2018 was voor mij een bijzonder natuurjaar met een groot scala aan schitterende en vooral ook onvergetelijke waarnemingen. Het is lastig om een keuze te maken wat nou het allermooiste was dat mijn pad kruiste dit jaar. In ieder geval één van de mooiste soorten zag ik in juni in Zuid-Limburg, het stukje Nederland waar je de mooiste en vooral ook zeldzaamste soorten kunt tegenkomen. Zo ook het zeldzame Vliegend Hert (Lucanus Cervus), de grootste keversoort van Nederland.

Het zien van een soort die ik enkel voorheen ooit dood had aangetroffen, een soort waar ik als klein kind zijnde altijd al bewondering voor had en zelfs over droomde. Talloze keren had ik het dier vroeger voorbij zien komen in allerlei natuurgidsen/boeken. Het imposante Vliegend Hert. Het zijn vooral de mannetjes die indruk maken met een lengte van 9 cm en de gevaarlijk uitziende, geweivormige kaken, die enkel worden gebruikt om rivaliserende mannetjes en vrouwtjes te imponeren. De vrouwtjes zijn overigens een stuk minder imposant, maar ook mooi.

Het Vliegend Hert is zeldzaam en beschermd. De verspreiding van dit schitterende insect in Nederland is beperkt tot Twente, de Veluwe, bij Nijmegen en enkele kerngebieden in Zuid-Limburg. De soort is afhankelijk van oude eikenbossen met veel rottend eikenhout, een zeldzaam bostype. Er zijn voor deze soort aparte beheerplannen en beschermingsgebieden gemaakt, om het voortbestaan te waarborgen. De larven van deze soort leven in door schimmels aangetast rottend eikenhout. Thans overleeft de soort onder meer door gerichte maatregelen in de hakhoutcultuur. Het laten staan van rottend eikenhout draagt bij aan de instandhouding.

Op een zwoele zomeravond eind juni vorig jaar, zag ik voor het eerst in mijn leven Vliegende Herten in levende lijve, een memorabele ervaring. Het was even geduld hebben, maar even voor 22:30 begonnen de insecten actief te worden. Met behulp van een zaklamp waren de dieren mooi te zien, die op een wat typische, langzame, ‘onhandige’ manier rondvlogen. Sommige dieren streken neer in een heg of op houten paaltjes. Een mannetje landde zelfs op mijn schouder, geweldig. Met ook nog eens vuurvliegjes (Kleine Glimworm) erbij was het bijna een soort droom, iets onwerkelijks. Uiteindelijk tel ik deze avond 11 exemplaren. Zo zie je nooit een Vliegend Hert, zo zie je er 11 binnen een uur tijd.

Op een camping in Schinnen, gelegen tegen een stukje oud eiken- en beukenbos, zijn gerichte beheermaatregelen getroffen voor het Vliegend Hert. Dit dankzij de inzet van de Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg en bevlogen natuurliefhebbers die deze prachtige soort een warm hart toedragen. Het gaat vandaag de dag redelijk met het Vliegend Hert op plekken waar de soort nog voorkomt, al blijft de soort kwetsbaar. Ik zal die bewuste avond in juni 2018 in ieder geval nooit meer vergeten.