Het najaar is helemaal los nu, zo blijkt. Na het zien van de 1e langverwachte Bergheggenmus voor Nederland en de 2e Kroonboszanger voor Nederland kan het najaar niet meer stuk, 2 extreem zeldzame soorten in één najaarsweekend. Helaas bleek een Bonte Tapuit op Texel niet twitchbaar, maar deze komt vroeg of laat in de herkansing, ongetwijfeld. Immers, je moet ook wat te wensen overhouden.
Mijn hoofddoel voor 2016, die ik eind december 2015 opstelde, was duidelijk en realistisch: minstens 5 nieuwe soorten zien in Nederland. Ik sloot december 2015 af met 392 soorten, de Witkopgors op 16 december in Zeeland was de laatste nieuwe soort voor mij in 2015. Na het uiteindelijk zien van de Grote Kanoet op 17 mei op Texel, was dit doel al behaald, ik was op de 397 soorten gekomen, en stelde mijn doel bij: op de magische 400 soorten komen, een ‘vogelaarsmijlpaal’. Ook dit doel werd al vrij snel behaald, namelijk op 2 oktober, ook al op Texel. Een Siberische Tjiftjaf bij het Reddingboothuis liet zich makkelijk terugvinden door te roepen, waarna ik de vogel ook even in beeld had, hieperdepiep!
Inmiddels ben ik de magische 400 al gepasseerd. Bergheggenmus was #401, Kroonboszanger #402 en een gisteren getwitchte Provençaalse Grasmus op de Maasvlakte is alweer #403. Het najaar duurt nog even en er is nog van alles mogelijk. Wie weet toch nog een Bonte Tapuit? misschien toch die Turkestaanse Klauwier i.p.v. Daurische Klauwier? En anders maar een Maskerklauwier, zou een mooie herkansing zijn na de vogel op Terschelling vorig jaar (1e voor NL), die niet twitchbaar was helaas. Kleine Zwartkop? Perzische Roodborst? of zelfs een Zwartkeelheggenmus, het zal mij allemaal niet verbazen. Er is met de huidige technologie en zoveel vogelaars in een klein landje als Nederland veel mogelijk, zo is al vaak gebleken. Vogelaars die beschikken over een enorme schat aan kennis, scherpte, doorzettingsvermogen en goeie apparatuur.
Als het najaar doorzet zoals nu lijkt mij op 405 soorten komen appeltje eitje. En dan te bedenken dat ik ooit als doel stelde om voor mijn 30e levensjaar op de 400 soorten te komen, misschien was ik iets te ‘voorzichtig’. Tot nu toe heb ik dit jaar al 11 nieuwe soorten mogen bijschrijven op mijn levenslijst vogels NL. Een veel betere score dan vorig jaar, waarin ik 7 nieuwe soorten zag (Grijze Junco, Thayers Meeuw, Poelsnip, Griel, Siberische Strandloper, Woestijngrasmus en Witkopgors). Het betroffen tot nu toe dit jaar voornamelijk erg harde soorten, soorten die minder dan 10 keer zijn waargenomen in Nederland, of zelfs pas voor de 1e of 2e keer werden waargenomen in Nederland. Hieronder som ik de 11 nieuwe soorten op die ik tot nu toe in 2016 zag, op chronologische volgorde, inclusief datum, locatie en het aantal gevallen in Nederland.
- Roodkeelnachtegaal (#393) op 18-01 in Hoogwoud (NH), 1e geval voor NL
- Westelijke Baardgrasmus (#394) op 15-04 in Wageningen (GE), 6e geval voor NL
- Zwartkoprietzanger (#395) op 22-04 bij Ooij (GE), 1e geval voor NL
- Steltstrandloper (#396) op 14-05 bij Borculo (GE), 4e geval voor NL
- Grote Kanoet (#397) op 17-05 op Texel (NH), 2e geval voor NL
- Rode Rotslijster (#398) op 21-05 bij Zelhem (GE), 13e geval voor NL
- Zwartkopgors (#399) op 04-09 bij Ridderkerk (ZH), 16e geval voor NL
- Siberische Tjiftjaf (#400) op 02-10 op Texel (NH), zeldzame maar jaarlijkse doortrekker in NL
- Bergheggenmus (#401) op 21-10 op Maasvlakte (ZH), 1e geval voor NL
- Kroonboszanger (#402) op 22-10 bij Castricum (NH), 2e geval voor NL
- Provençaalse Grasmus (#403) op 25-10 op Maasvlakte (ZH), 11e geval voor NL
Vermeld moet worden dat er nog een enkele soort op de lijst staat die nog dient te worden aanvaard/goedgekeurd door de CDNA (Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna), zoals de Oostelijke Blonde Tapuit op 21-05-’14 bij Westkapelle, die momenteel nog in de ‘ijskast’ zit, en het de vraag is of er onderscheid mogelijk is met Westelijke Blonde Tapuit.
In het jaaroverzicht vogels van 2016 volgt de eindbalans, wordt vervolgd 😉
NATUURVERSLAVING 