Op zaterdag 30 juli hadden ik en mijn kompaan Folkert Jan Hoogstra ons voorgenomen om een dagje rustig te vogelen langs de Noord-Hollandse kust. ‘De morgenstond heeft goud in de mond’, denk ik als ik 6:00 de deur uit ga. Snel pikt Folkert Jan me op en kijken we eerst bij Westhoek aan de Friese waddenkust. Hier is het nagenoeg leeg qua vogels, op een paar Scholeksters en Graspiepers na.
We vervolgen spoedig onze reis over de afsluitdijk met als eindbestemming Camperduin, met de hoop op een beetje zeetrek. Onderweg in Noord-Holland stoppen we een paar keer om groepen Meeuwen te bekijken. Het zijn vooral grote groepen Kleine Mantelmeeuw en Kokmeeuw die we tegen komen. Nabij het natuurgebied Zwanenwater vlakbij Petten stoppen we even bij een plasje. Hier zien we 2 Grote Sterns, een rustende Lepelaar en verscheidene meeuwen.
Éénmaal bij Camperduin pakken we een ‘rustig’ terrasje om zo op ons gemak over de zee te turen. Nagenoeg weinig zeetrek. Voor ons scharrelen op het strand 2 Steenlopers en een kleine honderd meeuwen (Zilvermeeuw, Kokmeeuw, Kleine Mantelmeeuw) hebben hun plek om de zaterdag door te brengen uitgekozen. Folkert Jan ontdekt op een gegeven moment wel een mooie groep Zwarte Zee-eenden op zee, altijd leuk. Het zijn ca. 30 vogels die echter soms nauwelijks zichtbaar zijn i.v.m. hoge golven. Na een uurtje hebben we het wel gezien en vertrekken we richting de IJmuiden pieren om daar wat vogels te kijken.
Na een soepele autorit komen we iets voor de middag aan op de Zuidpier. Ook hier lijkt het erg stil. Groepjes Grote Stern en Visdief vertoeven op het strand en een groepje Kneuen vliegt wat rond, hiermee is ook alles gezegd. Maar dan komt er iets van 12:30 tussen de middag een melding binnen op waarneming.nl, ‘Amerikaanse Oeverloper’-Rilland, Zeeland. Echter, is het nog een beetje onduidelijk, aangezien er geen nadere details bij de melding staan. Even later staat het volgende commentaar van de waarnemer bij de waarneming; ‘Foto’s volgen, Oeverloper met duidelijke vlekken op borst en flank, ook korte strepen op vleugels lichte snavel’, dat klinkt wel heel spannend. We nemen het zekere voor het onzekere en verlaten de pier van IJmuiden, om zo langzaam richting het zuiden te rijden.
Onderweg t.h.v. Schiphol komt een teleurstellend bericht binnen; Rob Sponselee meldt via Dutch Birding; ‘De vogel heeft een erg lange staart en opvallende borstband, heeft wel wat vlakjes, gaat ‘m niet worden vrees ik’. Het bericht komt even hard aan, jammer! desondanks rijden we alsnog door zuidwaarts, omdat Folkert Jan in Zeeland op zoek wil naar 2 jonge Zwarte Ooievaars. Opnieuw komt er een melding binnen van de Amerikaanse Oeverloper en dit keer lijkt het toch echt menens; Rob Sponselee; ‘Loopt nu vooraan en het is er één, oranje snavelbasis, korte vleugelstreep en mooie spots. Enthousiast breng ik Folkert Jan op de hoogte die in eerste instantie aan een grap denkt. ‘Maar laten we toch maar niet te hard gaan juichen, straks krijgen we zo’n zelfde verhaal als enkele weken eerder met de mogelijke Kleinste Strandloper bij Westkapelle, wat achteraf ook het geval was’. Toch trapt Folkert Jan het gaspedaal in en volgen we de berichten via internet en voor we het weten zijn we op de plek. Daar aangekomen hoeven we niet lang te zoeken waar we moeten zijn. Er staat een grote groep vogelaars met telescopen op een uitkijkbult, zou het daar in de buurt zijn? grap ik nog naar Folkert Jan. Snel stappen uit de auto en lopen snel naar de groep toe. Hier blijkt dat de vogel maar lastig te zien is. Ver weg zien we door de telescoop 2 Oeverlopers samen foerageren met een Kleine Plevier. Maar om zo snel al te zeggen dat ook de Amerikaanse Oeverloper hier tussen loopt…
Omdat het steeds drukker wordt op de uitkijkbult besluiten we om een betere en wat rustigere plek op te zoeken vanwaar we ook beter zicht hebben op de exacte plek waar de vogel zou zitten. Hier blijken we inderdaad veel beter zicht te hebben op de 2 Oeverlopers in gezelschap met een Kleine Plevier. Nog steeds ver weg, maar de ‘verdachten’ zijn in beeld. We hebben geluk wanneer de vogels tegelijk opvliegen en mooi dichtbij komen zitten. Op enkele tientallen meters afstand zitten ze voor ons te foerageren. Nu is het een eitje voor ons. Een echte Amerikaanse Oeverloper laat zich van alle kanten prachtig bekijken. Erg mooi dat de vogel in directe vergelijking met een normale Oeverloper te zien is. Alle kenmerken kloppen, geen speld tussen de krijgen; Kleiner en gedrongener postuur, meer licht/bruingrijs van boven, lichtoranje snavelbasis, lichtgele poten, opvallende koptekening, korte tot geen staartprojectie en uiteraard de typische vlekken op borst. De korte vleugelstreep niet gezien. Wel opmerkelijk dat de vogel van veraf vrijwel ongestippeld lijkt. Na een lange bestudering van deze dwaalgast, vloog de vogel op en kwam nog dichterbij zitten, maar wel onzichtbaar vanaf onze kant i.v.m. vegetatie. We besluiten dat het weer tijd is om huiswaarts te keren.
Intussen druppelen nog veel zenuwachtige vogelaars binnen, en staat er een behoorlijke rij van tientallen geparkeerde auto’s. Het was wederom een spannende en geslaagde twitch!
Op de terugweg richting huis zijn we nog twee keer ergens gestopt. De eerste keer in het Zeelandse Tholen in de buurt van het dorp Poortvliet, om naar Zwarte Ooievaars te zoeken. Na het uitkammen van het gebied en het meermaals afspeuren van de lucht helaas geen resultaten. Wel laat een Zwarte Ruiter zich nog even leuk bekijken, ook een Witgat.
We vervolgen onze reis met onderweg nog een laatste stop in het natuurreservaat Lentevreugd bij Wassenaar. Hier zoeken we naar een twee dagen eerder gemelde Waterrietzanger. Ook deze wordt helaas niet gevonden. Wel wat ‘gewone’ Rietzangers, een Bosrietzanger, Rietgors, Kleine Karekiet en een paartje Bruine Kieken laten zich zien en horen.
Het is mooi geweest, en onderweg vragen we ons zelf zoals altijd weer iets af… Wat de zal volgende knaller zijn?