Vrijdagavond 8 juli en zaterdag 9 juli 2011
Wat een rustige juliavond leek te worden, maar uiteindelijk eindigde in een zenuwslopende reis vanuit het hoge Friese noorden naar het verre Westkapelle (Zeeland).
Ongeveer 23:30, Folkert Jan Hoogstra staat voor de deur om me op te pikken voor een ritje naar Zeeland. Niet het meest voor de hand liggende tijdstip voor zo’n lange rit. Ik zeg het thuisfront gedag en meld ze dat ik de volgende dag ergens laat op de dag terug ben.
Maar waarom op zo’n idioot tijdstip nog helemaal naar Zeeland rijden? gekkenwerk is het. Maar we moeten wel. Moeten inderdaad, want het is niet elke dag dat er in Nederland een nieuwe vogelsoort wordt ontdekt. Pim Wolf e.a. melden vanuit Westkapelle een zekere kleinste strandloper, even na 20:30. Indien het er écht ééntje is, zou het de eerste waarneming voor Nederland ooit zijn. Kleinste strandloper is een Noord-Amerikaanse steltloper die een enkele keer als dwaalgast in Europa wordt vastgesteld.
En zo zitten we ’s nachts al nagelbijtend in de auto onderweg naar Westkapelle, we willen met het eerste licht aanwezig zijn. We zijn ongetwijfeld niet de enigen met dit idee, integendeel. Als we een paar uur later arriveren bij natuurgebied het Noordervroon, even ten noorden van Westkapelle, blijkt er al een rijtje auto’s geparkeerd te staan. Het is nog pikkedonker, nog even wachten tot de zon opkomt, de spanning stijgt met de minuut.
Het begint langzaam maar zeker licht te worden. Het is nog vroeg, ‘normale’ mensen liggen om 05:00 nog lekker onder de wol, wij staan toe te kijken hoe de ene na de andere auto zich voegt in de al aanwezige rij auto’s met daarin zenuwachtige vogelaars, die allemaal hopen op een goede afloop, het zien van een nieuwe soort voor Nederland. Zo’n soort die in omringende landen al eens is waargenomen, en die men op termijn al had verwacht in Nederland. Dan is het 100% licht en kan de spannende zoektocht beginnen, wie zal de verlossende ontdekking doen? wie zal zorgen voor die enorme dosis ontlading, geluk, genot en voldoening bij vele honderden vogelaars?
Maar het blijft vooralsnog angstvallig stil, vrijwel overal rondom het Noordervroon staan mensen te zoeken met telescopen, verrekijkers etc. Werkelijk het hele natuurreservaat wordt ‘binnenstebuiten’ gekeerd, in de hoop de vermeende kleinste strandloper terug te vinden. Echter, stuit men enkel op bonte strandlopers en temmincks strandlopers, en andere steltlopers zoals bontbekplevier, kleine plevier, zilverplevier, steenloper, oeverloper en als kers op de taart een vrij zeldzame gestreepte strandloper, die qua zeldzaamheid in het niets valt in vergelijking met de soort waar men naar zoekt.
Men is inmiddels begonnen met het uitkammen van omliggende gebieden waar de kleinste strandloper ook zou kunnen zitten. Echter, uren verstrijken, maar er wordt niks spannends gevonden, niet iets dat alarmbellen doet rinkelen. Smartphones blijven stil, piepjes blijven uit. Later zou blijken waarom.
De ontdekker van de vermeende kleinste strandloper, Pim Wolf, blijkt toch ietsje te enthousiast te zijn geweest, inclusief de rest van de vogelaars die de vermeende vogel vrijdagavond nog hebben gezien. Achteraf blijkt het dan toch een Temmincks strandloper te zijn, een vrij algemene doodnormale soort, die te verwarren is, zo het blijkt, met een zeldzaamheid. Het is jammer, maar er worden nu eenmaal regelmatig determinatiefoutjes gemaakt in de vogelwereld, zelfs door de meest ervaren vogelaars, dat hou je toch. Deze verdachte strandloper is wat dat betreft een mooi voorbeeld van hoe men op het verkeerde been gebracht kan worden, en een kleine massahysterie teweeg kan brengen, eigenlijk best geniaal, toch? wat zo’n klein verenballetje met pootjes kan veroorzaken bij menig vogelaar.
Hoewel we enigszins teleurgesteld zijn, zijn we toch ook wel weer tevreden. Immers, we hebben uiteindelijk niet iets gemist wat veel andere vogelaars wel hebben gezien, dat neemt een groot stuk deceptie weg. Bovendien hebben we een erg leuke en gezellig dag gehad, en vele bekende gezichten gezien. En niet te vergeten, het zien van de al maandenlang aanwezige grote geelpootruiter bij Colijnsplaat, die in volledig zomerkleed verkeerd, is ook zeker iets waard. Onderweg terug naar huis pakken we nog een kwak mee, en zijn we de teleurstelling bijna vergeten.
Het laatste beetje ‘pijn’ is echter helemaal weg als we ’s avonds getuige mogen zijn van een schitterende juveniele kuifkoekoek nabij het Groningse Evenreitser, nadat we onderweg t.h.v. het Friese Drachten de melding zien staan op waarneming.nl. En zo eindigde een deceptie alsnog in een euforie, wat een dag… zo sta je in Zeeland, zo sta je ergens in Groningen. Het veelzijdige reizen en op de meest bizarre plekken terecht komen, één van de ingrediënten wat het vogelen en twitchen zo uitdagend, avontuurlijk en spannend maakt.
