Oké, een deel neem ik terug van wat ik laatst heb gezegd. Ik was een tijdje even klaar met het najagen van zeldzame vogels. Ten eerste omdat ik aan het begin van de zomer een Steppevorkstaartplevier en Bonte Tapuit mist wist te lopen binnen één dag (Het is altijd wat met mij en die Bonte Tapuiten, ik loop ze steeds mis), ten tweede omdat ik meer tijd wilde steken in vlinders en libellen.
Dat er vroeg of laat een moment zou komen dat meer mee zit op het gebied van vogels wist ik, maar wanneer? Het was de afgelopen maanden relatief rustig qua vogels voor mij. Wel waren soorten zoals Roodpootvalk, Zwarte Ibis, Purperreiger en Gestreepte Strandloper leuke meepakkers tijdens tripjes in de kop van Noord-Holland, Friesland en Gelderland. Maar eindelijk weer eens een ouderwetse twitch en een nieuwe soort heeft lang op zich laten wachten. Maar misschien ben ik wel gewoon een ouwe zeikerd, het voorjaar was simpelweg fenomenaal met Bronskopeend, Blauwvleugeltaling, Amerikaanse Goudplevier, Withalsvliegenvanger en als kers op de taart een Bruinkeelortolaan. Eigenlijk mag ik de Geelsnavelduiker van Zeeland van alweer ruim een halfjaar geleden ook niet vergeten.
Ach, misschien moet ik gewoon eens accepteren dat het wat minder wordt, en ik meer geduld moet hebben voor een nieuwe soort. Als er dan weer een keer iets te halen valt, is het wel extra leuk om een nieuwe soort te zien.
Het is ook leuk om zo nu en dan zelf iets leuks te ontdekken, in plaats van altijd maar achter soorten aan te hollen. Sinds kort woon ik in Almere en heb ik hier ook leuke routes gevonden om te gaan wandelen en hardlopen. Donderdagavond liep ik letterlijk en figuurlijk een kleine zeldzaamheid tegen het lijf tijdens het hardlopen. Het betrof een Draaihals welke zich bevond langs het wandelpad. Dit betrof mijn 6e zelfontdekte Draaihals. Verder was het beestje vrij schuw, maar was nadat ie de bosjes invloog toch nog een aantal keren leuk te zien op een afstand.
De volgende dag van Almere langzaam maar zeker richting het Friese dorpje Anjum afgereisd. Sinds een paar dagen verblijft er aan de Friese kant van het Lauwersmeer een Steppevorkstaartplevier. Omdat een Vorkstaartplevier spec. al een tijdje op mijn verlanglijstje staat, en ik begin juli nog een Steppevorkstaartplevier misliep, zette ik het verstand als vanouds op nul, en streefde ik op mijn doel af.
Een duidelijk doel voor ogen, ook als het regent wanneer ik arriveer op het platteland in Noordoost-Friesland. Ik was hard toe aan een nieuwe soort, tijd voor actie. Na bij de lokale supermarkt te hebben gevraagd of ik hier even mij bagagetas mocht stallen (en dat mocht), wandelde ik richting de Bantpolder, hopend op het beste. Het was inmiddels wat harder gaan plenzen maar ik was vastbesloten. Na een tijdje stopte het met regenen en kwam ik aan bij de Bantpolder. Het geluk lachte me toe, er stond een vogelaar die me gelijk wees op de vogel, iets wat ik niet had verwacht. Wat een heerlijk gevoel om zo’n prachtige vogel te zien, en dan ook nog als nieuwe soort in Nederland! De vogel was erg vliegerig maar aardig te zien.
En dan te bedenken dat het najaar amper is begonnen, what’s next? Misschien weer een Amerikaane zangvogel zoals in 2010? Of eindelijk die Bruine Klauwier die in landen om ons heen al wel is vastgesteld maar hier nog niet? Er staan in ieder geval weer een paar bezoekjes op Vlieland in de planning, dus wie weet? Speculeren blijft leuk!