Zaterdag 30 juli 2016
Na wat heen- en weer geapp tussen mij, Folkert Jan, Jeroen en Merel, is daar weer een dagje vogelen aangebroken, de eerste keer serieus vogelen sinds de landelijke big day op 13 mei. De zomer is komkommertijd voor vogelaars, pas in het najaar (eind augustus/november) wordt het weer interessanter i.v.m. de najaarstrek. Toch heeft de zomer ook wel iets te bieden, grote hoeveelheden steltlopers langs de kust bijvoorbeeld, we besluiten dan ook om een aantal ‘steltloper-hotspots’ te bezoeken langs de Friese- en Groningse kust. Voor vogelaars bekende locaties waar het altijd prijs is.
Zaterdagochtend ga ik eerst met Folkert Jan naar de Breebaartpolder, een slik- en waterrijk natuurgebied gelegen tegen de Dollard aan. Aan het eind van de middag zullen we Jeroen en Merel ontmoeten in Lauwersoog. Om 09:30 arriveren we bij de zeedijk t.h.v. Termunten, onderweg hiernaartoe zagen we vanuit de auto een mannetje grauwe kiekendief, de eerste goeie soort voor vandaag. Zodra we de auto uitstappen zijn een kneu, graspieper en een biddende torenvalk het eerste wat we horen en zien.



Maar zodra we de Dollard buitendijks afscannen, zien we al snel vele steltlopers: tureluurs, scholeksters, oeverlopers, wulpen, kieviten, bonte strandlopers, kluten, bontbekplevieren en een enkele regenwulp en zilverplevier. Verderop zien we een noordse stern en gele kwikstaart. Weer even verderop zien we ter hoogte van een kijkscherm een flinke kluit gewone zeehonden rusten op het strand, mooi dichtbij. Vanuit een nestkast worden we ‘stiekem’ in de gaten houden door een vrouwtje torenvalk die met het kopje boven de kast uitsteekt. Binnendijks in de Breebaartpolder zit het bomvol met steltlopers. Honderden kluten, kieviten, zwarte ruiters en bonte strandlopers met daartussen een handjevol kanoeten, rosse grutto’s, bosruiters en een enkele kemphaan. Een stuk of 40 lepelaars, een zingende kleine karekiet, baardmannetjes, een thermiekende buizerd en een jagende vrouw bruine kiekendief laag over het riet. Vele boerenzwaluwen en huiszwaluwen foeragerend op de vele vliegende insecten. Vanuit het riet klinkt het ‘varkensgeluid’ van een roepende waterral. Op een akker een stukje verderop treffen we tussen de vele zwartgrijze kieviten een mooi groepje goudbruine goudplevieren, altijd weer mooi. Langs een sloot een ineengedoken grote zilverreiger die even doet denken aan zijn kleine familielid de koereiger. We sluiten de ochtend af met een overvliegende groenpootruiter en putters met hun tropisch aandoende kleuren. Hoewel we geen zeldzame steltlopers wisten te ontdekken, wat het een geslaagde ochtend vogels kijken met aangenaam weer.

Onderweg naar Peize worden de nodige Pokémon gevangen door Folkert Jan, ook hij lijkt behoorlijk besmet met het pokémon-virus van de laatste tijd. Zelf begin ik er niet aan. Bij Folkert Jan’s huis zien we twee boomblauwtjes die met elkaar de liefde bedrijven. Even later een derde exemplaar die erbij komt. In de nabij gelegen vlinderstruik wemelt het van de dagpauwogen, atalanta’s en koolwitjes.

Later op de dag, om 17:15, treffen we Jeroen en Merel bij restaurant schierzicht in Lauwersoog, en zien we meteen een stuk of 50 steenlopers in de haven, vaste koek op deze locatie. Al 7 jaar lang is schierzicht onze (en voor vele andere vogelaars) vaste plek voor een hapje eten tijdens een bezoekje aan het Lauwersmeer. Na de nodige friet, vis, salades, milkshakes en frisdrank zetten we eerst koers naar de pier van Holwerd. Het is daar momenteel laag water, wat garant staat voor grote hoeveelheden steltlopers langs de pier die hier komen foerageren op het slik, en vaak goed te bekijken zijn.



Onze verwachtingen komen uit, overal waar we kijken zien we vele steltlopers, aanvankelijk vooral tureluurs en bonte strandlopers, maar zodra we er goed voor gaan zitten met onze telescopen en verrekijkers zien we veel leuks. Naast bontbekplevieren, steenlopers en zilverplevieren in fraai zomerkleed, ook een enkele krombekstrandloper. Lepelaars, visdiefjes, zwarte roodstaart en niet te vergeten de grote zwermen steltlopers die af en toe een stukje de lucht in gaan en mooie vliegshows weggeven, dit met op de achtergrond een ondergaande zon en fraaie wolkenpartijen. Nee, we mogen zeker niet klagen. Tussendoor loop ik een rondje om te kijken wat er zoal aan planten groeit op de pier. De ene na de andere leuke soort dient zich aan: lamsoor, zeealsem, moerasdroogbloem, zeeweegbree, schorrenzoutgras, heen, zeekweek, rode ogentroost, melkkruid en kwelderzegge zijn enkele typische soorten. Ook leuk zijn nog twee gierzwaluwen, nog even en ze zitten weer in Afrika die zomers getinte, onvermoeibare beestjes met hun onmiskenbare roep.



Na Folkert Jan, Jeroen en Merel op enkele leuke plantensoorten te hebben gewezen zetten we koers naar Paesens/Moddergat. Hier scannen we een plasje af, maar hier zit weinig. Op de achterliggende akker foerageert een grote gemengde groep spreeuwen, kieviten en goudplevieren. Gelukkig zijn daar nog die fraaie zonsondergang en wolkenpartijen.

Dan is het nu tijd voor de Ezumakeeg, het zuidwestelijke gedeelte van het Lauwersmeergebied, op Friese grond. In de middag is hier een zeldzame blonde ruiter gevonden, voor Jeroen en Merel nog een nieuwe soort, dus gaan we ons best doen om deze terug te vinden. Samen met andere vogelaars wordt de Ezumakeeg uitgekamd. Wat meteen opvalt zijn de grote hoeveelheid witte kwikstaarten, wellicht enkele honderden, zowel op het slik als foeragerend op het warme asfalt.

Of de blonde ruiter nog aanwezig is, is de vraag, maar zoals gewoonlijk zitten er enorme aantallen vogels: bergeenden, kleine plevier, bontbekplevieren, kieviten, zilverplevier, kleine strandloper, krombekstrandloper, temmincks strandloper, bonte strandlopers, kemphanen, kleine mantelmeeuw, kluten, lepelaars, grote zilverreigers, blauwe reigers, bosruiters, groenpootruiters, zwarte ruiters, grutto’s, oeverlopers, watersnippen, knobbelzwanen, gele kwikken, witgatje, wintertalingen, kuifeenden, krakeenden, slobeenden, geoorde fuut een handjevol gierzwaluwen en als enige roofvogel hier een juveniele slechtvalk die voor paniek zorgt waardoor een deel van de aanwezige vogels opvliegt.

In het riet laten juveniele baardmannetjes zich erg fraai bekijken, fantastisch om te zien hoe deze beestje acrobatische toeren uithalen in de heen en weer deinende rietstengels. De ene na de andere grote zilverreiger komt vanuit het niets aangevlogen om de nacht door te brengen in de Ezumakeeg. Een groepje goudplevieren vliegt strak door. De blonde ruiter vinden we niet, maar er is erger leed in de wereld dan het niet terugvinden van een soort die ik en FJ al hebben, en die voor Jeroen en Merel wel een keer in de herkansing komt.
Bovendien is het nog altijd genieten van de lucht die steeds markantere patronen en kleuren vertoont. Een fraaie zonsondergang is wat ons betreft een mooie afsluiter van een prima dagje vogelen.

En dan wordt er overgeschakeld naar Pokémon, zucht… 😉 onderweg naar huis stoppen we meermaals om via de populaire app ‘Pokémon-go” pokémons te vangen, althans FJ en Jeroen, en zogenaamde gevechten te houden, net echt.
Ik begin er niet aan.
