaar wat soepeler, omdat het niet een al te warm en droog jaar was. Hoewel het voorjaar wat aan de koude kant was, was het toch een geslaagd voorjaar uiteindelijk.
De vele zoektochten naar herpetofauna in allerlei landschappen en natuurgebieden verspreid door Nederland blijft bijzonder. De ene dag sta je middenin in een hoogveengebied dichtbij huis, de andere dag sta je in het Zuid-Limburgse heuvelland. Ook is het interessant om te zien hoe sterk reptielen en amfibieën reageren op veranderende weersomstandigheden.
Wellicht ga ik de uitdaging weer een keer aan, maar er gaat toch meer tijd en moeite in zitten dan je in eerste instantie denkt. Voor nu geniet ik na van dit geslaagde jaar en neem ik de vele mooie momenten en zoektochten mee voor de rest van mijn leven.
