Na de bekende ‘juni-dip’, een periode waarin er relatief weinig vlinders vliegen, is het de afgelopen twee weken weer lekker druk overal met vlinders, het valt op als je er een beetje op gaat letten. Je zou haast zeggen dat er een soort explosie van vlinders gaande is. De ene soort zie je meer dan de andere, sommige soorten blijven schaars. Ikzelf heb bijvoorbeeld nog geen enkel Landkaartje dit jaar en ook Argusvlinder blijft in mijn beleving een niet-alledaagse vlinder vandaag de dag. Gehakkelde Aurelia begint te komen, al heb ik tot nu toe wel betere jaren gekend.

Atalanta, Dagpauwoog en Citroenvlinder spannen de kroon. Deze soorten vliegen in grote getale. Ook Boomblauwtje, Bruin Zandoogje en Koevinkje zijn opvallend aanwezig. Boomblauwtje is het algemeenste blauwtje van Nederland en is ook vaak in tuinen te zien. Bruin Zandoogje en Koevinkje tref je voornamelijk in bloemenrijke bosranden en bermen. Sinds kort vliegt het Oranje Zandoogje ook weer, deze soort die vooral in Zuidoost-Nederland voorkomt, komt vaak samen met Bruin Zandoogje en Koevinkje voor. Bont Zandoogje is weer een stuk algemener, en vliegt nu ook goed.



Ook het Heideblauwtje blijft het goed doen, deze soort is te vinden in met name vochtige heideterreinen. De droogte van afgelopen jaren lijkt nog geen al te sterk effect te hebben op deze felblauwe schoonheid. Al kan dat per gebied en regio verschillen. In sommige heidegebieden in Friesland zag ik er vele honderden de afgelopen weken. Dit is vooral te danken aan het feit dat Gewone Dophei massaal bloeit, doordat het gelukkig nog niet zo extreem droog is zoals afgelopen jaren. Volop nectar te vinden op de hei.

Afgelopen tijd zag ik ook een handjevol Eikenpages. Dit kleine, onopvallende maar toch best algemene vlindertje vliegt vooral hoog in eikenbomen en wordt daardoor makkelijk over het hoofd gezien. Soms heb je geluk, zoals van de week in mijn woonplaats Veenhuizen. Ik trof een exemplaar aan op de grond, het beestje was bezig met het opnemen van mineralen. Deze soort is vernoemd naar de waardplant waar de rups van leeft, vooral Zomereik. Aanwezigheid van Zomereik is een levensvoorwaarde.

Andere kleine vlinders zijn de dikkopjes. De meeste in Nederland voorkomende dikkopjes zijn zeldzaam tot zeer zeldzaam. Er zijn twee algemeen voorkomende soorten die het ook dit jaar weer goed lijken te doen. Het Groot Dikkopje en Zwartsprietdikkopje. Net als verschillende zandoogjes zijn deze soorten soms veelvuldig te vinden in bosranden en bermen, zolang er maar voedsel (bloemen) aanwezig zijn.

Algemene plantensoorten zoals Boerenwormkruid, Jacobskruiskruid, Echte Valeriaan, Akkerdistel, Speerdistel, Grote Brandnetel, melkdistel-soorten en braam-soorten zijn vaak al meer dan voldoende als voedselbron voor tal van vlinders. Naast voedsel vinden ze er ook dekking. Veel vlinders profiteren dan ook van het feit dat er steeds meer aandacht is voor ecologisch groenbeheer in stedelijke omgeving, net als veel andere insecten, zoals ook nachtvlinders. Een natuurvriendelijke insteek in het groen- en natuurbeheer zal veel insecten een flinke boost geven.

Hoe meer biodiversiteit, hoe gezonder onze leefomgeving, en des te meer er te genieten valt, zowel in de stad als erbuiten. Je hoeft niet ver van huis om te genieten van de mooiste vlinders en allerlei andere insecten.
