Zaterdag 13 februari 2016
Terwijl ik zaterdagochtend onder het genot van een kop koffie en fijne muziek de Nederlandse broedvogelatlas uit 1979 bestudeer, merk ik dat het vandaag weleens een mooie lenteachtige dag zou kunnen worden. De zon schijnt volop en buiten klinkt de zang van een Merel, een goed begin. De jaarlijks terugkerende natuurverschijnselen in het voorjaar zoals de bloei van bepaalde plantensoorten, de eerste actieve vlinders en eerste melodieuze zangactiviteit van vogels zijn dit jaar vroeg. Zelf merk ik het vooral aan soorten als Vink, Zanglijster, Merel, Boomklever en vooral ook Heggenmussen die al veelvuldig te horen zijn met hun riedeltje, voorgaande jaren hoorde ik deze soorten vooral pas eind februari/begin maart. Er is geen ontkomen aan: de lente is hard onderweg, aldus de vogels.

Het duurt niet lang of ik zit op de fiets naar Rozendaal, met het plan om een lange wandeling te maken langs kasteel Rozendaal en het Rozendaalse Bos. Lenteachtig of niet, het is nog verraderlijk fris. Terwijl ik mijn fiets op slot zet worden mijn vermoedens bevestigd, het wordt een hele mooie dag vandaag. Werkelijk overal klinkt vogelzang: Koolmees, Pimpelmees, Boomkruiper, Boomklever, Heggenmus, Glanskop, Vink en Houtduif hebben er zin in. In het Rozendaalse beekje foerageert een prachtige Grote Gele Kwikstaart in het stromende water, totaal niet schuw en leuk te volgen. In de vijver van kasteel Rozendaal de altijd aanwezige Kuifeenden en twee Dodaarzen die regelmatig kopje onder gaan. Hoog in de lucht cirkelt een vrouwtje Sperwer.


Verderop in het uitgestrekte loof- en naaldbos zingen allerlei bosvogels: te beginnen met Middelste Bonte Specht, die tevens ook mooi te zien is, nog meer Boomklevers, Glanskoppen en de eerste zingende Zwarte Mees en Goudhaan voor mij dit voorjaar. Verderop het ‘geklaag’ van een Zwarte Specht die ik later ook in de kijker weet te krijgen, vele Grote Bonte Spechten die bezig zijn met roffelen, mannetje Goudvink, roepende Appelvink, Kuifmees en een Vuurgoudhaantje. Weer even verderop in het bos hoor ik Matkop en een groep lawaaierige Gaaien.

Dan pak ik weer mijn fiets om richting het Rozendaalse Veld te gaan. Ik fiets naar een bankje waar ik besluit een hapje te eten en te genieten van het uitzicht. Ondertussen speur ik de vliegdennen af op Klapekster, die ik al snel weet te vinden. Verder is het opvallend stil op de heide, enkel nog een Rietgors en thermiekende Buizerds. Nadat ik de heide achter me heb gelaten besluit ik nog even bij de Velpse Beekhuizerbeek te wandelen waar ik nog een Grote Gele Kwikstaart zie foerageren en nog een Zwarte Specht hoor.
Voordat ik weer naar huis ga nog een snel rondje over landgoed Larenstein tegenover mijn huis. De meestal aanwezige IJsvogel bij een watertje geeft vandaag niet thuis (Mogelijk vanwege de open dag die Van Hall Larenstein vandaag heeft, wat de nodige drukte op het landgoed met zich meebrengt), wel een lachende Groene Specht, een prima afsluiter van een mooie ochtend en middag. Doorzetten maar die lente, de hoop op een mooie strenge winter is bij mij al lang geleden vervlogen.