2019 / 2020
2019 zal ongetwijfeld de boeken in gaan als een uitzonderlijk vogeljaar in Nederland. Hoewel het jaar in mijn beleving rustig begon, dook gedurende het jaar de ene na de andere megazeldzaamheid op. De ene na de andere (potentiële) nieuwe soort voor het land dook op en verder veel soorten die voor het eerst in jaren weer eens te zien waren in Nederland. Ik zag dit jaar weer veel mooie vogels, op allerlei plekken in Nederland.
2020 is begonnen en traditiegetrouw blik ik weer terug op het jaar. Terugblikken is nooit een straf, je herbeleefd weer even al die mooie vogelmomenten en dat zorgt ervoor dat ik met een voldaan gevoel en een brede glimlach dit jaaroverzicht typ achter de laptop. Wat zag ik in 2019 qua nieuwe soorten en overige schaarse- en zeldzame vogels?
Voor ik het vergeet, alle lezers van dit blog wens ik een mooi en gezond 2020 toe. En bedankt voor het volgen van mijn blog. Op naar weer een mooi natuur- en vogeljaar met momenten die ons nog lang zullen heugen.
Soorten 2019
Ik zag in 2019 in totaal 254 vogelsoorten, waarvan 43 zeldzame. 12 hiervan betroffen voor mij nieuwe soorten. Qua aantal nieuwe soorten hetzelfde als 2018. Eind 2018 stond de teller op 424 soorten, thans op 436 (inclusief nog niet CDNA-aanvaarde soorten). Voor een lijst van alle waargenomen soorten van 2019, zie Jaarlijst vogels 2019. Ik blik per maand terug op de hoogtepunten (schaarse- en zeldzame soorten).
Zoals gezegd was het een bijzonder jaar met veel megazeldzaamheden, een kleine greep uit de vele hoogtepunten: Een Monniksgier bij Hellendoorn die na urenlang stilzitten plotseling het luchtruim koos en vele vogelaars in verwondering achter zich liet, een onverwachte Grijskopkievit tussen alledaagse vogelsoorten op de akkers bij Workum, Alaskastrandloper tussen duizenden andere steltlopers op het wad en een Mirtezanger die vanuit Amerika was neergestreken op Schiermonnikoog, en daar voor de nodige onrust zorgde onder toegestroomde vogelaars, onvergetelijk.

Wat ook bijzonder is om even apart te vermelden, is het feit dat ik tot maar liefst driemaal toe twee nieuwe soorten kon bijschrijven op één dag. Iets wat doorgaans zelden nog gebeurt. Het betrof de volgende soorten:
- 27-06: Grijskopkievit en Schildraaf
- 17-08: Alaskastrandloper en Turkestaanse Klauwier
- 13-10: Mirtezanger en Grote Vale Spotvogel
Januari
Januari begon goed met een Middelste Bonte Specht en de Notenkraker die nog altijd in Wageningen verbleef. Een dagje vogelen in Zeeland leverde leuke soorten op zoals Flamingo, Geoorde Fuut, Kleine Zwaan, Wilde Zwaan, Kuifduiker, Paarse Strandloper, Kleine Zilverreiger, Cetti’s Zanger, Grauwe Gors, Sneeuwgors en IJsgors. Verder verliep de eerste maand van het jaar vrij rustig.

Februari
Een dagje Bargerveen leverde enkele Kraanvogels, Kerkuil en een mooie Klapekster op. Het is wachten op het voorjaar, tot die tijd rustig wintervogelen.
Maart
In deze maand trek ik er voor het eerst dit jaar serieus op uit voor een doelgerichte twitch, een mogelijke Azuurmees (met groot vraagteken) in Bergen (NH). Het viel niet mee om deze vogel in de kijker te krijgen, maar uiteindelijk een paar keer kort gezien. Waarschijnlijk telt deze soort niet mee voor de statistieken, omdat de status zeer onzeker is. Maar een leuk stukje afleiding was het zeker, en toch een mooi beestje.

April
April was zoals verwacht een erg goeie maand met veel mooie waarnemingen. Trektellen vlakbij mijn huis in Breda leverde o.a. leuke roofvogels op zoals Rode Wouw, Visarend, Zwarte Wouw, Smelleken en Boomvalk. Ook Duinpieper, Casarca en Beflijsters waren erg leuk en verrassend.

Een lange dag trektellen op de telpost der telposten, Breskens (ZL) leverde fantastische aantallen vogels en ook enkele zeldzaamheden op. De beste soorten op deze dag betroffen Patrijs, Strandplevier, Reuzenstern, Purperreiger, Engelse Kwikstaart, Europese Kanarie, Grauwe Gors, Steppekiekendief en Roodstuitzwaluw. Op de terugweg naar huis nog even de Grote Burgemeester in de haven van Vlissingen bezocht die hier niet weg te slaan is.
In de laatste week van april diende de eerste (niet twijfelachtige) nieuwe soort voor 2019 zich aan. Een soort waarvan je al jaren hoopt dat ie zich een keer mooi laat bekijken. Een Kalanderleeuwerik (#425) bij Ouddorp (ZH). De vogel liet zich twee dagen lang mooi bekijken op een akker. Na een zenuwslopende rit met trein, metro en bus is het genieten geblazen. Mijn 425e vogelsoort in Nederland. Het betrof de 6e waarneming voor Nederland.


Mei
De maand mei was ook dit jaar weer erg geslaagd met veel onvergetelijke waarnemingen. Op 5 mei kwam ik op een stuk braakliggend terrein in hartje Breda, op de plek waar ooit een fabriek stond, een zingende Zomertortel tegen. Een soort waar het momenteel zeer slecht mee gaat. Dit soort waarnemingen zijn dan om te koesteren. Op een plek waar je het toch niet meteen verwacht. Twee weken later trof ik nog een zingende Zomertortel aan, dit keer bij een golfbaan in de bossen van Beetsterzwaag (FR).
Een weekendje Texel half mei was goed voor Morinelplevieren, Kleine Jager en een Draaihals. Op 15 mei kon ik weer eens genieten van een Hop, bij Alphen (NB). De vogel zong en was territoriaal. Op 17 mei waren een Steltkluut bij Zoutkamp (GR) en een Grauwe Kiekendief en zingende Wielewalen in het Lauwersmeergebied leuk. De enigste Porseleinhoen van dit jaar hoorde ik roepen tijdens een nachtje vleermuizen inventariseren ergens buiten Jubbega.

Mei leek voorbij te gaan zonder een nieuwe soort, maar op 25 mei was daar één van de hoogtepunten van het jaar. De grootste roofvogel van Europa was neergestreken bij Hellendoorn, een Monniksgier (#426). In de ochtend van 24 mei werd dezelfde vogel al kortstondig waargenomen bij Groningen waarna deze weg vloog. Gelukkig zag een oplettende waarnemer de bewuste vogel ’s avonds landen in de buurt van Hellendoorn. De volgende ochtend was het genieten geblazen. Nabij een drukke crossbaan zat de vogel op zijn gemakje in een dennenboom. Rond 11:20 vloog de vogel op, won hoogte, en verdween met enkele buizerds en kraaien richting zuidwest. Wat een bakbeest.


Juni
Juni is meestal niet zo’n spannende maand, maar dit jaar was dat anders. In de ochtend van 27 juni komt namelijk via de vogelaarsapp TOH (Top Of Holland, Noord-NL) een melding met foto van een Grijskopkievit (#427) aan het licht. De vogel zou zitten in een weiland bij Workum. Ongelofelijk, wat een megasoort. Eerder dit jaar werd de soort waargenomen in Noorwegen en Zweden, mogelijk dezelfde vogel? hoe dan ook, na een zenuwslopende rit kan ik om 12:30 aanschuiven en opgelucht ademhalen en genieten van deze extreme dwaalgast. Een soort die je hier absoluut niet verwacht, uit het hele verre oosten, maar er toch zat.

Later op dezelfde dag ook maar even de Schildraaf (#428, indien aanvaard) aangedaan. Nadat de vogel eerder dit jaar werd gezien in o.a. Den Oever (NH), Leens (GR), Schiermonnikoog en Ameland (FR), zat de vogel nu in het dorpje Burdaard (FR). Deze vogel heeft daarnaast ook enkele duizenden kilometers kilometers afgelegd in Brittannië. Het is nog de vraag wat de status van deze vogel is. Mogelijk is deze vogel vanuit Centraal-Afrika met een schip meegereisd naar Europa. Of deze vogel voor CDNA aanvaarding in aanmerking komt, is nog de vraag. In ieder geval een leuke vogel met een mooi verhaal. Momenteel verblijft de vogel in Leeuwarden, al enkele maanden.

Juli
Een Grote Karekiet bij het meer De Leijen (FR) is een leuke schaarse soort om de relatief rustige maand qua vogelen mee te beginnen. Op 20 juli zie ik kortstondig het mannetje Koningseider bij Vlieland, die hier al enige tijd verblijft.
Augustus
De augustusmaand van 2019 is er één die ik niet snel vergeet. Ik mocht in deze maand maar liefst twee nieuwe soorten bijschrijven, en dat ook nog eens op één dag. Op 15 augustus wordt er een Alaskastrandloper (#429) ontdekt bij Westhoek (FR) op het wad. Twee dagen later kan ik de vogel na wat spannende momenten bijschrijven. Een stuk verderop in Noord-Friesland, bij Anjum, is het genieten van een Turkestaanse Klauwier (#430). Deze ‘Turkestaan’ moet natuurlijk nog wel even aanvaard worden door het CDNA, want de soort toont gelijkenis met de Daurische Klauwier.


Ook leuk deze maand is een Zwarte Ooievaar bij Udenhout (NB) en een Zwarte Ibis op het eiland Tiengemeten (ZH).
September
Drie hoogtepunten deze maand: een Velduil en eerste Bladkoning voor dit jaar op Vlieland en een langverwachte nieuwe soort waar het hoog tijd voor werd, de Bosgors (#431). Deze vogel verbleef lange tijd in Noordwijkerhout (ZH). Heerlijk om deze ‘schaamsoort’ eens af te kunnen vinken.

Oktober
Oktober was voor mij de spannendste maand van 2019, veel spannender dan oktober 2018. De maand begon meteen goed met een Blauwvleugeltaling, Flamingo en Bladkoningen op Texel en een Zeearend op Tiengemeten.

In het weekend van 11-13 oktober barstte het ‘vogelgeweld’ pas echt los. De zaterdag kan ik mijn tweede Provençaalse Grasmus in Nederland bijschrijven op de Maasvlakte, op ongeveer dezelfde plek waar ik mijn eerste in 2016 zag. Die zaterdagmiddag sijpelt het bericht door van een gevangen en geringde Mirtezanger op Schiermonnikoog! de tweede waarneming van deze Amerikaanse zanger voor het land en de eerste sinds 1996. Wat een klapper. Vogelend Nederland hoopte uiteraard al op een leuk ‘Amerikaantje‘.
Er worden meteen plannen gemaakt voor de zondag, en er wordt besloten om de eerste reguliere boot te pakken. Later op de zaterdag komt de melding door van een hele ‘enge’ spotvogel ergens in Noord-Holland. Het is mogelijk een Oostelijke Vale Spotvogel, maar zou ook nog een ‘gewone’ Spotvogel kunnen zijn. De vogel is hoe dan ook spannend genoeg om er de volgende dag naartoe te gaan. Hopelijk werkt de Mirtezanger mee.

De zondag zitten we om 09:30 op de boot en zetten we 10:15 voet op schier. 10:30 arriveren we op de plek. Men is al een tijdje aan het zoeken, dat biedt hoop. Men verspreid zich en gaat naarstig op zoek. Op een gegeven hoor ik iemand die vlakbij mij staat roepen; “hij zit hier, hij zit hier!”. De vogel is teruggevonden. Ik kom snel naast de ontdekker staan, volg aanwijzingen op en heb de Mirtezanger (#432) al snel in de kijker. Wat een opluchting, fantastisch! Wat dan volgt is hectiek, paniek en de ene na de andere glijpartij door de duinen, dit vanwege de vele mossen die er groeien. Dit was misschien wel de meest hectische twitch die ik heb meegemaakt tot dusver. De vogel wordt in de middag niet weer gezien, sommige mensen lukt het niet om de vogel te zien.
Dan pakken we gauw weer de boot terug naar het vaste land en rijden naar Wijdewormer, alwaar de spannende spotvogel vanochtend toen we onderweg naar Schiermonnikoog waren, is teruggevonden. Zou het lukken om deze ook nog vandaag te zien te krijgen? inmiddels is er meer bekend over het gedrag en uiterlijk van de vogel, en zijn er serieuze aanwijzingen voor een Grote Vale Spotvogel, een nieuwe voor Nederland en indien aanvaard, de tweede op het vasteland van Europa. Na zenuwslopende uren zoeken zonder resultaat, zien we uiteindelijk de Grote Vale Spotvogel (#433) vlak voor het donker worden, de tweede intense ontlading van deze bijzondere vogeldag. Twee megazeldzaamheden op één dag.

De tweede helft van oktober gaat ook lekker met een overvliegende Grote Pieper, Roodkeelpieper, Pestvogels en een Siberische Tjiftjaf op Terschelling. Het laatste hoogtepunt van de maand betreft wederom een megadwaalgast uit Amerika, een Witkeelgors (#434) op de Maasvlakte. Ook zo’n langverwachte soort waarvan je wist dat ie een keer zou opduiken. Na lang wachten en de vogel enkel te hebben gehoord, de vogel kort maar krachtig gezien bovenin een duindoornstruik. Dit najaar werden er ook veel Amerikaanse dwaalgasten in Europa ontdekt als gevolg van heftig weer (orkaan) aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
November
Geen nieuwe soorten deze maand, maar wel een leuke reeks waarnemingen: een Bruine Boszanger op Schiermonnikoog en een Ruigpootbuizerd, Kuifaalscholver, Zwarte Rotgans, Strandleeuweriken en Fraters op Terschelling.
December
Juist wanneer het einde van het jaar nadert en je echt niks meer verwacht, loopt het toch weer heel anders in dit uitzonderlijke vogeljaar. De ontdekking van een Kleine Regenwulp (#435) even ten oosten van Schagen doet het adrenalinepeil snel stijgen. Op de dag voor kerst kan ik na urenlange onzekerheid, deze megazeldzaamheid bijschrijven. Het betreft wederom een nieuwe soort voor Nederland en zelfs pas de 9e voor de WP (= West Palearctische gebied: groot Europa). Deze soort zou eigenlijk in Australië ‘moeten’ zitten. Het kan niet op dit jaar lijkt het, en dat blijkt enkele dagen later.

En het gaat maar door dit jaar. Op de laatste zondag van 2019 sta ik op een smal landweggetje bij Brielle (ZH) te kijken naar een schitterende Grote Trap (#436). De vogel draagt een zender en ring, en al gauw blijft het een projectvogel uit Duitsland te zijn. Meer informatie moet nog volgen over de precieze status, maar voor mij toch een fijne nieuwe soort. De vogel was goed te zien, was op zijn gemakje aan het foerageren. Eind december 2010 de toen voorlopig laatste Grote Trap voor Nederland moeten missen, deze was destijds niet haalbaar voor mij. Deze vogel werd toen eerst ontdekt bij Groesbeek (GE) en later teruggevonden in Zeeland.

Nieuwe soorten 2019 [opsomming]
Zoals gezegd, 2019 is een veelbesproken en uitzonderlijk jaar. Alles leek te kunnen dit jaar, niets leek onmogelijk. Helaas heb ik ook enkele soorten moeten missen zoals Sakervalk en Indische Kievit, maar je kunt nooit alles hebben.
2018 werd afgesloten met 424 soorten, de Notenkraker van Wageningen was de laatste nieuwe soort voor dat jaar. In 2019 kon ik 12 nieuwe soorten bijschrijven, wat mijn levenslijst (voorlopig) op 436 soorten brengt. Wel moeten de meeste nog aanvaard worden door de CDNA. Hier een opsomming van de nieuwe soorten in 2019:
- Kalanderleeuwerik / Ouddorp (ZH) / #425
- Monniksgier / Hellendoorn (OV) / #426
- Grijskopkievit / Workum (FR) / #427
- Schildraaf / Burdaard (FR) / #428
- Alaskastrandloper / Westhoek (FR) #429
- Turkestaanse Klauwier / Anjum (FR) / #430
- Bosgors / Noordwijkerhout (ZH) / #431
- Mirtezanger / Schiermonnikoog (FR) / #432
- Grote Vale Spotvogel / Wijdewormer (NH) / #433
- Witkeelgors / Maasvlakte (ZH) / #434
- Kleine Regenwulp / Schagen (NH) / #435
- Grote Trap / Brielle (ZH) / #436
2020
Wat zou er zoal in Nederland zitten qua dwaalgasten die we niet ontdekken? een vraag die regelmatig weer naar boven komt. Op welke plekken waar zelden of nooit een vogelaar komt wordt de eerstvolgende megazeldzaamheid ontdekt?
Hopelijk wordt 2020 net zo’n gedenkwaardig en mooi vogeljaar als 2019. Ik hoop op Scharrelaar of Groene Bijeneter, een herkansing voor Balkankwikstaart of Grijze Strandloper welke ik beide in 2014 en respectievelijk 2016 gedipt hebt. Een Ivoormeeuw snoepend van een dode zeehond op het strand van Terschelling zou ook een erg leuke zijn voor deze winter. Over de 440 soorten komen lijkt me een haalbaar doel, zeker als de dwaalgasten trend zo doorzet als afgelopen jaren. De magische 450 soorten komt al in zicht zo. Het doel van 2019 om over de 430 soorten te komen is ruimschoots behaald.
Nogmaals, ik wens iedereen een mooi 2020 toe en tot in het veld. Mijn dank gaat uit naar Herman van de Brand, Maurits Martens en Julian Bosch voor het gebruiken van foto’s voor dit jaaroverzicht.
