Na ooit begonnen te zijn met reptielen en amfibieën (2002), vervolgens vogels (2007), vervolgens planten (2008) en daarna dagvlinders en libellen (2008/2009) ben ik sinds kort met een nieuwe soortgroep begonnen; Nachtvlinders (2013). Een leuke toevoeging op voorgaande soortgroepen.
Al een hele poos was ik van plan me eens te gaan verdiepen in nachtvlinders, maar wist niet goed waar te beginnen. Immers, zijn er nogal veel soorten die sterk op elkaar lijken. Over het algemeen maakt men onderscheidt in macro’s en micro’s. Net zoals de meeste mensen ga ik me bezig houden met macro’s (Over het algemeen opvallendere soorten dan micro’s). Micro’s (Grofweg: over het algemeen kleinere motten) vindt ik nagenoeg oninteressant. Tussen de macro’s zitten zoals ik het zelf noem tevens de diamanten van de nachtvlinders. Oftewel de echt mooiste soorten met kleurrijke patronen en tekeningen.
Aan een goeie nachtvlindergids kopen ontkom ik nu niet. Ik heb de laatste tijd al enkele goeie nachtvlindergidsen bekeken, maar ver weg de beste nachtvlindergids lijkt me de “beknopte veldgids nachtvlinders” van de vlinderstichting. In deze gids staan mooie tekeningen met aanwijzingen waarop men moet letten tijdens het determineren van een soort. Helaas schijnt deze veldgids thans moeilijk te krijgen te zijn (Wordt niet meer gedrukt?). Dat wordt weer wat boekenwinkels afzoeken de komende tijd. Naast een goede gids aanschaffen zal ik zo nu en dan met andere mensen die al veel ervaring hebben met deze soortgroep op pad gaan. Vorig jaar kwam ik op een avond in de buurt van natuurgebied De Leijen (Friesland) ook twee liefhebbers tegen die al druk doende waren met een wit spandoek met licht om nachtvlinders te lokken. Toch wel een mooi gebeuren dacht ik toen bij mezelf. Die avond zag ik in dat het lang niet zo moeilijk was als ik dacht om nachtvlinders op naam te brengen, en dat veel soorten makkelijk te herkennen details bezitten. Daarnaast hebben veel soorten nachtvlinders een zeer toepasselijke naam waardoor ze goed te onthouden zijn. Bijvoorbeeld het Goudvenstertje; heeft op beide vleugels twee kenmerkende goudvenstertjes.
Nu ben ik op de nacht van 14 op 15 juni 2013 toch echt officieel wezen nachtvlinderen, samen met enkele medestudenten van Van Hall Larenstein Velp en een deskundige op het gebied van nachtvlinders, en dit beviel me zeer goed. Met een groot wit spandoek en fel licht verschenen rond 22:15 de eerste nachtvlinders op het witte doek. Verder werden enkele bomen voorzien van smeer, om vlinders te lokken. Uiteindelijk hebben we deze avond zo’n 40 soorten gezien. De mooiste soorten waren: Kameeltje, Brandvlerkvlinder, Witte Tijger, Goudvenstertje, Agaatvlinder, Berkeneenstaart en Bonte Brandnetelmot.
Het is in ieder geval een feit; ik heb er een leuke, uitdagende nieuwe hobby bij. Een hobby die zich voor een groot deel zal afspelen op het witte doek. Ik zit er aan te denken om zelf met witte doeken iets in elkaar te knutselen, om zo mijn eigen “nachtvlinderval” te maken. Maar ik bouw deze nieuwe hobby rustig op. Voorlopig zal ik eerst met echte nachtvlinderdeskundigen gunstige avonden doorbrengen, zoals recent op landgoed Larenstein.
(p.s., binnenkort verschijnen nog wat plaatjes van enkele nachtvlinders, welke gemaakt zijn in de nacht van 14 op 15 juni op landgoed Larenstein)