Enigszins van de bewoonde wereld, midden in het kleinschalige landschap in Zuidoost-Drenthe ligt een bijzondere ijsbaan. Even ten noorden van het dorp Valthe, niet ver van Emmen. Een ijsbaan die, als gevolg van de zachtere winters de afgelopen jaren, nog maar weinig intensief gebruikt wordt door schaatsers. Dat een ijsbaan ook zijn dienst kan bewijzen als natuurgebied, bewijst de ijsbaan van Valthe.

Op de tamelijk somber aandoende zondag van 29 april zet ik weer eens mijn voeten in deze toch wel idyllische omgeving. Het is alweer enkele jaren geleden dat ik hier voor het laatst kwam. Ik ben hier enkele keren naartoe gegaan om op zoek te gaan naar de zeldzame Knoflookpad, die hier in- en rondom de ijsbaan één van de grootste populaties van Nederland heeft.
Het waait behoorlijk, een toch wel harde wind in combinatie met zware bewolking maakt het tot een frisse aprildag. De akkers rondom Valthe liggen er kaal en verlaten bij, zelfs geen kraai of fazant te bekennen, laat staan een Kievit. Pure stilte, dat is wat deze omgeving, ondanks het enigszins kale- en sombere karakter, toch wel magnifiek maakt. Een stukje verderop toch iets van gevogelte, een citroengeel mannetje Geelgors zingt vanuit een houtsingel.
Als ik bijna ben gearriveerd bij de ingang van de ijsbaan spreekt een oude man mij aan met een sterk Drents accent. Een gesprekje is nooit weg. De beste man begint over het weer, maar al snel veranderd het gespreksonderwerp in Knoflookpad en de ijsbaan. Ik vertel ‘m dat de ijsbaan en fauna die er leeft mij zo nu en dan brengt naar Valthe. En toch ook die stilte die er overheerst. Voor het huis van de man ligt een flinke hoop met veel bakstenen en zand. Een prima schuilplaats voor amfibieën. Met toestemming van de vriendelijke, rasechte Drent doorzoek ik de hoop. Het zou wel erg veel mazzel zijn als ik hier al meteen een Knoflookpad zou vinden. Maar helaas, geen Bruine Kikker, laat staan een Knoflookpad te vinden. Ik bedank de man en loop het kleine terrein van de ijsbaan op.


Bij de ingang van de ijsbaan staat een vrij nieuw informatiebord met daarop informatie over de Knoflookpad en de essentie van de ijsbaan voor amfibieën. Ook is er net als in andere jaren, een slagboom aanwezig op de Schaapskuilweg. ’s Nachts trekken over deze weg veel amfibieën, ook de Knoflookpad. Deze weg wordt vanaf een bepaald tijdstip afgesloten om te voorkomen dat er dieren worden doodgereden.

De ijsbaan is in meerdere opzichten geschikt voor amfibieën als voortplantingsbiotoop. In het vegetatierijke, ondiepe water kunnen de eitjes van amfibieën zich snel ontwikkelen in de zonnewarmte. Maar nog veel belangrijker: in het najaar valt de ijsbaan droog zodat er geen vis of andere predatoren kunnen overleven in het water. Vissen en bepaalde roofinsecten zijn dol op amfibieënlarven. Naast de Knoflookpad leven er nog meer soorten amfibieën, waaronder de eveneens zeldzame Kamsalamander, Kleine Watersalamander, Poelkikker, Bastaardkikker, Bruine Kikker, Heikikker en Gewone Pad.

De ijsbaan is omringd door een stukje bos en bosschages. Onder meer Bonte Vliegenvanger, Zwartkop, Winterkoning en Fitis zingen vanuit het dichte groen. Het is net als voorgaande keren exact hetzelfde, alsof de tijd er heeft stilgestaan. Het ijsclubgebouwtje dat er verlaten bij ligt en wellicht zijn beste tijd heeft gehad en dezelfde troep eromheen. Voor het gebouwtje ligt een ca anderhalve meter lange, oude en vooral ook vochtige deurmat, een mooie schuilplaats voor amfibieën.
Pal naast het ijsclubgebouwtje ligt ook veel rommel; een kapotte schutting, boomstammen, snoeihout, stapels bakstenen, grasmatten, plastic objecten, allemaal schuilplaatsen voor allerlei organismen. Niet alleen amfibieën, maar ook kleine zoogdieren en talloze ongewervelden zoals pissebedden, spinnen, duizendpoten, miljoenpoten, kevers, slakken, wormen en insectenlarven verschansen zich onder deze troep. De ongewervelden zijn weer een feestmaal voor de amfibieën, zoogdieren en vogels. Lang leve de rommel.
Ik vindt veel beestjes, maar de hoofdprijs laat zich vandaag niet vinden. De Knoflookpad staat dan ook niet voor niets bekend als het moeilijkst te vinden amfibie, en leeft zeer verborgen. De beestjes leven voor een groot deel tot een meter onder de grond of onder water. Het geluid wat ze maken is nou ook niet bepaald denderend, een nogal zacht “klok-klok”, wat vrij lastig te horen is. Een mooie troostprijs is er in de vorm van een Kamsalamander en Heikikker, beiden onder een grote deurmat. Heikikker is voor mij zelfs nog nieuw op deze plek. Wie weet zit er binnenkort een succesvolle herkansing in, dan ga ik in de avond met een zaklamp mijn geluk beproeven. ’s Nachts zijn ze het meest actief.
