Na een rustig begin, was vrijdag 4 januari voor mij de eerste “echte” vogeldag van 2013. Deze vrijdag zou de eerste dag zijn van een land weekend vogelen met Folkert Jan Hoogstra. Het plan was om eerst naar Limburg te gaan, vervolgens Zuid-Holland- en Flevoland en tot slot Zeeland.
Het is nog akelig vroeg wanneer we om 07:00 onze metgezel Gijs Baller oppikken op station Arnhem. 10 minuten later zitten we op de snelweg richting Venlo. Doelsoorten voor vandaag zijn met name: Kuifleeuwerik, Grauwe Gors en Oehoe, Middelste Bonte Specht en Kortsnavelboomkruiper, IJsduiker en Casarca, voor de rest zien we wel. Rond 08:30 arriveren op industrieterrein Tradeport te Venlo. Dit is een vaste plek, en tevens voor zover bekend de laatste plek waar Kuifleeuweriken nog voorkomt in Nederland. Na een korte zoektocht vindt Folkert Jan 2 vogels bij de Burgerking, en na een “hit and run”-actie zie ik ze ook. Dat was doelsoort nummer 1 en vol goeie moed rijden we naar Sittard om Grauwe Gorzen te gaan zoeken. Deze soort werkt iets minder goed mee, maar uiteindelijk zien we een vogel. Op deze plek ook grote groepen Kneuen, Kepen en Vinken, en een mannetje Sperwer die zich aardig laat bekijken. Langzaamaan groeit mijn jaarlijst. Sta je dan, middenin de middel of nowhere in een deken van dichte mist vogels te kijken…
De volgende bestemming ligt nog geen honderd meter van de Belgische grens, het Vijlener- en Kerperbos bij Vaals. Éénmaal aangekomen komen we tot de conclusie dat hier nog weleens leuke soorten kunnen zitten, aangezien het bos een afwisselend karakter heeft. Bij de eerste paar stappen die we zetten in het bos horen we al gauw Kool– en Pimpelmezen, Sijzen, Goudhaantjes, Boomkruipers en roffelende spechten. Bij de eerste specht die we in beeld krijgen is het gelijk raak; een Middelste Bonte Specht doet wel erg zijn best om zich van zijn beste kant te laten zien! Niet lang daarna horen we een Taigaboomkruiper roepen, leuk leuk leuk! Andere leuke soorten zijn; Glanskop, Kuifmees, Zwarte Mees en Boomklever. Het is inmiddels nog steeds vrij mistig en het motregent. Door de mist, stilte en het donkere weer, krijgt het bos een enigszins sprookjesachtig karakter.
De Encigroeve, waar meestal wel één of twee Oehoe’s te zien zijn, is onze volgende bestemming. Bij iedere stap die ik zet terwijl ik de Sint Pietersberg oploop, moet ik denken aan die spannende momenten in de maand november in 2010, toen er een Rotskruiper werd ontdekt in de Encigroeve. Stiekem fantaseer ik; “wie weet, (her)ontdekken we de/een Rotskruiper terwijl de wanden afspeuren naar de Oehoe, je weet immers maar nooit… toch? Bij aankomst bij de Encigroeve blijkt dat er een kijkscherm is geplaatst. In het verleden stonden er bosjes en bomen die het uitzicht behoorlijk belemmerden, maar nu niet meer, het is een stuk aangenamer geworden! We speuren dan ook vol enthousiasme de goed overzichtelijke rotswanden af. Al gauw meen ik een Oehoe te zien zitten in een nis, maar met de verrekijker durf ik er niks zekers van te maken. Het is Folkert Jan die er met zijn telescoop wel een zekere Oehoe van kan maken. We zoeken nog even verder onder het motto van: niet gegokt is altijd mis, wat betreft Rotskruiper. Altijd leuk en spannend om die rotswanden af te zoeken, maar het levert verder niks op. Volgende halte is de omgeving van het plaatsje Born, waar een groepeje Casarca’s vertoefd. Bij aankomst op deze plek krijgen we van twee vogelaars te horen dat er een Roodhalsgans is ontdekt. We speuren de groepen Brandganzen af, en uiteindelijk weet ik de vogel te vinden. Ik breng Folkert Jan en Gijs op de hoogte, en ook zij weten de vogel in beeld te krijgen. Even verderop treffen we 3 Casarca’s aan, wederom een geslaagd bezoekje!
Dan besluiten we weer langzaam richting het noorden te reizen, met een pitstop bij Roermond, om te kijken bij een grote plas al een poosje een IJsduiker vertoefd. Ook hier verloopt alles volgens plan; Gijs vindt de IJsduiker die aardig ver in het water dobbert en duikt, het blijven fraaie beesten die duikers. Ook treffen we hier een scala aan andere leuke soorten zoals; Brilduiker, Krooneend, Tafeleend, Grote Zaagbek, Nonnetje en een derde kalenderjaar Geelpootmeeuw. Omdat we nog een beetje tijd over hebben, besluiten we Het Smalbroek bij Roermond op te zoeken, waar we enkele Grote Zee-eenden vinden die al een tijdje aanwezig zijn, bijzonder zo ver in het binnenland. Hier ook twee Nonnetjes en een Grote Zilverreiger.
Moe maar voldaan keren we terug naar Velp, alvorens Gijs af te zetten in Wageningen. Deze eerste vogeldag van het weekend, brengt mijn jaarlijst op 70 soorten, en in totaal 33 nieuwe jaarsoorten erbij.
NATUURVERSLAVING 