19 januari 2018
Midden januari, hartje winter. Bewolking, waterkoud, een flinke hagelbui doet zijn intrede. Niet bepaald de weersomstandigheden en de tijd van het jaar om met vlinders actief te zijn, zou je denken. En toch trok een groepje fanatieke vlinderliefhebbers er vanmiddag op uit op landgoed Larenstein in Velp, op initiatief van studievereniging LaarX. Doel betrof het in kaart brengen van eitjes van de Sleedoornpage. Deze prachtige, kritische, beschermde en zeldzame vlinder heeft hier een populatie.

Sleedoorn-struweel vormt de habitat van deze zeldzame vlinder, hier zijn alle leefomstandigheden ideaal om de totale levenscyclus van eitje tot volwassen vlinder te volbrengen. Ondanks de opvallende kleuren is de Sleedoornpage verrassend lastig waar te nemen. De aanwezigheid van de vlinder wordt het beste vastgesteld door ’s winters op zoek te gaan naar eitjes op Sleedoorn.

Om 14:00 verzameld iedereen zich om onder leiding van Sicco Ens van de Vlinderstichting Sleedoorn-struweel af te zoeken. Sicco verricht veel veldwerk op het gebied van vlinders en libellen, en coördineert tellingen van Sleedoornpage. Er zijn meerdere plekken op het landgoed waar Sleedoorn te vinden is. Tussen 14:00 en 16:00 zijn alle struwelen grondig onderzocht op het voorkomen van Sleedoornpage-eitjes.
Sommigen hebben een loepje mee om eventuele eitjes goed te kunnen bekijken. De Blauwrandspanner, een nachtvlinder, legt ook zijn eitjes graag op Sleedoorn. De eitjes van deze soort kunnen verward worden met die van de Sleedoornpage. Zodoende biedt een loepje uitkomst om de kleinste details te kunnen zien, om tot een juiste determinatie te komen.

De struwelen waar Sleedoornpage-eitjes op worden aangetroffen, worden gemarkeerd met een touwtje. Sicco voert met behulp van een GPS-systeem de locaties in. De gegevens worden gebruikt voor de instandhouding van de soort. Zodra bekend is waar zich eitjes bevinden kan men er rekening mee houden in het groenbeheer. Zo kan worden voorkomen dat Sleedoorn-struwelen met daarop vlindereitjes rigoureus worden gesnoeid of worden verwijderd.

Afgelopen zomer heb ik meerdere keren een Sleedoornpage gezien in Arnhem-Noord, waar één van de grootste populaties van het land zit. Sicco wist me te vertellen dat ze onlangs 113 eitjes hebben geteld in Arnhem-Noord, een mooi aantal. Op het landgoed weten we uiteindelijk 24 eitjes te vinden op 4 verschillende plekken. In het verleden zijn er vaker eitjes geteld op het landgoed en wist men tot maximaal 18 stuks te komen, een mooi nieuw record.

Om de vlinders zelf te zien is het nog een aantal maanden geduld hebben. De eitjes komen in het voorjaar uit waarna de rupsen zich tegoed doen aan de bladknoppen van Sleedoorn. In juli/augustus worden de meeste vlinders waargenomen. De verspreiding van de soort beperkt zich tot locaties in Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Limburg, Utrechtse Heuvelrug en langs de randen van de Veluwe (Velp, Arnhem, Wageningen o.a.).