Kerstnacht 2014: na een dag vrij lui te zijn geweest was om 00:00 dan toch het moment waar ik al de hele dag stiekem naar uit keek. Ik liet de lekkere zachte bank achter me, ging naar boven, trok mijn sportkleding aan, nam een paar slokken water en ging al sprintend de deur uit, ik smachtte naar een hardlooprondje. In plaats van Velp, werd het dit keer een rondje rennen bij het thuisfront in het Friese Opeinde (Omgeving Drachten).
Al snel bleek dat ik weer lekker op gang kwam tijdens het rennen, zoals zo vaak de afgelopen maanden. Lekkere muziek op, en gewoon gaan, “gas op de lolly”, zoals ze riepen tijdens de Zevenheuvelenloop in Nijmegen op 16 november dit jaar. De kille wind nam ik voor lief, het was tenminste droog, en het ging verder prima. Wat kan het toch heerlijk rustig zijn zo laat op de weg, bijna geen auto kom ik tegen, slechts een groepje jongeren die me fietsend passeert.
Omdat ik nauwelijks een auto tegen kom, besluit ik de laatste twee kilometers over de asfaltweg af te leggen, in plaats van het fietspad. En dat geeft toch een gek gevoel, midden op een autoweg hardlopen, het heeft wel iets. Op een gegeven moment komt er dan toch een auto in de verte aanrijden, en trek ik me even terug op het fietspad, en vervolgens weer op de asfaltweg.
Rond 00:45 ren ik weer de bebouwde kom in. Na een dikke honderd meter in de bebouwde kom te zijn, zie ik plotseling rechts vanaf het fietspad twee glinsterende oogjes vanuit de duisternis opdoemen. Ik stop meteen met rennen en druk mijn mp3-speler uit. Op een kleine tien meter afstand van mij steekt een nogal fors dier behoedzaam de weg over, en stopt een paar keer. Terwijl de kille wind door mijn haren blaast, sta ik heel even strak oog in oog met de twee glinsterende oogjes. Al snel verdwijnt het dier in het licht van een lantaarnpaal in een tuin, en is voor ik het weet foetsie, never seen again. Gelukkig heb ik meer dan genoeg kenmerken kunnen constateren om het dier te identificeren: een lichaamslengte van ruim 40 cm + een opvallende staart van ca 25 cm (Uiteinde van de staart leek in contrast met de rest van de staart), een bruine vacht met grote witte keelvlek, dat pleit eigenlijk alleen maar voor Steenmarter, ook gezien de bebouwde kom. Mijn eerste indruk van het dier was zelfs een “kleine vos” en later kwam zelfs “reusachtige eekhoorn” heel even in me op, vanwege de manier hoe het dier een sprintje trok.
En zo was daar ineens weer zo’n prachtig natuurmoment, eentje die ik niet snel weer zal vergeten, waar hardlopen allemaal wel niet goed voor kan zijn. Het was niet mijn eerste waarneming van een Steenmarter, wel zeker de mooiste tot nu toe, kort maar krachtig!