Intro
In februari kwam ik op het idee om in 2018 alle inheemse herpetofauna (reptielen en amfibieën) waar te nemen en voor zover mogelijk ook te fotograferen. Het leek me een leuke, spannende en vooral ook grote uitdaging.

Het lijkt een makkelijke klus, omdat reptielen en amfibieën met respectievelijk 7 en 15 soorten veel minder sterk zijn vertegenwoordigd in tegenstelling tot bijvoorbeeld vogels en vlinders. Maar niets is minder waar, dat is afgelopen jaar ook wel gebleken. De helft van de inheemse soorten is zeldzaam tot zeer zeldzaam en houden er een verborgen leefwijze op na.
In dit blog doe ik uitgebreid verslag van mijn bevindingen en resultaten met betrekking tot het zoeken en waarnemen van de soorten, voorzien van foto’s. Ik zal ook ingaan op een aantal bijzonderheden zoals extreme weersomstandigheden en wat dit voor invloed heeft gehad op het waarnemen van herpetofauna.
Doel 2018: alle inheemse herpetofauna waarnemen + fotograferen
Het concrete doel was als volgt: alle 7 inheemse reptielen en 15 inheemse amfibieën waarnemen, het liefst allemaal ook op zicht en ze te fotograferen.
Ik kan alvast mededelen dat het doel om alle soorten waar te nemen is gelukt. Op 2 soorten na, de Knoflookpad en Meerkikker, wist ik alle soorten ook te zien en op de gevoelige plaat vast te leggen.

Vermeld moet worden dat de Bastaardkikker geen zuivere soort is, maar een hybride tussen 2 andere kikkers, Poelkikker en Meerkikker. Deze 3 vormen de ‘groene kikkers‘ in Nederland.
Extreme weersomstandigheden
2018 zal ongetwijfeld de boeken ingaan als een jaar met weer extremen. Denk aan de late hardnekkige vorst in maart en de maandenlange droogte als gevolg van hoge temperaturen en nauwelijks neerslag in bepaalde periodes. De extreme droogte van afgelopen voorjaar/zomer heeft een duidelijke impact gehad dit jaar op sommige soorten heb ik het idee. Zo heb ik nog nooit zoveel moeite moeten doen om Adders te vinden, een soort die gevoelig is voor droogte.
Ook had ik het idee dat het in het late voorjaar en begin van de zomer een opgave bleek om pas gemetamorfoseerde, juveniele amfibieënsoorten te vinden nabij voortplantingswateren waarvan ik zeker weet dat de soort er voorkomt. Veel poelen bijvoorbeeld, die in de periode maart/mei vol water stonden, droogden in rap tempo op door de aanhoudende warme temperaturen. Zo liepen de temperaturen in de gemeente Breda in juli dagelijks op van 29 tot soms 37 graden Celsius.

In de tweede helft van mei en juni op zoek gaan naar in het water levende Vinpootsalamanders bijvoorbeeld, was volstrekte kansloos geworden omdat alle poelen waar ik de soort eerder dit jaar in redelijke aantallen tegenkwam, volledig waren opgedroogd. Het leek erop dat veel amfibieën, die al gevoelig zijn voor droogte vanwege hun dunne, vocht doorlatende huid, een nog meer teruggetrokken bestaan leefden.

Leefgebieden en verspreiding van soorten
Voor de algemenere soorten zoals Bruine Kikker en Gewone Pad hoef je geen moeite te doen, maar voor veel soorten moet je naar specifieke delen van Nederland om een kans te hebben ze te zien, vaak ook in specifieke biotopen. De vele zoektochten naar soorten brachten me dan ook op de meest uiteenlopende plekken en in allerlei landschappen.
Van Breda tot Leeuwarden, van Maastricht tot Emmen. Van het Zuid-Limburgse heuvelland tot in de Drentse heide- en hoogveengebieden, van de Veluwe tot aan Schiermonnikoog. In de regio Breda bijvoorbeeld zitten relatief veel Vinpootsalamanders, op de Veluwe heb je heideterreinen waar je met veel geluk 5 of 6 van de 7 inheemse reptielensoorten op één dag kunt tegenkomen.


Een paar soorten vindt je alleen op een gering aantal locaties in het buitenlands aandoende Zuid-Limburg, met haar voor Nederland zeer bijzondere landschappen en bijbehorende klimaat. Zo komt de Muurhagedis enkel voor op oude stadswerken in hartje Maastricht, Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad kunnen worden aangetroffen in voormalige mergelgroeves en de vandaag de dag extreem zeldzame Vuursalamander kan met heel veel geluk nog aangetroffen worden in enkele hellingbossen met beken en bronnen.
Waargenomen soorten
Voor het eerst in mijn leven wist ik alle inheemse reptielen en amfibieën binnen een jaar tijd waar te nemen. Hieronder een opsomming van de soorten:
Reptielen
- Zandhagedis (Lacerta agilis)
- Levendbarende Hagedis (Zootoca vivipara)
- Hazelworm (Anguis fragilis)
- Muurhagedis (Podarcis muralis)
- Adder (Vipera berus)
- Ringslang (Natrix natrix)
- Gladde Slang (Coronella austriaca)

Amfibieën
- Bruine Kikker (Rana temporaria)
- Heikikker (Rana arvalis)
- Poelkikker (Pelophylax lessonae)
- Meerkikker (Pelophylax ridibundus)
- Bastaardkikker (Pelophylax klepton esculentus)
- Boomkikker (Hyla arborea)
- Gewone Pad (Bufo bufo)
- Rugstreeppad (Bufo calamita)
- Knoflookpad (Pelobates fuscus)
- Vroedmeesterpad (Alytes obstetricans)
- Geelbuikvuurpad (Bombina variegata)
- Kleine Watersalamander (Lissotriton vulgaris)
- Kamsalamander (Triturus cristatus)
- Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris)
- Vinpootsalamander (Lissotriton helveticus)
- Vuursalamander (Salamandra salamandra)

Samenvattingen per soort
Hieronder volgt per soortgroep een korte samenvatting per soort omtrent het vinden en waarnemen. Bij sommige soorten wat extra bijzonderheden zoals verspreiding, leefgebied, weersomstandigheden en mooie momenten.
Reptielen
In het kort
Sinds januari ben ik gaan wonen in Noord-Brabant, niet de beste reptielenprovincie bij uitstek. Wat dat betreft had ik beter in Velp kunnen blijven, dicht bij de Veluwe waar veel reptielen zitten. Van de vele reptielentripjes dit jaar vond een deel dan ook op de Veluwe plaats, met een hoge dichtheid aan reptielen.
De 7 inheemse reptielen zien lukte uiteraard, maar het ging veel minder soepel dan ik in eerste instantie had verwacht. Vooral het vinden van Adders was een hele opgave, een soort waar ik ontzettend veel tijd en energie in heb gestoken. De extreme droogte zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld.
- Zandhagedis (Lacerta agilis)
In totaal vond ik van deze vrij algemene hagedis 122 exemplaren. De meeste zag ik op de Veluwe, bij Wolfheze en op de Ermelosche Heide. Ook in De Meinweg zag ik als vanouds veel exemplaren. Leuk waren vooral vrouwelijke exemplaren op de Ermelosche Heide die bezig waren met graven in het fijne zand, wellicht op zoek naar een geschikte eiafzet plek.

- Levendbarende Hagedis (Zootoca vivipara)
De Levendbarende Hagedis was de meest talrijke hagedis met 187 exemplaren. De meeste exemplaren zag ik in het Mastbos bij Breda, maar ook mooie aantallen in Zuid-Limburg, Oost-Friesland en bij Tilburg.

- Hazelworm (Anguis fragilis)
7 Hazelwormen zag ik dit jaar, en bijna allemaal bij Wolfheze. Ook deze soort leek de extreme hitte te vermijden afgelopen zomer.

- Muurhagedis (Podarcis muralis)
Van het zeldzaamste reptiel in Nederland, welke enkel te vinden is op oude muren en stadswerken in Maastricht, zag ik zeker 40 exemplaren. Sommige dieren waren wonderbaarlijk dicht te benaderen en lieten zich mooi op de foto zetten. Ik zag zowel juveniele als adulte exemplaren. In mei waren de mannetjes mooi op kleur met groene tinten en rode tinten op flanken, staart en kop.



- Adder (Vipera berus)
De Adder was extreem moeilijk te vinden dit jaar, ik vrees dat de soort dan ook een klap heeft gekregen als gevolg van de maandenlange droogte welke de Nederlandse natuur in zijn greep hield. Ook andere kwetsbare, vochtminnende dier- en plantensoorten hebben te lijden gehad onder de extreme droogte.
Vele uren zoekwerk in heideterreinen waarvan bekend is dat er vrij veel Adders zitten leverden weinig tot niks op. Zo bracht ik meerdere keren een bezoek aan Laag Wolfheze zonder resultaat en vond ik geen enkel exemplaar in Drenthe, het bolwerk van Adders in Nederland. Dit was af en toe behoorlijk frustrerend en baarde me toch wat zorgen ook. Maar de kans is best aanwezig dat Adders een tijdelijke zomerstop hebben gehouden om de hete temperaturen te ontvluchten, en zich koest hebben gehouden. Of dat ze meer avond- en nachtactief waren. De natuur vindt er wel iets op.

Uiteindelijk zag ik slechts 3 exemplaren dit jaar, waarvan de eerste pas op 8 juli. Een prachtig adult mannetje in De Meinweg waar de enige adderpopulatie van Limburg huist. De andere 2 waarnemingen betroffen exemplaren die er te snel vandoor gingen voor een foto.
- Ringslang (Natrix natrix)
In tegenstelling tot Adders, lieten Ringslangen zich wel makkelijk vinden en soms waanzinnig dichtbij bekijken. De meeste Ringslangen zag ik in het Drentse Veenhuizen (20 ex.) nabij het Fochteloërveen. Andere waarnemingen deed ik in De Weerribben en bij Soest.
Één van mijn mooiste natuurwaarnemingen ooit deed zich voor op 11 juni toen ik een adult vrouwtje tegenkwam dat lag te zonnen op het warme asfalt. Ik benaderde het dier om te fotograferen waarna het dier in beweging kwam, zich omhoog richtte en op mij af kwam om me vervolgens af te tasten met zijn tong. Dit moment duurde amper een minuut waarna het dier ervandoor ging.


- Gladde Slang (Coronella austriaca)
De Gladde Slang was ook lastig te vinden dit jaar, lastiger dan in andere jaren had ik het idee. Met slechts een enkel adult exemplaar moet ik het doen dit jaar. Opmerkelijk genoeg vond ik dit ene exemplaar terwijl deze uitgebreid in de zon lag op een nogal warme dag. En dat terwijl ik bijna alle Gladde Slangen in mijn leven heb gevonden tijdens meer bewolkt weer en lagere temperaturen. De Gladde Slang blijft een mysterieus en onvoorspelbaar dier.

Amfibieën
In het kort
Alle 15 inheemse amfibieën wist ik waar te nemen, 13 op zicht en 2 enkel op gehoor. Van sommige zag ik een recordaantal individuen. Zo zag ik nog nooit zoveel Kamsalamanders in een jaar als in 2018. Breda is zoals gezegd een goeie hotspot voor Vinpootsalamander, op een enkele plek zag ik er tientallen in korte tijd.
Enkele soorten waren zeer lastig te vinden, de Knoflookpad wist ik ondanks meerdere gerichte zoekacties niet te traceren. Maar daar staat wel een flinke compensatie tegenover mag je gerust zeggen. Ik wist namelijk wel een adulte Vuursalamander te vinden. Een onvergetelijke waarneming geheel tegen mijn verwachtingen in.
- Bruine Kikker (Rana temporaria)
Van alle inheemse herpetofauna blijft de Bruine Kikker verreweg het meest algemeen. tienduizenden individuen zag ik dit jaar, waarvan een deel larven betrof.

- Heikikker (Rana arvalis)
De vrij algemene maar kwetsbare Heikikker, welke bijna uitsluitend in natuurgebieden voorkomt, zag ik voornamelijk in het voorjaar, en dan met name in natuurgebied Huis ter Heide bij Tilburg. Hier waren de mannetjes druk in grote koren aan het roepen, in de hoop de vrouwtjes te verleiden.
Het mooiste zijn de blauw tot paarsblauwe mannetjes die deze kleur in maart 2 a 3 weken dragen, het paringskleed. Een schitterend schouwspel dat van korte duur is.

- Poelkikker (Pelophylax lessonae)
Van de 3 ‘groene kikkers’ is de Poelkikker het zeldzaamst en vooral te vinden in Zuidoost-Nederland. In april zag ik tientallen exemplaren bij Udenhout en Breda.

- Meerkikker (Pelophylax ridibundus)
De Meerkikker, de grootste ‘groene kikker’, hoorde ik enkel en op slechts één locatie, het Leeuwarderbos. Deze soort komt vooral in Noordwest-Nederland voor. (Geen foto)
- Bastaardkikker (Pelophylax klepton esculuntus)
Zoals gezegd geen soort, maar vanwege zijn algemeenheid hier toch vermeld. Deze algemeenste ‘groene kikker’ is zeer algemeen en kan zelfs standhouden in drooggevallen poelen, sloten en verwaarloosde tuinvijvers. Enkele duizenden van deze hybride kikker kruisten mijn pad dit jaar.

- Boomkikker (Hyla arborea)
De zeldzaamste kikker, de felgroene Boomkikker (Hyla arborea), zag- en hoorde ik dit voorjaar op enkele locaties in Noord-Brabant en Limburg. Deze soort neemt dankzij gerichte natuurherstel- en beheermaatregelen aardig toe de laatste jaren. Op een aantal locaties is de soort uitgezet, zoals in Zuid-Drenthe en Zuid-Holland.

- Gewone Pad (Bufo bufo)
Van de inheemse padden is het merendeel zeer zeldzaam, bedreigd in hun voortbestaan en moeilijk waar te nemen. Hoewel ze op geluid vrij makkelijk zijn, is het zien ervan bijzonder lastig. Één zeer algemene soort, de Gewone Pad kan in iedere tuin of in elk parkje of bosje worden aangetroffen.

- Rugstreeppad (Bufo calamita)
De Rugstreeppad is een pionier die ook vrij algemeen is in Nederland en onder andere veel in de duinstreek leeft. Ik nam de soort dit jaar waar bij Tilburg en op verschillende locaties op Texel.

- Knoflookpad (Pelobates fuscus)
De Knoflookpad is het moeilijkst te vinden amfibie van Nederland, en dat zal niet gaan veranderen. Het horen ervan is al vrij lastig, laat staan ééntje vinden. Deze soort wordt door zijn verborgen leefwijze dan ook nogal eens over het hoofd gezien tijdens verspreidingsonderzoek. Soms blijft de soort jarenlang onopgemerkt. De soort komt zeer lokaal voor op een aantal locaties in Oost-Nederland en her en der is de soort geïntroduceerd om achteruitgang/uitsterven tegen te gaan.

Verscheidene zoekacties naar deze onopvallende soort, die overdag gewoonlijk diep in de grond zit ingegraven, hadden enkel succes bij het Gelderse Overasselt, waar ik enkele mannetjes hoorde roepen. Meerdere zoekacties bij het Brabantse Deurne, Baarle-Nassau en het Drentse Valthe leverden niks op. (Geen foto)
- Vroedmeesterpad (Alytes obstetricans) en Geelbuikvuurpad (Bombina variegata)
Dan de twee zeldzaamste padden, die in Nederland vanwege hun hoge eisen enkel te vinden zijn in Zuid-Limburg. De Vroedmeesterpad en Geelbuikvuurpad. De Vroedmeesterpad komt in een groot deel van Zuid-Limburg voor in verscheidene biotopen zoals mergelgroeves, verwaarloosde tuinen, berghellingen en in muren. De Geelbuikvuurpad vooral in voormalige mergelgroeves.

De Geelbuikvuurpad liet zich zoals ik gewend ben makkelijk vinden op een locatie waar ik de soort al vaker zag. De beestjes hangen vaak aan het wateroppervlak of zitten op de oevers van voornamelijk tijdelijke watertjes, zoals ondergelopen karrensporen. Door deze watertjes voorzichtig te benaderen is het kans op het zien van deze soort het grootst. Op de betreffende locatie zag ik zeker 30 individuen. De Vroedmeesterpad is weer een heel ander verhaal.

Deze soort hoor je met het grootste gemak. De roep, een verdragend, tweetonig fluittoontje, is onmiskenbaar en te horen vanaf de vroege avond. Vaak roepen er tientallen dieren tegelijk, een mooi concert. Bij Voerendaal hoorde ik op een mooie zwoele avond vele tientallen dieren roepen, maar het lokaliseren van exemplaren lukte niet. Meer succes had ik in de Encigroeve bij Maastricht, waar ik 2 exemplaren wist te vinden. De vreugde was groot na vele mislukte zoekpogingen, aangezien het pas mijn tweede zichtwaarneming van deze soort betrof. De eerste zichtwaarneming dateerde alweer uit juli 2010.


- Kleine Watersalamander (Lissotriton vulgaris)
Bij de salamanders min of meer hetzelfde verhaal als bij de padden, één soort die algemeen is, de overige soorten een stuk minder algemeen tot zeer zeldzaam. De Kleine Watersalamander vond ik op allerlei plekken zoals gewoonlijk.

- Kamsalamander (Triturus cristatus)
Ik heb nog nooit zoveel Kamsalamanders gezien als dit jaar, 84 individuen om precies te zijn. Een voor mij ongekend hoog aantal van een zeldzame soort. Één waarneming bestond uit een vondst van 80 dieren bij elkaar, weggekropen onder een oud, vochtig tapijt. Een onvergetelijke waarneming, zoveel bij elkaar.

- Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris)
Alpenwatersalamanders vond ik dit jaar voornamelijk verspreid in Zuid-Limburg op verschillende locaties. Ook zag ik een handjevol exemplaren in Breda. Deze vrij algemene, zuidoostelijke soort blijft een schitterend dier, zowel in waterfase als in landfase.

- Vinpootsalamander (Lissotriton helveticus)
De verspreiding van de Vinpootsalamander beperkt zich in Nederland tot Noord-Brabant en Limburg. In enkele wateren rondom Breda telde ik gemakkelijk 25 exemplaren. In de zomer vond ik nog enkele exemplaren in landfase.

- Vuursalamander (Salamandra salamandra)
Dan tot slot het meest zeldzame amfibie van Nederland, de enige inheemse landsalamander. De oogverblindende, zwarte met geel gevlekte Vuursalamander. Tevens één van de meest bedreigde soorten van Nederland die met uitsterven wordt bedreigd. Alleen te vinden in enkele hellingrijke bronbossen in Zuid-Limburg.

Zoektochten naar deze fraaie salamander de afgelopen jaren, leverden allen niks op. Wel begreep ik uit betrouwbare bron (waarneming.nl, RAVON) dat er nog wel degelijk regelmatig Vuursalamanders worden gevonden. Daardoor bleef er bij mij wel een stukje hoop leven, maar de kans om deze soort nog eens in Nederland te vinden leek weg te kwijnen. Ik zou hoogstens nog larven kunnen vinden, dacht ik begin dit jaar. Om nog eens een volwassen dier te vinden zou er een klein wonder moeten gebeuren. Dat de wonderen nog niet de wereld uit zijn, is voor mij dit jaar wel gebleken.
Op een schemerige avond in juni liep ik een tweede keer door een hellingbos te zoeken naar larven in beken. De larven zijn ook gemakkelijk herkenbaar en zouden te zien moeten zijn in de vele kraakheldere bronnen en beekjes die door het betreffende hellingbos lopen. In het bos ligt en staat veel dood hout, een schuilplaats voor ontelbaar veel organismen. Allerlei ongewervelden, vogels, kleine zoogdieren en amfibieën hebben hier baat bij. Als ik dan een houtstronk voorzichtig omkeer kan ik mijn ogen in eerste instantie niet geloven.

Naast een fraaie adulte Alpenwatersalamander zat een nog veel fraaiere, onmiskenbare adulte Vuursalamander, het was er echt één! bizar. Een dier waar niks op aan te merken viel, ééntje in levende lijve. Heel even denk ik dat ik hallucineer, maar het was toch echt de realiteit. Na het dier goed te hebben bekeken maak ik wat plaatjes en leg de houtstronk weer terug zoals het lag. Ze zitten er dus inderdaad nog, wat gaaf om dat met eigen ogen te zien. Waarschijnlijk mijn mooiste natuurmoment van het jaar, ik had totaal niet gerekend op deze hoofdprijs.
Exoten
In Nederland leven een aantal soorten die door toedoen van de mens zijn uitgezet op een aantal plekken. Zo voelt de Russische Rattenslang zich prima thuis in het Drentse Tynaarlo en zijn verspreid door Nederland schildpadden vrijgelaten in sloten en vijvers omdat mensen er vanaf willen. Vaak is dit het gevolg van onwetendheid doordat men vaak impulsaankopen doet en zich niet verdiept in de soort en de eisen die het stelt in gevangenschap.
Ik ben niet actief op zoek geweest naar exoten, al zou ik graag eens de populatie Russische Rattenslang met eigen ogen willen aanschouwen. Wel kwam ik een enkele keer in een park in Breda een Geelwangschildpad tegen die vaak op een stuk hout in het water lag te zonnen.
Exoten vormen een bedreiging voor de inheemse soorten doordat deze worden opgegeten of worden verdreven door invasieve soorten. Ook kunnen er ziektes en plagen worden verspreid door exoten.
Top 3 allermooiste momenten
Ik kon het niet laten een top 3 te maken van de ‘herpetologische hoogtepunten’ afgelopen jaar, hier komen ze.
- Vuursalamander in Zuid-Limburg, alsof ik droomde
- Ringslang in Veenhuizen die me aftastte (Zie ook: Nieuwsgierige Ringslang)
- Roepende Vroedmeesterpadden in Zuid-Limburg, prachtige concerten op zwoele zomeravonden
Tot slot
Het was zoals verwacht geen gemakkelijke opgave om alle inheemse herpetofauna waar te nemen, er gaat veel tijd en energie in zitten, maar het is uiteindelijk gelukt. Dat ik 2 soorten enkel op gehoor heb waargenomen neem ik graag voor lief. Wellicht verloopt het zoeken naar sommige soorten wat soepeler zonder extreme weersomstandigheden zoals de droogte afgelopen voorjaar/zomer. Wat dat betreft was het ook zeer interessant om te kijken hoe het zoeken en vinden naar herpetofauna zou verlopen.
Soms zit het mee, soms iets minder. Maar dat maakt het ook leuk, het onvoorspelbare en zoeken, en weten dat je die ene soort misschien tegenkomt. Ik had verwacht meer Adders en Gladde Slangen te vinden, Knoflookpad blijft een lastige soort, maar Vuursalamander was wel het laatste waar ik vanuit ging. Het wonen in Breda heeft ook zeker geholpen, want Noord-Brabant heeft veel goeie amfibieën hotspots waar schaarse en zeldzame soorten zitten.
Ik kijk met grote tevredenheid terug op een mooi herpetofaunajaar met veel onvergetelijke waarnemingen. Misschien dat ik weer eens de uitdaging aan ga, maar in het buitenland naar herpetofauna zoeken lokt me ook.
