Uit de oude doos: Donderdag 7 Januari 2010
Als vogelaar/twitcher maak je de meest gekke avonturen mee wat resulteert in herinneringen die je waarschijnlijk de rest van je leven zult blijven koesteren. Dit keer een succesvolle twitch uit de oude doos, het zien van een soort in Nederland welke niet snel weer zal opduiken hier. Een twitch welke zich kenmerkte door het rennen door nauwe steegjes, op een ijskoude januaridag in 2010.
We schrijven 7 januari 2010. Meer dan zes jaar geleden, maar ik kan me deze dag nog tot in de kleinste details herinneren. Het was in een periode waarin ik langzaam maar zeker fanatieker begon te twitchen, het najagen van zeldzame dwaalgasten die hier normaal gesproken niet voorkomen. Ik leerde ook steeds meer het ‘vogelaars-wereldje’ kennen, en dus ook nieuwe mensen, die net zo gek of wellicht nog gekker dan mij zijn, om heel het land af te reizen voor het zien van zeldzaamheden. In dit geval een Baltimoretroepiaal, een Noord-Amerikaanse zangvogel die pas voor de tweede keer wordt gezien in Nederland. Folkert Jan Hoogstra, die ik kort geleden leerde kennen, vertelde me via Hyves (Dat was toen nog helemaal in) dat ik deze soort maar beter kon hebben, gezien de zeldzaamheid in Nederland en de rest van Europa.
Dus zit ik om 05:15 al in de bus vanuit het dorpje Opeinde naar Leeuwarden. Gekkenwerk is het, helemaal met het OV naar Alkmaar, in alle vroegte, na een veel te kort nachtje slapen. Een slechte nachtrust betekent vaak weinig goed voor een mens. Ik kan alleen maar hopen dat die twee koppen koffie die ik op heb me een beetje door de dag helpen. Tot aan Leeuwarden heb ik bijna de hele bus voor mezelf, heerlijk. Vanuit Leeuwarden pak ik de luxe touringcar lijn 350 die me via de Afsluitdijk naar Alkmaar brengt, erg fijn zo rechtstreeks. Desondanks is het toch een busrit van 90-120 minuten, of nog langer. Alle tijd om een vogelboekje door te bladeren dus.
Uiteindelijk arriveer ik rond 09:00 in Oudorp, direct gelegen tegen Alkmaar. Ik loop rustig en behoedzaam de woonwijk in waar de vogel zou moeten zitten, waar op het eerste gezicht niks aan de hand lijkt te zijn, nauwelijks iemand te bekennen. Ik loop richting een steeg als ik een dame uit de steeg zie rennen die naar me zwaait, waarna ze roept: “Hier moet je zijn hoor, hier zit ie ergens, je komt voor de vogel neem ik aan?”. “Jazeker!”, roep ik enthousiast. Waarna ik met d’r meeloop het steegje in, een spannend begin. Al snel zie ik dat het tussen de tuinen in de steegjes vol staat met vogelaars. Sommige rustig wachtend, sommige die aan het bellen zijn en een enkele die de spanning en stress niet onder controle heeft, en op een schutting is geklommen in de hoop een glimp op te vangen van de vogel.
Al snel is er paniek: “Vogel in beeld, in die grote conifeer, vogel weer uit beeld, ergens geland in een tuin”. Shit, gemiste kans, ik zie niet meer dan een Merel. Opnieuw paniek: “Vogel is hier mooi te zien, foerageert op de grond”. De hele menigte rent door de nauwe steegjes en komt als een kudde bij elkaar, net als een kudde schapen welke wordt aangedreven door een hond. En dat is linke soep, aangezien het spekglad is vanwege de sneeuw en ijzel. Aangezien ik niet achter wil blijven doe ik hetzelfde en ren de kudde achterna. Het duurt even, maar uiteindelijk kan ik dan de vogel erg mooi zien vanaf een schutting. Ik weet zelfs met mijn telefoon enkele, matige bewijsplaatjes te schieten. De vogel foerageert samen met een Roodborst op de grond. Wat een fraai beest! die Roodborst ook trouwens, maar die valt toch wel in het niets bij de troepiaal. Mijn eerste Amerikaanse zanger op Nederlands grondgebied is een feit.


Het is met al en al een gezellige boel in de steegjes van Oudorp. Tijdens het kijken naar de Baltimoretroepiaal leer ik ook een aantal mensen kennen, waaronder Jaap Liefting, die ook vanuit Friesland is komen aanwaaien om deze zeldzaamheid te zien. Hij biedt me een kop koffie aan, iets wat ik me geen tweede keer laat zeggen op deze toch wel koude, winterse dag. We besluiten samen later op de dag nog even te gaan vogelen aan het IJsselmeer bij Hoorn, maar echt noemenswaardige soorten zien we niet meer. En dat is ook niet nodig na het zien van zo’n prachtige troepiaal. Een zeer geslaagde dag die ik niet snel zal vergeten.
Leuk om te vermelden is, dat ik tot op de dag vandaag (02-02-’16) 4 Amerikaanse zangvogels heb mogen aanschouwen in Nederland. Dit waren in chronologisch volgorde:
- Baltimoretroepiaal op 07-01-2010 in Oudorp, NH
- Noordse Waterlijster op 21-09-2010 op Vlieland, FR
- Roodborstlijster op 27-04-2014 bij Heemskerk, NH
- Grijze Junco op 03-02-2015 in Groningen, GR
Op naar de volgende, doe mij maar een Bonte Zanger, Roodoogvireo mag ook.