Zaterdag 27 augustus 2016
Mul zand, met korstmossen begroeide bodems, hitte en een stevige zomerbries die vanuit het zuidoosten tegemoet waait. Het zijn de eerste indrukken van het Kootwijkerzand deze ochtend. Van alle natuurgebieden in Nederland komt het Kootwijkerzand, gelegen op de Midden-Veluwe, het dichtst in de buurt van een woestijn.
De laatste keer dat ik een bezoek bracht aan het grootste stuifzandgebied van Europa was in 2013, het werd dus weer hoog tijd. Bewapend met drinkwater, verrekijker, fotocamera’s en zes ogen die op scherp staan, loop ik met Tim van Leeuwen en Jaap van Leeuwen het voor Nederland unieke stuifzandlandschap in. We hebben een aantal doelsoorten voor ogen die we vandaag hopen te zien, soorten die zich erg thuis voelen in een spaarzaam begroeid gebied als het Kootwijkerzand. Één van die soorten is de kleine heivlinder, een klein vlindertje die in Nederland alleen op het Kootwijkerzand voorkomt, en een zeer beperkte verspreiding heeft binnen Europa, een uniek beestje voor Nederland.

We zijn nog geen kwartier het gebied in, of we zien al vele vlinders vliegen. Werkelijk overal waar we kijken vliegen de heivlinders ons om de oren, het grote, en veel algemenere neefje van de kleine heivlinder. Tussen de bloeiende struikhei op kale, zandige plekjes treffen we kommavlinder, kleine vuurvlinder en hooibeestjes. Een vrouwtje zandhagedis verraad zichzelf door weg te kruipen tussen de droge vegetatie, ze zal het flink warm hebben gekregen. Het is het enige reptiel dat vandaag onze paden kruist.

Boven het gebied fladderen enkele boerenzwaluwen, waarschijnlijk om te foerageren om bij te tanken waarna ze naar het verre Afrika terug zullen keren om te overwinteren. Vanuit de dennenbomen roepen kuifmees, boomkruiper en goudhaantje, het kleinste Nederlandse vogeltje. Even verderop hoor ik een ‘mus-achtig’ geluid die me meteen doet denken aan een duinpieper, toch twijfel ik even. Echter kom ik na het beluisteren van opnames alsnog tot de conclusie dat het toch een duinpieper was, erg tof! Ooit broedde de duinpieper op het Kootwijkerzand, echter kreeg de soort het moeilijk doordat geschikte leefgebieden verbost raakten en de soort verdween als broedvogel. Thans komt de duinpieper alleen tijdens de voor- en najaarstrek voor als doortrekker, zo ook deze vogel vandaag. Bijna exact vier jaar geleden trof ik ook een duinpieper aan op het Kootwijkerzand.
Weer even verderop treffen we twee tapuiten, een mannetje en een vrouwtje. Waarschijnlijk net als de duinpieper op doortrek. Terwijl we naarstig op zoek zijn naar kleine heivlinder, zie ik vlak voor me een vogel opvliegen die me in eerste instantie doet denken aan een kleine valk, maar al snel valt het kwartje. Ik had per ongeluk een nachtzwaluw opgestoten, één van de weinige nachtzwaluwen die ik overdag te zien krijg, een onverwachte waarneming. Net als de boerenzwaluw een zomervogel die binnenkort weer zuidwaarts trekt. Ook leuk zijn twee kneutjes, twee roepend overvliegende kruisbekken en in de verte een groene specht.

Nog altijd overal waar we kijken heivlinders, maar ook enkele fraaie blauwvleugelsprinkhanen, één van de zeldzamere sprinkhaansoorten in Nederland. Wegvliegende exemplaren verklappen direct hun identiteit, vanwege de felblauwe achtervleugels, een lust voor het oog. In zit zijn ze minder éénvoudig te vinden, ze zijn perfect gecamoufleerd, kleine kunstwerkjes dat het zijn. Wat betreft de kleine heivlinder begint de moed ons in de schoenen te zakken, vorige keren had ik ze snel gevonden, en nu lopen we toch al een paar uurtjes te zoeken. Zou het dan toch aan de harde wind liggen? Of hebben we gewoon pech?

Uiteindelijk besluiten we een laatste zoektocht te doen bij een heuveltje waar Jaap recent nog kleine heivlinder heeft gezien, er gloort dus nog een laatste beetje hoop aan de horizon. Echter, pas na drie keer rondom het heuveltje te hebben gelopen is het Tim die dan toch eindelijk een exemplaar vindt en vast weet te leggen op de gevoelige plaat, al snel een tweede exemplaar, missie Kootwijkerzand 100% geslaagd. De kleine heivlinder bleek een flinke uitdaging vandaag, een volgende keer terug komen om opnieuw te zoeken zou ook lastig zijn geweest, de soort vliegt enkel van begin augustus tot begin september, je moet je kans dus pakken in die paar weken dat de soort actief is. Meer info over de kleine heivlinder, zie deze link: kleine heivlinder (Hipparchia statilinus)

Na het vinden van deze laatste doelsoort keren we terug naar de auto, we zijn op. Kleine heivlinder, na uren zoeken dan toch gevonden, een mooi einde om onze wandeltocht mee af te sluiten.