Het is voorbij die mooie zomer, kunnen nu wel stellen nu het najaar is aangebroken. Het was namelijk ook echt een topzomer met temperaturen die meerdere keren boven de 30 graden C uitkwamen. De bosjes zitten vol met tikkende Roodborsten en piepende Heggenmussen, en ja, de eerste pepernoten zijn weer genuttigd, het is weer zover.
Het bloggen is er de laatste tijd een beetje bij ingeschoten, met name vanwege drukte. Maar wees gerust, ik zal niet stoppen met bloggen. Vroeg of laat is er toch wel weer iets wat ik hier kwijt moet.
De najaarstrek voor vogels is alweer in volle gang. De laatste tijd zag ik meerdere groepjes Boerenzwaluwen richting het zuiden vliegen. Recent zelfs nog een Gierzwaluw, pas mijn vierde voor september. Het najaar betekend weer een spannende tijd voor vogelaars, dus ook voor mij. Krijgen we dit najaar nog leuke zeldzaamheden? In het najaar ga ik traditiegetrouw weer een paar keer naar de waddeneilanden samen met vele anderen, om die ene megazeldzaamheid tegen het lijf te lopen. De afgelopen zomer was het voor mij qua vogels niet veel aan. Het voorjaar was zeer goed, ongetwijfeld. Maar na begin juli een Steppevorkstaartplevier en een Bonte Tapuit te hebben gemist, was ik wel even klaar met vogels. Nee, ik kan me beter op andere dingen gaan richten, daar waar de kans op succes groter is. Ik denk dat 2013 voor mij het jaar van de vlinders en libellen wordt. De warme zomerse temperaturen maken inmiddels plaats voor meer herfstachtige temperaturen, en de piek van de vlinder- en libellentijd hebben we nu wel gehad. Ik kan nu zeggen dat ik voor zover ik het mij kan herinneren nog nooit zoveel moois in één jaar heb gezien op het gebied van vlinders en libellen.
Dagvlinders
Op 8 juni vertoefde ik een dag op de St. Pietersberg e.o. bij Maastricht en kon ik in korte tijd vijf nieuwe dagvlindersoorten bijschrijven: Het Klaverblauwtje, Bruin Dikkopje, Kaasjeskruiddikkopje, Veldparelmoervlinder en Boswitje. Andere bijzondere soorten deze dag waren Kleine Parelmoervlinder, Argusvlinder, Koninginnenpage en Distelvlinder.
In het weekend van 27 en 28 juli vertoefde ik met vrienden in de Achterhoek en de Hoge Veluwe en zagen we veel leuke soorten. Nieuw voor mij was de Keizersmantel welke met meerdere rondvlogen in een bosgebied bij Winterswijk. Andere leuke soorten; Koevinkje, Grote Parelmoervlinder, Geelsprietdikkopje, Zwartsprietdikkopje, Landkaartje, Kleine IJsvogelvlinder, Eikenpage en Heivlinder. Er waren ook twee dieptepunten; het op een haar na missen van een Grote Weerschijnvlinder en het niet zien van een Iepenpage.
Op 2 augustus kom ik tijdens een wandeling in het Korenburgerveen (Winterswijk) alsnog een Grote Weerschijnvlinder tegen, puur geluk!
Op 21 augustus ben ik net als vorig jaar wezen wandelen op het Kootwijkerzand. Hier leeft voor zover bekend, de enige populatie van de Kleine Heivlinder in Nederland. Tevens is dit één van de weinige populaties van heel Europa. Na een tijdje weet ik samen met twee vrienden enkele Kleine Heivlinders te traceren. Anders noemenswaardige bijzonderheden zijn een Kommavlinder, vele honderden Heivlinders en enkele Oranje Luzernevlinders. De populatie Kleine Heivlinders op het Kootwijkerzand lijkt vooralsnog stabiel, maar blijft zeer kwetsbaar.
Tot zover enkele hoogtepunten op het gebied van dagvlinders. Het leukst waren de nieuwe soorten, en de vele Oranje Luzernevlinders die overal gezien konden worden in Nederland, een goede zomer voor deze trekvlinder. In 2013 zag ik maar liefst 43 soorten dagvlinders, voor een jaar is dat een topscore, en is het oude record van 37 soorten in één jaar ruimschoots overtroffen.
Nachtvlinders
Dit jaar ben ik me voor het eerst serieus gaan verdiepen in de verscheidenheid van nachtvlinders. Meerdere keren ben ik afgelopen zomer met andere mensen wezen nachtvlinderen. Een uiterst bevredigende nieuwe hobby. Het enige wat je hoeft doen is de vlinders te lokken. Je zet een wit doek op met een felle lamp ervoor, gaat zitten, neemt iets te drinken en wacht rustig af. Dit jaar maakte ik kennis met +/- 200 soorten nachtvlinders. Ik ben dit jaar wezen nachtvlinderen op Landgoed Larenstein te Velp, het Leeuwarderbos, Harskamperdennen op de Veluwe en in Mill (Noord-Brabant).
Libellen
Qua libellen was het misschien wel het meest succesvol. Mijn doel voor dit jaar was om op de 60 soorten libellen te komen. Vorig jaar stopte de teller bij de 52 soorten, wat zou betekenen dat ik dus zeker 8 nieuwe soorten zou moeten zien. Ik had dit doel deels voorbereid, om zo een grotere kans op succes te hebben. Al gauw kwam ik er achter dat ik het beste in augustus mijn slag kon slaan. In deze maand vliegen veel soorten die nog nieuw voor me waren. Ik kan alvast met trots mededelen dat ik mijn doel heb behaald, ik zit nu op 60 soorten libellen in Nederland. Mijn eerste nieuwe soort voor dit jaar zag ik op 27 juli tijdens een tripje met vrienden in de Achterhoek. In het Wooldse Veen nabij Winterswijk zagen we een Hoogveenglanslibel. Deze soort is extreem zeldzaam in Nederland en komt in nog enkele hoogveenrestanten in Oost-Nederland voor. Ik zag ook meerdere keren Beekoeverlibellen tijdens een bezoek in het Wooldse Veen. Geen nieuwe soort, daarom niet minder leuk. Op 1 augustus zag ik nabij Ooij langs de Waal een vrouwtje Rivierrombout, mijn 2e nieuwe soort. Op dezelfde dag zag ik in de Millingerwaard een goede kandidaat Zuidelijke Heidelibel die ik net niet heb kunnen afmaken.
Drie weken later kwam er meer schot in de zaak; op 23 augustus naar Swalmen afgereisd om te gaan wandelen in het Groenewoud. Hier zag ik in een bosbeek een prachtige Gaffellibel. Ik weet nog net een belabberd bewijsplaatje te maken met mijn telefoon.
Week 35 was een goede libellenweek. Vijf nieuwe soorten zag ik gedurende week op verscheidene plekken door het land. Op maandag 26 augustus zag ik eindelijk voor het eerst een Gevlekte Glanslibel, vlakbij De Meinweg. Op deze dag nam ik tevens voor het eerst een kijkje in het Roerdal nabij Roermond waar al enkele weken meerdere Kleine Tanglibellen worden gezien. Hoewel deze dag zonnig begon, trok het na 14:00 helemaal dicht, waardoor weinig tot geen libellen meer actief waren, geen Kleine Tanglibel helaas.
Woensdag 28 augustus; gefascineerd door het Roerdal besluit ik nogmaals een bezoekje te brengen aan dit prachtige gebied. Deze dag ging alles van een leien dakje. Na een halfuur tref ik een Kleine Tanglibel aan op de oever, die zich net niet laat fotograferen. Hier ook twee Gaffellibellen en 100 tot 200 Weidebeekjuffers.
De volgende dag ben ik voor het eerst eropuit getrokken in de Brabantse Kempen. Ik had het gemunt op de Ringselvennen bij Budel-Dorplein en De Plateaux ten zuiden van Valkenswaard. Ook deze dag werkt alles mee, en zie ik veel leuke soorten. In de Ringselvennen sla ik twee vliegen in één klap wat ik in eerste instantie niet verwachtte. Mijn doel voor dit gebied, de Zuidelijke Glazenmaker, zie ik al gauw patrouilleren en laat zich mooi bekijken. Ook andere leuke soorten zoals Bloedrode Heidelibel, Lantaarntje, Zwarte Heidelibel, Gewone Pantserjuffer, Zwervende Pantserjuffer en Tangpantserjuffer laten zich hier leuk bekijken. Stomverbaasd zie ik hier een heidelibel welke toch vraagtekens bij me oproept. Het beestje blijft lang genoeg zitten, en blijkt het doodleuk om een vrouwtje Zuidelijke Heidelibel te gaan. Later kom ik erachter dat deze de dag hiervoor ook gemeld is op waarneming.nl op deze locatie, een toevalstreffer dus! Ik zit daarmee op 59 soorten, dus nog één soort te gaan en mijn doel is bereikt.
Het laatste doel is de Kempense Heidelibel, welke zoals de naam al suggereert enkel in De Kempen is te vinden. De soort leeft in en rondom vennen, en voor zover is te achterhalen, lijkt de meeste kans op slagen in natuurgebied De Plateaux, wat zowel in Nederland als in België ligt. Het is een hele toer om bij dit gebied te komen. Eerst moet ik met de trein van Weert naar Eindhoven, dan van Eindhoven met de bus naar Valkenswaard, vervolgens met een klein buurtbusje van Valkenswaard naar een gehucht genaamd Borkel en Schaft. Uiteindelijk moet ik nog eens ca 6 km lopen. Nee, het leven spaart je niet… je moet iets over hebben voor een uit de hand gelopen hobby.
De Kempense Heidelibel werkt in eerste instantie niet mee, en het blijft eerst bij Zwarte, Bloedrode- en Steenrode Heidelibellen. Pas na uren zoeken vindt ik er dan toch één, een mooi mannetje. De euforie is vanzelfsprekend groot, een voor Nederland zeer zeldzame nieuwe soort rijker, en een mooi doel behaald! Ik blijf niet te lang juichen, aangezien ik nog een bus moet halen om uiteindelijk weer thuis te komen.
Voor mij is 2013 dus het jaar van de vlinders en libellen, dat weet ik nu al. Toch hoop ik binnenkort weer eens een nieuwe vogelsoort te zien. Mijn laatste nieuwe vogelsoort was op 25 mei, dit betrof een Amerikaanse Goudplevier in Oost-Groningen. Maar goed, het najaar is aangebroken, en gezien het aantal leuke waarnemingen op waarneming.nl, zijn de vogels druk in beweging. Zal het najaar qua vogels net zo succesvol als het voorjaar worden? Ik blijf in ieder geval alert, de tijd zal het leren.