Intro
Donderdagochtend 23 juli, 07:00; ik arriveer op station Leeuwarden, amper een mens te bekennen. Zelfs de gebruikelijke zwervers die me hier vaak om geld komen bedelen zijn in geen velden of wegen te bekennen. Ik gun mezelf een kop koffie van de AH ToGo, en neem alvast plaats in de trein die me naar de haven van Harlingen brengt. Jawel, voor het eerst in jaren maak ik weer ’s een tripje naar Terschelling, waar ik afgesproken heb met Tom van Heusden, om kennis te nemen van de bijzondere flora op het eiland, we hebben ook een verlanglijstje opgesteld, met soorten die in Nederland enkel op Terschelling zijn te vinden.
Aankomst op Terschelling + de eerste soorten
Om 09:15 arriveer ik met de MS Friesland op het grootste Friese waddeneiland, waar Tom me opwacht in Terschelling-West. Ik haal snel een fiets bij de fietsboer, waarna we onder het genot van een ‘bakje’ de planning en route doornemen voor vandaag. Dat we veel kilometers gaan maken staat vast. Tom heeft met behulp van waarneming.nl de meest bijzondere en zeldzame plantensoorten ingetekend op een VVV-kaart van Terschelling, wat ons veel kostbare tijd bespaard voor wat betreft het zoeken naar de soorten.

Terwijl we langzaam fietsen richting het Groene Strand en de Noordvaarder (Westpunt van Terschelling), kunnen we al snel wat algemenere soorten noteren zoals: Hertshoornweegbree, Kruipertje, Zilverschildzaad, Reigersbek, Herderstasje en Klein Kaasjeskruid. Even verderop op de Noordvaarder zien we zeldzamere soorten, soorten die kenmerkend zijn voor de kust, zoals: Zeekool, Zeesla, Zeeraket, Zeekweek, Stomp Kweldergras, Lamsoor, Klein Schorrenkruid en Strandmelde. In de duinen zitten qua vogels veel Graspiepers met verderop een zwevend mannetje Bruine Kiekendief, en op de achtergrond het zomerse geluid van Grote Sterns met hun geschater.

Terschelling heeft het!
Hoe verder we op de Noordvaarder verzeild raken, hoe meer bijzondere planten we tegenkomen. Op de Noordvaarder komen ook enkele targets voor ons voor, zoals Zeewinde, Stekende Bies, Zeewolfsmelk, Zilt Torkruid, Gelobde Melde en Blauw Kweldergras. Op Zeewinde en Gelobde Melde na, weten we alle doelsoorten te vinden op de Noordvaarder. Naast deze zeldzaamheden, ook dominantere soorten zoals Geel Walstro, Melkkruid en Zandblauwtje, die de duinen sieren met hun opvallende bloeiwijze. En niet te vergeten het karakteristieke Helmgras dat ervoor zorgt dat de duinen in balans te blijven, doordat de plant met zijn lange en uitgebreide wortelstelsel zand vast kan houden. Ook onmiskenbaar zijn de Duindoornstruwelen die een habitat vormen voor verscheidene vogels en insecten. Onze tocht is nog maar net begonnen, maar leuk feit is dat we tot nu toe meer zeldzame dan algemene plantensoorten hebben gezien, Terschelling heeft het!



Verderop in de duinen treffen we een Rugstreeppad aan, altijd leuk. Verder weer veel juweeltjes wat planten betreft, de daglijst aan soorten stijgt gestaag: Gaspeldoorn, Knopbies, Dwergzegge, Geelhartje, Parnassia, Kwelderzegge, Engels Slijkgras, Blauwe Zeedistel, Schorrenzoutgras, Zeekraal, Zilte Rus… stuk voor stuk soorten die min of meer algemeen zijn langs de kust van Terschelling. Het is ergens best raar om in korte tijd zoveel zeldzame soorten te zien. Terschelling, de plek waar zeldzaam in overvloed voorkomt. Het is alsof we ons in een snoepwinkel bevinden, met de vele mooie plantensoorten als het snoep, en ik en Tom die zich als kinderen tegoed doen aan al het snoep. Niet onbelangrijk, het weer mag er ook zijn met een fijne temperatuur, droog en een aangename zomerbries uit het zuidwesten. Onze aandacht is volledig gericht op de planten, maar een Hooibeestje (Klein vlindertje) krijgt toch een beetje aandacht van ons.



Duinvallei Griltjeplak
Na een succesvolle zwerftocht door de duinen en kwelders van de Noordvaarder fietsen we de bossen ten noorden van West-Terschelling in. Hier treffen we meer alledaagse bosplanten aan zoals Brede Stekelvaren, Tamme Kastanje en Braam, niks bijzonders voor ons. Ons verlangen naar nog veel meer zeldzame soorten is nog lang niet gestild, op naar de ‘Griltjeplak’, een grote duinvallei ten noorden van de boswachterij.

De eerste leuke soort zien we al vanaf de fiets, Wilde Gagel, maar die is in het binnenland ook vrij algemeen. We komen op een gegeven moment uit bij een nat gebied met een plas. Hier is het wederom smullen met pareltjes zoals Moerasweegbree, Duizendknoopfonteinkruid, Waterpunge en het zeldzame grasje Dwergzegge, waar je hier zowat over struikelt. Ook Galigaan, Veelstengelige Waterbies en meer algemene soorten zoals Waternavel, Hoge Cyperzegge, Zompvergeet-mij-nietje en Kamperfoelie sieren het gebied. Mogelijk hebben we ook de zeer zeldzame Berendruif gezien, maar achteraf twijfelen we toch aan de hand van gemaakte foto’s, helaas, het leven van een florist gaat niet altijd over rozen. Wel lopen er nog enkele tientallen piepkleine Rugstreeppadjes rond. Hierna besluiten we op bezoek te gaan bij de volgende megazeldzaamheid, het Linnaeusklokje, die op Terschelling één van de weinige groeiplaatsen binnen Nederland heeft. Onderweg hiernaartoe zien we langs het fietspad een Jeneverbes en Moeraswespenorchis in bloei. Over de vogels kan ik kort zijn: een enkele verdwaalde Kneu, het blijft toch wel een fraai beestje.


Linnaeusklokje + koffie in Formerum
Op de locatie van het Linnaeusklokje is de soort snel gevonden na een korte klim in het bos. De plant bloeit helaas niet, daarvoor moeten we volgend jaar terugkomen op het eiland. Na deze soort in te hebben gekopt, fietsen we naar een camping in Formerum, ongeveer op het midden van Terschelling, waar Tom zijn verblijf heeft. Hier lunchen we (met koffie erbij) en vertellen we aan Tom’s vriendin Annet en d’r ouders wat we al aan mooie planten hebben gezien in de afgelopen 3 uur. We blijven ook niet te lang zitten, aangezien onze tijd kostbaar is, en we nog een aantal zeer zeldzame soorten op het programma hebben staan. Echter, vertrekt om 17:30 de laatste boot naar het vasteland, zodoende moeten we wel een beetje tempo maken. Dus zitten we snel weer op de fiets, nu nog met de wind mee, richting de Boschplaat (Oostpunt Terschelling).

Vals Muizenoor, Bezemdophei en Cranberry
De volgende stop is even ten noorden van het Hoornse Bos. Hier vinden we na een korte zoektocht Vals Muizenoor (In Nederland enkel op Terschelling), deze soort bloeit momenteel niet, maar is vegetatief (niet-bloeiend) goed te herkennen aan de ruwe, zilverachtige beharing op de blaadjes. Enigszins verborgen tussen de heide, treffen we hier ook de opvallende, kleine paarse bloemetjes aan van de Gewone Vleugeltjesbloem, ook geen verkeerde soort! Na deze twee leuke soorten zetten we koers naar iets wat één van onze hoogtepunten wordt vandaag: De ook al alleen in Nederland op Terschelling groeiende Bezemdophei, een metershoge heideplant, misschien wel onze grootste wenssoort van vandaag, een leuke plant.


Even voor 15:00 zien we de enorme plant vanaf de fiets al staan in het duin. We springen van onze fiets en omhelzen als het ware de plant, en maken een fotoserie van deze typische Terschelling-soort. Deze soort is ooit op Terschelling terecht gekomen als gevolg van transport van landmijnen in de periode 1925-1949. Bij de Bezemdophei treffen we ook tapijten van de beroemde Cranberry (Grote Veenbes) en Stekelbrem aan. Nabij de locatie van Bezemdophei komen we aan bij een vochtige vallei. Hier ziet Tom Verfbrem staan, de zoveelste nieuwe soort voor mij vandaag! Ook treffen we hier opnieuw Moeraswespenorchis, Stijve Ogentroost, Knopbies, Gevlekte Orchis en Kleine Ratelaar. Het overvloedige zeldzaam wordt nogmaals benadrukt op deze plek.



De pleuris zoeken naar de Kleine Knotszegge, maar met compensatie
Voordat ik weer terug fiets naar de veerhaven om de boot van 17:30 te halen, hebben we nog een laatste doelsoort in petto voor vandaag, een plant die voor een normaal mens niet veel meer is dan een groene spriet, maar waar ons hart sneller van gaat kloppen, de Kleine Knotszegge, uiteraard ook enkel op Terschelling te vinden. We bevinden ons inmiddels nabij de uitgestrekte Boschplaat.


Helaas werkt de Kleine Knotszegge minder goed mee, omdat we honderden meters het verkeerde duingebied in lopen. Toch treuren we niet, aangezien we genoeg toffe soorten op onze niet-geplande route tegenkomen: Zo treffen we per toeval zeldzaamheden aan zoals Welriekende Nachtorchis en Addertong, en zien we meerdere Duinparelmoervlinders vliegen, en dat zijn alles behalve alledaagse soorten! Ook komen we nog meer Cranberry, Dwergzegge tegen, en treffen we enkele Duinviooltjes aan, waarvan een enkele in bloei. We zien al deze soorten als compensatie voor het mislopen van de Kleine Knotszegge. Enigszins naar om te zien zijn de konijnen die als gevolg van de slopende virus myxomatose langzaam aan het creperen zijn in de duinen, en een gemakkelijke prooi vormen voor veel dieren zoals roofvogels en grote meeuwen. Nee, het leven spaart je niet.


We oriënteren ons nog eens goed met behulp van waarneming.nl en google maps, en vinden uiteindelijk toch nog de juiste locatie van Kleine Knotszegge, en eenmaal op de locatie is de soort niet te missen, we struikelen er bijna over. Wederom, ook hier geldt: zeldzaam in overvloed. We blijven niet te lang hangen, aangezien ik enigszins krap zit qua tijd om de laatste boot nog te halen. Dat wordt dus stevig doortrappen, en uiteraard hebben we nu wel tegenwind ^_^;

Op het nippertje!
Ik houd wel van een beetje uitdaging, er zit even niks anders op dan keihard door te fietsen. Vanaf Formerum is het nog een 25 minuten volgens Tom, mits ik het stevige tempo aanhoudt. In Formerum scheiden we onze wegen en bedanken en zeggen elkaar gedag. Ik heb nog 7,5 kilometer voor de boeg, en 20-25 minuten.
En dan is het een heuse wedstrijd geworden tussen mij, de wind en de tijd. Ik wordt niet gespaard, de wind kent geen genade. Toch ben ik vastberaden mijn boot te halen, ik blijf erin geloven, niks houdt mij tegen, bijna niks dan. Af en toe wordt mijn tempo vertraagd door al die vervelende toeristen die soms het hele fietspad blokkeren.
In de verte zie ik de bekende Brandaris staan, ik ben zo dichtbij en toch ook weer ver weg. Als ik West-Terschelling weer binnen fiets voer ik het tempo nog even flink op, hier wordt de wind alweer iets minder tot mijn vreugde. Maar ik heb nog wel een dikke 1,5 km te gaan, en de tijd begint te dringen. Mijn conditie welke is voortgekomen uit vele kilometers hardlopen werpt in ieder geval zijn vruchten af, zo blijkt.
Met nog een paar honderd meter te gaan wordt het nog even flink spannend, aangezien ik bij een drukke winkelstraat arriveer waar ik niet mag fietsen. Ik neem een wilde gok en pak de eerste straat rechts, dan links, weer rechts, rechtdoor, tot mijn frustratie weer iets naar rechts, rechtdoor waarna ik eindelijk bij het strand ben, maar dan wel een stukje verwijderd nog van de veerhaven. Ik fiets als een soort van kip zonder kop naar de fietsenboer, dump mijn fiets, en haast me naar de boot die al volstaat met mensen, en op het punt staat te vertrekken.
Bij het loket staat een goedlachse blondine me op te wachten, d’r vriendelijke glimlach geeft me de hoop dat ik nog aan boord mag. Ze scant mijn ticket en wenst me een fijne overtocht. Enigszins kapot van het snelle fietsen struikel ik zowat terwijl ik me haast naar de hekken die tot mijn schrik al aan het sluiten zijn, zal ik dan toch net te laat zijn?
Nee, een vriendelijke meneer stuurt me naar de ingang voor motorrijtuigen waar ik nog op het nippertje binnen weet te glippen. Opgelucht stap ik aan boord, missie gehaald! Tijdens de twee uur durende overtocht geef ik me volledig over aan de zon en het fraaie uitzicht over de Waddenzee, en dat is voor nu even genoeg om deze slopende, maar zeer succesvolle dag mee af te sluiten.
Voor de totale daglijst aan soorten van deze dag, zie deze link: Daglijst Terschelling, juli 2015

