Ronddwalen op het zuidelijkste puntje van Nederland; “Zeldzame postzegels”

Zaterdag 8 juni 2013 werd voorspeld als een warme zomerse dag. Nu wil het toeval dat ik laatst een NS-dagkaart van iemand heb gekregen (Minke, bedankt!). Een dag in het weekend onbeperkt reizen laat ik me geen tweede keer zeggen, maar waar naartoe? Volop mogelijkheden.  

Bij mij is het meestal zo dat van uitstel afstel komt, dus de NS-dagkaart nuttig gebruiken was niet iets waar ik te lang mee moest wachten. Immers wacht de tijd voor niemand, en is de dagkaart tot 23 juni 2013 geldig. Na vrijdag 7 juni een halfuur te hebben nagedacht, was ik er op een gegeven moment uit; Maastricht was de uitverkorene. Al een hele tijd wil ik graag de kalkgraslandgebieden ten zuiden de Limburgse hoofdstad eens nader bekijken. Niet in de laatste plaats vanwege hun karakteristieke en zeldzame floristische samenstelling. Maar net zo bijzonder zijn de zeldzame vlindersoorten die hier voorkomen. Er zijn soorten die in Nederland enkel hun vindplaats kennen in het uiterste zuiden van Limburg. Vooral twee gebieden spannen de kroon als het gaat om vlinders; het zuidelijke deel van de Sint Pietersberg en het Poppelmondedal van de Jeker. Voor vandaag heb ik het gemunt op vijf zeer zeldzame soorten; het Boswitje, Bruin Dikkopje, Kaasjeskruiddikkopje, Klaverblauwtje en Veldparelmoervlinder. Een voordeel van Zuid-Limburg is het feit dat het hier in tegenstelling tot de rest van Nederland een net iets warmer klimaat heerst. 

En dan gaat op zaterdag om 06:00 de wekker. Maar met opstaan heb ik de grootste moeite. Ik had de avond ervoor flink wat kilometers gemaakt met wandelen en hardlopen. Ik besluit toch maar even “lief” te zijn voor mezelf en slaap nog even verder. Twee uur later lukt het me wel en pak ik om 09:30 de sprinter naar Nijmegen. Met de Heukels’ Flora, een bloemengids en een veldgids dagvlinders dicht aan mijn zijde ga ik dan eindelijk weer eens naar Zuid-Limburg. De verrekijker laat ik voor de verandering eens thuis. Het is een mooi gezicht als ik de Waalbrug bij Nijmegen oversteek; dat felle zonlicht schitterend op een overvolle rivier. Het waterpeil van de Waal, maar ook van de andere grote rivieren staat de laatste tijd een stuk hoger dan normaal.

Rond 12:00 kom ik aan in Maastricht, en begin ik aan de 5 km lange route naar de Poppelmondedal van de Jeker. Het is al snel een kwestie van zweten met zo’n brandende zon. Zon of niet, het is altijd weer een feestje om door de straten van het historische Maastricht te lopen met haar dunne zijsteegjes. Normaal neem ik de tijd om deze zijsteegjes in te gaan om op zoek te gaan naar leuke plantensoorten, maar ditmaal loop ik gestaag door. Wel probeer ik zoveel mogelijk de zon te vermijden. 

Nog geen uur later ben ik alweer in het Poppelmondedal van de Jeker. Een vrij klein stukje natuur met veel bloemenrijke (Kalk)graslanden. Het eerste doel is al snel binnen; ik zie meteen als verscheidene Klaverblauwtje zitten tussen de Rode Klaver. Ik kom ook een wat oudere man tegen die op zijn knieën zit in één van de graslandjes. Al snel spreekt de beste man me aan; “Veel Klaverblauwtje vindt u niet?“. Ik kan alleen maar beamen. Er vliegen enkele tientallen van deze zeer zeldzame soort rond. Na een heel gesprek te hebben gevoerd over vlinders scheiden we onze wegen. Ik ga zelf ook nog even op mijn knieën om de flora nader te bekijken. Al snel zie ik een heel zeldzame soort; het is een Soldaatje. Een orchideeënsoort welke voorkomt op kalkhoudende gronden. Verder staat er veel Harige Ratelaar. Ook leuk zijn de Icarusblauwtjes, een Groene Specht. Grote Gele Kwikstaart en mijn eerste Wespendief voor dit jaar.

Later vervolg ik mijn weg naar de Sint Pietersberg voor een groot scala aan leuke soorten. Het is wel weer een paar kilometers lopen, maar de beloning kan groot zijn. Heel wat zweetdruppels verder klim ik de Sint Pietersberg op met haar typische bloemenrijke hellingen en kalkgraslanden. Ook hier zie ik al gauw vele Icarusblauwtjes rondfladderen.

Eenmaal aangekomen op het kalkgrasland, kijk ik mijn ogen uit; een prachtig uitzicht, een helderblauwe lucht en veel moois wat in bloei staat. Ik besluit eerst maar eens rustig te gaan zitten en iets te eten en te drinken. Even later kom ik een fotograaf tegen die ook geïnteresseerd is is vlinders. Ik vraag ‘m of hij nog bijzonderheden heeft gezien. “Daarginder had ik twee Bruine Dikkopjes” zegt ie. Oké, die moet dan niet moeilijk te vinden zijn denk ik bij mezelf. Ik loop het wandelpad op en zie al gauw iets vliegen wat er sterk op lijkt. En ja, het is er ééntje! Even verderop zie ik nog twee exemplaren vliegen. Dat is alweer een lekker begin. Ik zoek verder naar de andere doelsoorten die ik nog hoop te zien; Boswitje, Kaasjeskruiddikkopje en Veldparelmoervlinder. Ondertussen zie ik al vele tientallen plantensoorten groeien. Meest noemenswaardig zijn; Rozetsteenkers, Bevertjes, Geel ZonneroosjeMalrove, Kalketrip, Knolsteenbreek en Kleine Steentijm. Verderop meer in de schaduw tref ik Boszegge. Dan focus ik me weer op vlinders. Als ik even later weer terugkom vlakbij de plek waar ik de Bruine Dikkopjes zag, zie ik weer een klein vlindertje vliegen. Ik kan mijn geluk niet op als het om een Kaasjeskruiddikkopje gaat. De zeldzaamste van de vijf soorten. Na deze megawaarneming sla ik mijn vlindergids nog even open om wat soorten na te gaan. Op advies van nog een enthousiast fotograaf loop ik richting een grot. Hier kan ik nog twee leuke vlindersoorten bewonderen, niet zeldzaam, wel zo mooi; Kleine Parelmoervlinder en Argusvlinder. Ook vliegen nog twee Koninginnenpages voorbij. Later in het bosgedeelte tref ik langs de bosrand een Boswitje aan. Nu rest alleen de Veldparelmoervlinder nog, en deze doe ik op de Bemelerberg (Even ten oosten van Maastricht). Hier hoef ik niet lang naar te zoeken, deze opvallende soort zie ik al snel vliegen. Na vijf nieuwe vlindersoorten (Exclusief nachtvlinders) en heel wat leuke plantensoorten te hebben bewonderd, heb ik het ook wel gehad voor vandaag en pak ik de bus naar Maastricht weer.

Het was een warme, vermoeiende en slopende dag, maar wel met veel moois op mijn weg. Achteraf gezien heb ik ongeveer 20 km gewandeld, iets wat in Zuid-Limburg nooit een straf is. Al die stukjes zeldzame natuur, het zijn net zeldzame postzegels. Later dit jaar hoop ik weer terug te keren naar Zuid-Limburg voor nog een aantal leuke soorten.   


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

%d bloggers liken dit: