Vogeljaar 2012

Nederland dwaalgastenland, ook in 2013. Nu 2012 achter ons ligt, is het hoog tijd om eens terug te kijken op wat dit jaar allemaal gebracht heeft qua vogelsoorten voor mij. Het was weer een jaar met veel prachtige soorten, waaronder een aantal extreem zeldzame. Zoals ieder jaar waren er ook veel “missers”, soorten die of al gauw weer waren gevlogen, of die te laat werden doorgegeven waardoor het te laat was. Hoe dan ook, het was qua twitchen een rustiger jaar dan in 2011.

Nieuwe soorten in 2012

Aan het begin van 2012 stelde ik voor mezelf een doel, mijn levenslijst aan vogels opvoeren naar de 360 soorten. Dit doel is net niet gelukt, maar je hoort me niet klagen. De eerste nieuwe soort voor 2012 liet langer op zich wachten dan in 2011. 2011 sloot ik af met 348 soorten. 

• De eerster nieuwe soort diende zich aan op 12 april, en niet zomaar een soort, een oprechte “droomsoort”. Bij het Brabantse Keent, niet ver van Nijmegen, werd namelijk aan het eind van de middag, een heuse Grijze Wouw ontdekt. ’s Avonds kon ik deze zeer fraaie roofvogel mijn lijst toevoegen, nummer 349. Het betrof hier de 6e waarneming van deze soort in Nederland.
• Een leuke 350e soort diende zich op nog geen 2 kilometer van mijn huis in Velp aan in Westervoort. Op 2 mei werd hier een zingende Bergfluiter geconstateerd. De Bergfluiter was in het verleden beter te doen, de laatste jaren was de soort nogal moeilijk te doen in Nederland. 2012 was een goed jaar voor de Bergfluiter, ook in Noord-Brabant, bij het Gelderse Schaarsbergen en op de Veluwezoom werd de soort ontdekt. Ook de vogel van de Veluwezoom heb ik tweemaal prachtig bekeken. 
• Op 5 mei dipte ik een Blauwvleugeltaling in het Lauwersmeer waar ik toch even van baalde. Gelukkig verdween het leed snel, toen er een melding van een Kleine Geelpootruiter op Texel binnen kwam. We reden langzaam richting het westen totdat ook nog eens de melding van een Baardgrasmus in Den Helder kwam. Toen reden we snel naar Noord-Holland, waar tevens nog meer leuke soorten goed te doen waren. Éénmaal in Den Helder kon ik na een zenuwslopende zoektocht nummer 351 bijschrijven, een prachtig adult zomerkleed mannetje Baardgrasmus. De Kleine Geelpootruiter werkte later ook mee ondanks de verre afstand. Nummer 352, dus 2 nieuwe soorten op één dag!
• Op 14 mei kon ik geheel onverwachts als 353e soort de zeer zeldzame Bairds Strandloper bewonderen bij Deventer. Dit was extra bijzonder, omdat het de eerste voorjaarswaarneming van deze soort in Nederland betrof. Daarnaast betrof het pas de 6e waarneming voor Nederland van deze Noord-Amerikaanse steltloper. Een mooie inhaler, omdat de vogel van het najaar 2011 bij Rotterdam, al gauw opvloog omdat op die plek werkzaamheden plaats vonden.  
• Een langverwachte soort voor heel veel vogelaars diende zich eerst aan op 3 mei op de Waddenzee ten zuidwesten van Texel, maar was niet twitchbaar. Gelukkig werd de vogel tot grote vreugde van veel vogelaars een poos later teruggevonden bij de Cocksdorp. Ook toen moesten veel mensen moeite doen, maar uiteindelijk konden enkele honderden vogelaars, waaronder ikzelf, genieten van een Noord-Amerikaanse Kleine Kokmeeuw, pas de eerste waarneming in 18 jaar, en de 5e ooit voor Nederland. Nummer 354.
• Een andere droomsoort die me al meerdere keren wist te ontglippen, mocht ik dan eindelijk zien op 6 juli, bij het Friese dorpje Tzummarum. Hier werden eerst 4, even later nog 3 Vale Gieren ontdekt. Het betroffen allen jonge vogels, die lange tijd op de akkers verbleven. Gelijk bij aankomst kon ik ze prachtig mooi bekijken toen ze na enkele seconden opvlogen, en een bomenrij opzochten, om vervolgens niet meer actief te zijn. Het beeld van Zuid-Europese Vale Gieren in de Friese weilanden zal me nog lang bijblijven, nummer 355.
• Voor bijna iedere vogelaar nog een nieuwe soort; Op 28 juli wordt in de haven van Lauwersoog een Kortbekzeekoet ontdekt. De volgende morgen is men al vroeg zoekende en kan de vogel in eerste instantie niet worden teruggevonden. Er heerst dan ook grote opwinding wanneer blijkt dat de vogel een paar kilometer verderop is herontdekt. Halverwege middag pas kan ook ik genieten van deze eerste twitchbare Kortbekzeekoet voor Nederland. De 8e waarneming voor Nederland. Nummer 356.
• Na de Kortbekzeekoet bleef het voor lange tijd opvallend stil qua twitchen. Er werden in het najaar weliswaar leuke soorten ontdekt, met name op de Waddeneilanden,  maar er zaten geen nieuwe soorten voor mij tussen, behalve een Siberische Boompieper op Texel. Maar een treinreis vanuit Velp naar Texel voor slechts deze soort, ging me te ver. Des te blijer ik was toen er op 17 oktober een vogel werd gemeld in Noordwijkerhout. Als een bezetene nam ik direct de trein vanuit Velp, totdat onderweg blijkt dat het waarschijnlijk toch om een gewone Boompieper zou gaan, jammer! Maar gelukkig komt even later alsnog het bericht dat het toch wel degelijk om een zekere “SiBoPi” zou gaan. Bij aankomst laat de vogel zich maar lastig zien, maar aan het einde van de dag komt alles goed voor iedereen en laat de vogel zich weergaloos bekijken in de top van een boom, nummer 357. Gedurende eind oktober tot eind november, deed er zich een soort van invasie voor van Siberische Boompiepers in Nederland. Op alle Waddeneilanden werden vogels ontdekt, en ook vanuit Noord- en Zuid-Holland kwamen meldingen.  
• 2012 was het jaar van de klauwieren, een uiterst succesvol jaar in mijn opinie. In het voorjaar werden verspreid door Nederland weer veel Roodkopklauwieren ontdekt, De Grauwe Klauwier deed het aardig als broedvogel in 2012 en in Amsterdam werd in het voorjaar een prachtige adult zomerkleed Kleine Klapekster ontdekt. De echte knaller onder de klauwieren betrof een Klapekster op Texel op 27 oktober bij Den Hoorn, die aanvankelijk werd gedetermineerd als een Kleine Klapekster, maar de volgende dag werd ontmaskerd als een Steppeklapekster. Ook deze soort was voor velen nog een nieuwe soort, aangezien het pas de 2e waarneming van deze soort in Nederland betrof, en pas de eerste keer in 18 jaar. Het was dus weer lekker druk met vogelaars op 28 oktober. Ook ik was van de partij; omdat ik klauwieren zeer interessant vindt en ze de volgende dag zomaar foetsie kunnen zijn, besloot ik gelijk vanuit Velp af te reizen naar Texel. Bij zo’n megazeldzaamheid kun je er maar beter zo snel mogelijk bij zijn, nummer 358. De Steppeklapekster van 1994, ook in het najaar, bevond zich ook op Texel. Texel blijft bij uitstek het klauwiereneiland van Nederland. 
• Een laatste nieuwe soort voor het jaar diende zich aan bij Egmond aan Zee, een Dwerggors. De vogel liet zich leuk bekijken op een fietspad. Ik was blij dat ik eindelijk dit mooie vogeltje eens heb mogen zien in Nederland, een leuke inhaler en nummer 359.

Missers

Helaas waren er ook dit jaar weer enkele soorten die in Nederland opdoken, maar helaas aan mijn neus voorbij gingen. Dit vaneege de reden dat ze te laat werden doorgegeven, geheim werden gehouden vanwege bepaalde redenen (verstoring bijv.) of vogels die te kort ter plaatse waren, en al snel weer waren gevlogen. Een opsomming van missers in 2012; 

• De al een hele tijd aanwezige Giervalk in Zeeuws-Vlaanderen laten schieten, achteraf toch een beetje spijt, maar deze soort komt wel in de herkansing.
• Een Kleine Trap was aan het begin van het jaar een dagje aanwezig de verste uithoek van Nederland in Zeeuws-Vlaanderen. het had een mooie inhaler geweest kunnen zijn, maar de vogel vloog België in
• Een geringde Ringsnavelmeeuw was erg moeilijk twitchbaar, omdat de vogel zich voor het grootste deel van de tijd in België bevond 
• 4 mei; Blauwvleugeltaling gedipt in het Lauwersmeer  
• Grielen werden in het voorjaar zoals vrijwel ieder jaar meerdere keren ontdekt, maar waren niet voor mij weggelegd 
• Op 21 mei werd ’s avonds op Texel een fraaie Alpenheggenmus ontdekt, die tot mijn grote teleurstelling al na amper een uurtje richting zuid wegvloog
• Ook bevond zich op 21 mei op Texel, een Blonde- of Bonte Tapuit in zomerkleed, die pas dagen later na de ontdekking werd doorgegeven
• Een Vorkstaartplevier bevond zich op 23 mei bij Zaandam, maar werd stilgehouden 
• Van mei tot oktober werden er meerdere Amerikaanse Goudplevieren ontdekt in Nederland, maar vanwege tijdsgebrek en prioriteiten toch laten schieten 
• Op 3 augustus werd er een Dwerguil gezien en gefotografeerd op de pier van Holwerd, maar bleek niet twitchbaar 
• Een nieuwe soort voor Nederland werd op 31 augustus gezien bij de Maasvlakte. Het betrof een Bonte Stern die niet kon worden teruggevonden

Overige zeldzaamheden die werden gezien in 2012 maar niet nieuw voor me waren;

• Bijeneter 
• Bladkoning (meerdere)
• Breedbekstrandloper 
• Brilzee-eend 
• Duinpieper
• Draaihals
• Flamingo 
• Grauwe Franjepoot 
• Grote Pieper
• Kleine Alk
• Kleine Burgemeester 
• Kleine Vliegenvanger (meerdere)
• Kwak 
• Morinelplevier 
• Ortolaan 
• Poelruiter 
• Roodmus 
• Roodkopklauwier 
• Roodstuitzwaluw 
• Slangenarend 
• Sneeuwgans 
• Witwangstern 
• Woestijnplevier
• Zwarte Ibis 
• Zwarte Zeekoet 

Mijn doel voor 2013 is een poging te doen om op de 370 soorten te komen voor mijn levenslijst. Dat betekend dat ik 11 nieuwe soorten zou moeten zien, iets wat in mijn ogen wel zou kunnen. Ik kijk alweer uit naar het voor- en najaar, hopend op weer veel mooie soorten!