Woensdag 2 augustus 2017
De weersvoorspellingen zagen er met al en al rooskleurig uit voor vandaag. Temperaturen van 21 tot 24 graden in de provincie Overijssel en flink wat zon. Zeer gunstige weersomstandigheden voor een dagje Weerribben. En als je als natuurvorser in de Weerribben vertoefd wil je toch het liefst die gunstige weersomstandigheden, want dan zie je toch wel de meeste vlinders en libellen, en laat de Weerribben nou net een walhalla zijn voor deze twee soortgroepen. Er zijn maar weinig plekken in Nederland waar zulke hoge dichtheden aan libellen voorkomen als de Weerribben, zowel qua soorten als aantallen, waaronder veel zeldzame soorten.
Wat betreft vlinders is de Weerribben ook bijzonder. Het is één van de drie natuurgebieden in Nederland waar de zeer zeldzame Grote Vuurvlinder voorkomt. Deze kieskeurige soort komt enkel in veenmosrietland voor met veel Waterzuring, waar de vlinder haar eitjes op legt. Maar daar blijft het niet bij. In Nederland komt de ondersoort ‘Batava‘ voor, die nergens anders in de wereld voorkomt. De Grote Vuurvlinder (Lycaena dispar ‘batava’) is dus een endemische ondersoort in Nederland, uniek. Daarnaast is het volgens velen de mooiste vlindersoort van Nederland, ik kan men geen ongelijk geven. Vooral de mannetjes zijn pronkstukken, het roodoranje knalt er uit zodra ze hun vleugels openen, je zou er verliefd op kunnen worden. Uiteraard hoop ik deze ‘heilige graal’ van de Nederlandse vlinderfauna vandaag te zien. Verder herbergt de Weerribben waarschijnlijk de grootste populatie Zilveren Manen van Nederland, ook al zo’n pronkstuk van de Nederlandse natuur. Een vrij kleine soort uit de Parelmoervlinder-familie.

Om 11:52 precies arriveer ik na een fietstochtje vanaf station Steenwijk in het fraaie Woldlakebos. Ik ben nog niet begonnen aan mijn eerste wandeling of ik zie ik al honderden libellen vliegen. Als je het Woldlakebos een beetje kent verwacht je niet anders, het is alsof je naar één grote vliegshow staat te kijken, waarbij meerdere libellen de liefde met elkaar bedrijven. Ik kan binnen enkele minuten al leuke soorten noteren. Werkelijk overal Zwarte- en Bloedrode Heidelibellen, Vuurlibel, Gewone Pantserjuffer, Bruine Glazenmaker en enkele zeldzaamheden zoals Gevlekte Glanslibel, Groene Glazenmaker en enkele vrouwtjes Kempense Heidelibel. Ook leuk zijn Gouden Sprinkhaan en Moerassprinkhaan. Ik zie amper vlinders, enkel wat Bruin Zandoogjes. Ik doe een eerste onsuccesvolle zoektocht naar Grote Vuurvlinder in een stukje biotoop dat er redelijk geschikt uitziet voor deze soort.



Verderop in het Woldlakebos loop ik weer ergens het gebied in en zie ik een smal wandelpad door het riet lopen, deze besluit ik te volgen. Ook hier hoge aantallen libellen en sprinkhanen, maar nauwelijks vlinders. Het is in de Weerribben overigens ook een walhalla voor plantenliefhebbers. Sloten vol met Krabbenscheer (Groene Glazenmaker is afhankelijk van deze plant voor de voortplanting), Gele Plomp, Witte Waterlelie en overal bloeiende Grote Kattenstaart, Moerasandoorn, Blauw Glidkruid, Gevleugeld Hertshooi en veel Moerasvaren. Ook komt Kleinste Egelskop voor, ook een zeldzame verschijning.



Her en der kom ik een Wespenspin tegen en zelfs een Grote Oeverspin, een nieuwe soort voor mij, een soort die zijn naam eer aandoet. Ik kom nog een paar Groene Glazenmakers tegen, maar ook Lantaarntjes, Bruinronde Heidelibel, Houtpantserjuffer en uiteraard vele Zwarte Heidelibellen, de best vertegenwoordigde soort hier zo lijkt het. Ondertussen scan ik iedere bloeiende Kale Jonker, Grote Kattenstaart en Koninginnenkruid af. Op deze planten zit de Grote Vuurvlinder graag nectar te drinken, vooral Grote Kattenstaart bloeit nog volop.




Ik krijg een lichte hartverzakking als ik even verderop een vlinder zie fladderen rondom Grote Kattenstaart. Helaas blijkt het een nachtvlinder, ook leuk maar niet waar mijn hoop is op gevestigd. Later is het een Bruin Zandoogje die even mijn bloed sneller doet stromen. Vanuit het moerasbos hoor ik een Matkop en er vliegt een IJsvogel over me heen. Ook zie ik een Muskusboktor, vrij zeldzaam en wederom een nieuwe soort voor me. Moerassprinkhanen lijken overal te zitten.

Terwijl ik vele tientallen muggenbeten voor lief neem, loop ik rustig over één van de smalle paadjes door het riet. Op een gegeven moment sla ik rechts af en weer even later weer een bocht naar rechts waar ook veel Grote Kattenstaart in bloei staat. En dan opeens is het raak, een Grote Vuurvlinder zit even vlak voor mijn neus, wat een beauty. Echter vliegt het beestje naar een voor mij ontoegankelijk stukje uit beeld. Trillend op mijn benen probeer ik het weer in beeld te krijgen en pak ik mijn verrekijker erbij. Ik zoek en wacht af, maar helaas vindt ik het beestje niet terug. Ik besluit later op de dag weer te kijken. Immers, deze droomsoort stond op mijn netvlies gebrand en dat was het allerbelangrijkst. Een fraai plaatje van deze heilige graal bewaren we wel voor later. De vliegtijd van deze soort is doorgaans tussen begin juli en begin/half augustus.

Als ik weer terugloop kom ik nog iemand tegen die er vandaag op uit is gegaan voor vlinders en libellen. Na een kort praatje waarbij ik vertel dat ik onlangs een Grote Vuurvlinder heb gezien, krijg ik te horen waar de Zilveren Manen het meest worden gezien. Als ik even later weer ergens een pad inloop zie ik de eerste Ringslang voor vandaag, vele Groene Kikkers (Bastaard) die vanaf de oever bommetjes maken in het water en een Heikikker tussen het riet. Terwijl ik de lucht afspeur naar libellen, vlinders en vogels zie ik een vrij grote, donkere vlinder vliegen die even op het pad gaat zitten. Ik kan mijn ogen nauwelijks geloven, het blijkt een Grote Weerschijnvlinder! Ik wist dat deze soort te verwachten zou zijn in de Weerribben, maar ik had er zeker niet op gerekend. De vlinder ziet er beschadigd uit en mist stukjes uit zijn vleugels. De vliegtijd van deze fraaie soort is dan ook bijna op zijn einde. De waarneming is slechts van korte duur, want voor ik een plaatje kan schieten vliegt de vlinder tussen wilgenstruiken uit beeld. Met al en al een mooie toevalstreffer, een erg gave waarneming en pas mijn tweede Grote Weerschijnvlinder ooit.

Ik fiets vervolgens vanaf het Woldlakebos richting Ossenzijl. Al snel arriveer ik op de plek waarvan ik heb gehoord dat de zeldzame Zilveren Maan hier heel makkelijk is om te zien. En dat is inderdaad zo, want al meteen bij aankomst op de plek zie ik een Zilveren Maan die zit te pronken op een Kale Jonker. Wat een prachtdier, ik ga er rustig bij zitten om het parelmoervlindertje goed te bekijken, een lust voor het oog. Ik maak enkele foto’s en zie al snel meerdere exemplaren vliegen. Uiteindelijk tel ik er zeker twintig, een leuk aantal. De meeste exemplaren zien er vers uit, een enkel exemplaar lijkt een beetje afgevlogen en ziet er meer bleek uit i.p.v. knaloranje. De Zilveren Maan is voor de voortplanting afhankelijk van het Moerasviooltje als waardplant. De vlinders voeden zich met nectar van Kale Jonker, Spaanse Ruiter en Echte Koekoeksbloem. Het biotoop bestaat uit vochtige schrale graslanden en bloemrijke hooi/rietlanden.



Na genoten te hebben van de Zilveren Manen maak ik nog een klein ommetje door een stukje moerasbos waarbij ik nog twee Ringslangen zie. Ook hoor ik hier een Goudvink met zijn kenmerkende fluittoon. Vervolgens fiets ik via Kalenberg weer terug naar Steenwijk en kijk ik nog even in het Woldlakebos voor Grote Vuurvlinder. Echter na een halfuur te hebben gediend als maaltijd voor honderden steekmuggen geloof ik het wel, even rustig wandelen lukt niet zonder levend te worden opgegeten. Onderweg op de fiets wordt ik nog getrakteerd op een groep Kneuen, Putters, Gele Kwikstaarten en een groep overvliegende Kieviten. Het was lang geleden dat ik in dit prachtige, grote natuurreservaat ben geweest. De Weerribben-Wieden is met 10.000 hectare overigens het grootste aaneengesloten laagveenmoeras van Noordwest-Europa.
Het was een meer dan geslaagde dag met een hele reeks aan zeldzame insecten, prachtige natuurparels, oude nostalgische tjaskers midden in het veenlandschap, idyllische arbeidershuisjes die momenteel worden gebruikt als vakantiehuisjes en vooral veel bloedzuigende muggen. Maar zelfs dat heeft zijn charmes, eigenlijk hoort dat bij een dagje Weerribben. Bovendien is het vaak zo, dat hoe meer je moet doorstaan, des te gedenkwaardiger het moment is dat je eindelijk hetgeen vindt waar je naar op zoek was. Puur geluk.
