Dinsdag 29 december, iets voor 09:30, station Velp. Ik gooi mijn fiets tegen een heg, zet ‘m op slot en sprint als een opgejaagde haas naar de trein die al op het punt van vertrekken staat. En ja, op het nippertje gehaald. Ik loop naar achteren waar ik met Tim van Leeuwen heb afgesproken. We zijn op weg naar Utrecht, waar we een klein uurtje later arriveren. Samen met Nico Schavemaker gaan we een dagje Utrecht doen. In Utrecht valt wat mij betreft altijd iets te beleven, sinds Nico hier vanwege zijn studie is gaan wonen, kom ik er dan ook regelmatig.
Meestal als ik naar Utrecht ga, is het om met Nico een avondje te stappen in de sfeervolle binnenstad, of gaan we naar een of andere 90’s party, onder andere vanwege de nostalgie. Maar goed, vandaag gaan we iets heel anders doen. We gaan vandaag ook uit, maar dan uit in de zin van buiten zijn. En dan in het kader van stadsflora, wilde, inheemse plantensoorten die voornamelijk in (oude) steden zijn te vinden, denk bijvoorbeeld aan varens die groeien op oude muren. Na bezoekjes aan steden zoals Leeuwarden, Amsterdam, Arnhem, Nijmegen en Groningen is vandaag Utrecht aan de beurt.
Na een theekransje bij Nico thuis gaan we op pad, beginnend op de Nieuwekade, waar we al snel de eerste planten zien groeien op de oude kades.Muurleeuwenbek, Wilde Akelei, Smalle Stekelvaren, Tongvaren, Muurbloem, Muurvaren, Steenbreekvaren, Eikvaren (Gewone of Brede) en de sierlijke Gele Helmbloem die ondanks dat het winter is, her en der bloeit. Verderop nog meer bloeipracht in het gazon van Madeliefje en Paarse Dovenetel. Het doet me sterk denken aan een dag in maart of april waarbij de lente nog net niet de keus heeft gemaakt om wel of niet door te zetten met aangenamere, warmere weersomstandigheden.
Weer even verderop treffen we bloeiend Overblijvende Ossentong en Sneeuwklokje aan. Inmiddels op de achtergrond een zingende Merel en in de gracht een flinke groep Kokmeeuwen die op brood afkomen zoals kinderen op snoep afkomen. Andere noemenswaardige planten: Groot Glaskruid, Stinkend Nieskruid en Hangende Zegge (Hier een exoot).
Volgende halte is het fraaie Griftpark. Hier genieten we vooral van de vogelpracht, veel grut zoals Eksters, Koolmezen, Boomkruipers, Heggenmussen, Huismussen, Sijzen en Staartmezen. Terwijl we langs een sloot lopen denk ik bij mezelf: “Een leuk stukje voor IJsvogel met al die overhangende takken langs de waterkant“. Nog geen minuut later is het Tim die roept: “Hé een IJsvogel!“. En zo staan we een paar minuten te genieten van de felblauwe- en oranje kleurenpracht van een mannetje IJsvogel, een mannetje omdat de ondersnavel pikzwart is gekleurd i.p.v. fel oranje zoals bij vrouwtjes het geval is. Het beestje zit mooi op een wilgentak, duikt dan plots naar beneden, pikt een visje uit het water en maakt deze vakkundig dood, alvorens het naar binnen te werken. Nee, ze vervelen nog steeds niet die exotisch gekleurde verrassingen.
Even later wandelen we over de Nieuwegracht, waar we nog meer varens aantreffen. Vooral grote hoeveelheden Tongvaren en Muurleeuwenbek. Even verderop treffen we het bodembedekkende plantje Slaapkamergeluk aan, een leuke groenblijvende soort (Behoudt zijn blaadjes jaarrond). Ook treffen we het korstmos Groot Dooiermos aan, je moet het maar net zien die verborgen schoonheid in een grote stad als Utrecht.
Na een te grote portie kibbeling trekken we via CS Utrecht de wijk Lombok in, altijd leuk om om plekken te komen waar je nog nooit eerder bent geweest. Qua planten zien we geen nieuwe dingen meer, al blijven die Tongvarens een lust voor het oog.
Om 16:00 hebben we het wel gehad voor vandaag, en pakken ik en Tim om 16:15 weer de bus naar CS Utrecht, vanwaar we weer met de trein verder reizen. Een geslaagde dag met een enkele nieuwe soort, toffe waarnemingen en gedeeltes van Utrecht die we nog nooit eerder hadden gezien. Groene pareltjes, Utrecht heeft het.
NATUURVERSLAVING 