Op donderdag 24 oktober 2013 waren er genoeg redenen om op een aantal locaties in Noord-Holland te gaan vogelen. Ik had ook enkele doelstellingen voor mezelf opgesomd: Ten eerste één tot drie uurtjes vogelen bij Den Helder in en rondom de duinen, eventueel naar Texel indien er iets leuks wordt gevonden, een Hop twitchen in Alkmaar en op jacht naar Grote Kruisbekken die de afgelopen weken veel gemeld worden door een groot deel van Nederland. Het beloofde een mooie herfstdag te worden met veel zon en zachte temperaturen.
Met 04:45 ben ik op zijn zachts gezegd erg vroeg uit de veren. Enigszins moe maar toch gemotiveerd sta ik op en kijk ik eerst even uit mijn dakraam, het is erg helder met veel flikkerende sterren. Het kan dus best spannend vogelen worden langs de kust vandaag. Het was afgelopen nacht met weinig tot geen bewolking uitstekend trekweer voor vogels, die de sterren gebruiken om zich te navigeren.
Om 06:38 neem ik bus naar Leeuwarden, waar ik zo’n 40(!) minuten moet wachten op de bus richting Alkmaar. In de bus van Leeuwarden naar Alkmaar doe ik een beetje “huiswerk”., en lees ik wat uit mijn “bijbel”. Uiteindelijk arriveer ik rond 09:30 nabij de Donkere Duinen, Den Helder. Aan deze plek heb ik herinneringen, aangezien ik hier al vaker ben geweest. De Donkere Duinen bestaat uit een duingebied met een stuk bos erbij. Ik had mezelf voorgenomen om dit stuk bos eens onder de loep te nemen op de hoop om een leuke soort te vinden. Als ik het eerste dunne strookje bos inloop, valt me al gelijk op dat er veel vogels zitten. Gaaien, groepen Staartmezen, Koolmezen, Pimpelmezen, Goudhaantjes en veel roepende Roodborsten en Winterkoningen. Terwijl ik de groepjes Goudhaan nader inspecteer zie ik een Vuurgoudhaan en zelfs een Bladkoning. Boomkruipers, Grote Bonte Spechten en Heggenmussen verraden hun aanwezigheid met hun opvallende roep. Inmiddels sta ik al een halfuur als een standbeeld stil en kijk wat zich allemaal aandient in de bosjes. Enkele passanten passeren me met een vragende blik van: “Waar zit die nou naar te kijken”? Een vrouw vraagt nieuwsgierig waar ik zo naar zit te kijken; ik zeg: “Ik zie ze vliegen”. “Oh je bent zo’n vogelaar” zegt ze. Tja, dat kan ik moeilijk ontkennen. Op een gegeven moment komt een Grote Bonte Specht op enkele meters afstand foerageren in een Grove Den. “Ziet u, een specht, mooi hé”, waarop de vrouw met verwondering kijkt en antwoord: “Jeetje, zoiets heb ik nog nooit gezien”.

Ach, je moet er oog voor hebben, als je dat hebt dan gaat er een wereld voor je open. “Ik zal na vandaag eens beter opletten” zegt mevrouw. De aardige mevrouw wenst me een fijne dag toe, en ik loop verder het bos in. Het valt me op, dat hoe verder ik het bos inloop, het stiller het wordt qua vogels. Ik constateer dat de meeste vogels dan ook aan de rand van het bos zitten en zo gek is dat ook niet. Aan de rand van het bos is de meeste afwisseling te vinden in boom, struik en kruidlaag. En ook qua soorten bomen en struiken is hier de meeste diversiteit. Daarnaast is hier ook meer zonnewarmte te vinden, wat ook best aangenaam is. Omdat ik sta te popelen om de duinen in te gaan, laat ik het bos achter me. Terwijl ik over het fietspad richting de duinen loop zie ik nog net een lichte vogel zitten en wegschieten in de bosjes. Ik richt mijn kijker erop en zie gelijk dat ik met een Braamsluiper te maken heb. Omdat het zeer aan de late kant is voor een normale Braamsluiper (Zomergast, overwinterd in Afrika), hou ik rekening met een zeldzame ondersoort welke eigenlijk in deze tijd van het jaar veel waarschijnlijker is. De vogel zie ik vlak na het ontdekken een paar keer goed, maar daarna houdt de vogel zich diep in de struiken schuil. Op een gegeven moment vliegt de vogel naar de bosjes aan de andere kant van het fietspad, en zie ik de vogel nog enkele keren bewegen door het struikgewas, tot de vogel diep in de bosjes verdwijnt. Tja, lastig denk ik bij mezelf.
Ik pak de ANWB vogelgids uit mijn tas om de kenmerken van de verschillende ondersoorten door te nemen. Er zijn drie ondersoorten mogelijk: Vale Braamsluiper, Woestijnbraamsluiper en Siberische Braamsluiper. Mijn vogel past mijns inziens het meest op een Vale Braamsluiper, maar zoals gezegd vindt ik dit lastig te beoordelen want, 1. Ik had de vogel enkele keren aardig gezien, en was de vogel kwijt geraakt in het struikgewas; 2. Ik heb geen enkele ervaring met deze ondersoorten. Ik besluit nog een uurtje te wachten, maar de vogel is nergens meer te bekennen. Ik leg me er bij neer en hou het op een onzekere Vale Braamsluiper, voor de waarneming met een beschrijving van de vogel, zie de volgende link: http://waarneming.nl/waarneming/view/79896249

Hoog tijd om mijn geluk te beproeven op de Oude Vuilnisbelt, grenzend aan de Donkere Duinen. De Oude Vuilnisbelt is een voormalige vuilstortplaats, maar thans een duingebied, in beheer bij Landschap Noord-Holland. Ik hoop vooral om hier een zeldzame klauwier te vinden, en dat is niet voor niks. De Oude Vuilnisbelt is een zeer geschikt terrein voor klauwieren met verspreid staande struiken zoals Vlieren, ook staat er een gedeelte met Riet. Klauwieren gebruiken deze struiken om uit te kijken naar prooien zoals kleine knaagdieren en insecten. De Oude Vuilnisbelt heeft in het verleden meerdere keren haar dienst bewezen als “klauwierenparadijs”. Zo heeft er ’s winters meerdere keren een Klapekster gehuisd, en zijn als dwaalgasten meerdere keren Roodkopklauwieren geconstateerd, in september 2009 zat er een Daurische Klauwier en als klap op de vuurpijl op 31 oktober 2011 een extreem zeldzame Langstaartklauwier. Wie weet welke zeldzame klauwieren hier nog meer terechtkomen in de toekomst? Omdat in het verleden is gebleken dat in het najaar een kans op een zeldzame klauwier zomaar een mogelijkheid is, en de kop van Noord-Holland (Incl. Texel) de span kroont qua zeldzame klauwieren in Nederland, kam ik het gebied rustig uit. Terwijl vol verwachting mijn hart klopt, speur ik van top tot teen de struiken af. Er zitten in ieder geval vogels zoals Roodborsttapuit, Rietgors, Heggenmus en meerdere Graspiepers. Na een klein uurtje heb ik denk ik elk struikje wel geïnspecteerd, maar geen klauwier te vinden. Even ten noorden van mij, op Texel, is inmiddels wel een Kleine Klapekster gevonden, daar had ik ook best tegenaan kunnen lopen vandaag. Verder heb ik wel een mooie herinnering overgehouden aan de Oude Vuilnisbelt, waar ik bijna twee jaar geleden een halfuur heb mogen genieten van die Langstaartklauwier (Hierover volgt zeer binnenkort nog een blog).

Na de Oude Vuilnisbelt te hebben afgezocht, komt nu het moment om een keuze te maken. Of een kijkje nemen op Texel waar ik kans heb op Kleine Klapekster, Grote Kruisbek (Nieuwe soort) en ander leuk spul, of via een al paar dagen aanwezige op Hop in Alkmaar langzaam richting Almere terug naar huis te gaan. Ik besluit het laatste met de gedachte dat Grote Kruisbek vanzelf op mijn pad komt en het idee om weer eens een Hop te zien (Lang geleden dat ik er één zag). Alvorens ik de bus weer pak naar station Den Helder, blijf ik nog even hangen bij wat bosjes, en hoop ik misschien de “Vage Braamsluiper” nog terug te vinden. Op een overvliegende Sperwer na, verder geen meldenswaardige soorten meer. De reis naar Alkmaar kan beginnen, en al snel zit ik in de trein van Den Helder naar Nijmegen. Met al en al een leuke paar uur doorgebracht bij Den Helder met vrij veel soorten met als hoogtepunt een Bladkoning en een mogelijke Vale Braamsluiper, eerder een Vage dan een Vale Braamsluiper.
Ook aan Alkmaar heb ik goede herinneringen, zoals die ene keer in januari 2010 dat ik de Baltimoretroepiaal hier zag in Oudorp. Nu zijn mijn zinnen gezet op een Hop die hier al enkele dagen zit. Geen nieuwe soort, maar wel een hele mooie die ik voor het laatst in april 2011 zag. Na een stukje lopen vanaf station Alkmaar zie ik op een gegeven moment rechts van ca 30 mensen staan, ik ben dus goed gelopen. Het is trouwens drukker dan ik had verwacht, aangezien er ieder voor- en najaar wel enkele Hoppen opduiken in Nederland. Aan de andere kant zit deze vogel wel middenin de stad, wat extra bekijks trekt. Ik had verwacht dat de Hop even een snelle “inkopper” zou zijn, maar niks is minder waar. De vogel blijkt bij mijn aankomst net uit beeld te zijn, en houdt zich schuilen in een groepje bomen. Pas na een 40 minuten wachten laat de vogel zich even lastig bekijken in een Iep. Heel even is de vogel in zijn geheel te zien. Na en 20 minuten houdt ik het voor gezien en ben ik tevreden met de waarneming.

Onderweg terug naar Almere, besluit ik eerst richting Zeist te gaan, alwaar Grote Kruisbekken goed te doen zijn, gezien het aantal waarnemingen op deze locatie. Het betreft een bosgebied op Utrechtse Heuvelrug, nabij station Driebergen-Zeist, prima te doen dus. Aangekomen in het bos kost het maar weinig moeite een Grote Kruisbek in beeld te krijgen, de vogel zit in een Grove Den en roept zo nu en dan. Grote Kruisbek was nou niet bepaald een “droomsoort”, maar telde wel mee als nieuwe soort voor mijn levenslijst (Nr. 371 of 372).
Een leuke dag met als hoogtepunten een Bladkoning, een mogelijke Vale (Vage) Braamsluiper, een Hop en als toetje een nieuwe soort.
