Vrijdag 14 oktober
Op vrijdag 14 oktober ben ik in de omgeving van Den Helder gaan vogelen, in de hoop een Bergheggenmus te vinden. Het voelde als een soort ‘vogelverplichting’ met die influx van Bergheggenmussen in Europa, er moest wel ergens een exemplaar zitten in Nederland, hij moest alleen nog even gevonden worden. Het gebied ten zuiden van Den Helder leek me een kansrijke plek zo langs de kust, en we hebben al vele leuke soorten mogen zien hier de afgelopen jaren. Dus ja, waarom ook niet? Daarnaast leek het mij dé kans om een nieuwe vogelsoort voor Nederland te ontdekken, een lang gekoesterde droom van me.
Nee, ik vond geen Bergheggenmus deze dag, maar desondanks was het een leuk middagje vogels kijken daar bij Den Helder, en herinneringen ophalen aan al die goeie soorten die ik ooit zag in en bij Den Helder. Even uit het hoofd: Iberische Tjiftjaf, Daurische Klauwier, Langstaartklauwier, Balkanbaardgrasmus, Witstaartkievit en een Rotslijster spec o.a. Wat wordt de volgende goeie soort die we hier zullen zien?
Deze dag geen echte zeldzaamheden, maar meer van dat gewonere en alledaagse. Nou ja, alledaags, een Bokje, Klapekster, Sneeuwgors en Beflijster vallen buiten die categorie. En natuurlijk zijn die zelfontdekte Bladkoninkjes in de Donkere Duinen ook iets waard, ééntje in het bos en ééntje op de parkeerplaats bij het restaurant. Aan zee genoten van de rust, de wind en een uitzicht zonder grijze gebouwen of windmolens, dat is vandaag de dag ook allesbehalve alledaags. Een Jan-van-gent dichtbij langsvliegend, Zwarte Zee-eend bijna op het strand. In rozenbottelstruiken in de duinen een groep van misschien wel 200 Groenlingen, zoveel had ik er nog nooit bij elkaar zien. Als ik te dichtbij kwam vloog de groep op en gaven ze een sierlijke vliegshow, een lust voor het oog. Wie het gewone niet eert…
Bij het bezoekerscentrum Donkere Duinen ontnam iemand me mijn broodje. Terwijl ik mijn verrekijker in mijn tas doe, een slok water neem en even niet oplet, zat ie daar plots voor mijn neus. Schaamteloos snoepend van mijn bolletje met kipfilet, hij deed gewoon alsof ik er niet was, had alleen oog voor het bolletje. Hoewel ik ernaar uitkeek om dat bolletje op te eten, was ik toch blij met deze bijna handtamme dief. Het deed mij weer even realiseren hoe mooi het alledaagse en gewone kan zijn. Als zo’n Kauw vlak voor je neus zit, zie je opeens veel meer dan slechts ‘een zwarte vogel’. Dan kijk je zo’n vogel recht in de ogen en bewonder je die mooie goudgele ogen die in contrast staan met dat zwarte- en blauwgrijze verenpak. En het gedrag, die plotselinge bewegingen die hij af en toe maakt. Dat zo’n vogel je het idee geeft van: “oké nu ga ik, doei”, maar toch stiekem weer dichterbij komt, nog altijd gefocust op dat bolletje, in de hoop dat ie jou op het verkeerde been zet. En zo werd een ‘doodgewone’ Kauw het hoogtepunt van een Bergheggenmus-zoektocht bij Den Helder.
Wie het gewone niet eert, is het bijzondere niet weerd. En een week later was daar dan die Bergheggenmus, dus dat kwam goed. Al had ik ‘m graag zelf ontdekt.