Vrijdag 23 juni 2017
Een gebied waar ik ooit één keer ben geweest in de winter en nog nooit echt de nodige aandacht had gegeven. Het Korenburgerveen in de Achterhoek, net ten westen van Winterswijk. Een prachtig en waardevol natuurreservaat van bijna 500 ha groot. Al jarenlang weet ik dat in dit gebied bijzondere flora- en fauna huist, dus werd het hoog tijd om dit gebied eens grondig onder de loep te nemen. Ik pakt daarom op vrijdagmiddag 23 juni om 13:00 de trein naar Zutphen vanwaar ik verder ga naar station Winterswijk-West. Vanaf hier is het nog een paar kilometer lopen door een mooie omgeving.
Nog voordat ik de trein uitstap in Winterswijk-West dient de eerste bijzondere waarneming van vandaag zich aan. Vanuit de trein zie ik onmiskenbaar een prachtige Zwarte Ooievaar staan in een stukje plasdras, tezamen met een Blauwe Reiger. Later blijkt dat dit stukje plasdras onderdeel is van het Korenburgerveen. Erg leuk, ik heb al veel leuke waarnemingen vanuit de trein gedaan, maar deze spant de kroon denk ik! En dan heb je opeens zo’n voorgevoel dat het een erg mooie wandeling gaat worden vandaag, de dag kan sowieso niet meer stuk.
Zodra ik de trein uitstap en loop richting het Korenburgerveen, zie ik al vele vlinders fladderen en leuke planten in bloeit staan. Mijn eerste Koevinkje voor dit jaar zie ik, maar even een snelle scan en zie ik er vele vliegen. Ook Bruin Zandoogjes vliegen volop. Ook Gehakkelde Aurelia en Hooibeestje zijn aanwezig. In een droogstaande sloot vindt ik enkele leuke planten zoals Slanke Waterkers, Blaartrekkende Boterbloem, Grote Kattenstaart, Penningkruid en Moerasvergeet-mij-nietje. Ook bijzonder is een vrouwtje Beekoeverlibel. Later onderweg naar het veen nog veel meer Koevinkjes, her en der krioelt het ervan.


In de kruidenrijke randen van het Korenburgerveen zelf gaat het ‘vlindergeweld’ gewoon door. Ook hier overal waar je kijkt Bruin Zandoogje en Koevinkje. Op een zandpad zie ik kortstondig een Kleine Vuurvlinder en op bramen Dagpauwoog en Groot Dikkopje. Ik zie per toeval ook een nachtvlinder, een Kleine Zomervlinder die zijn best doet niet op te vallen.



Zelfs qua vogels is het nog best leuk voor deze tijd van het jaar. Een zingende Geelgors, territoriaal mannetje Roodborsttapuit, Groene Specht, Matkop, Goudvink, Staartmees, Witgat en totaal onverwacht een roepend mannetje Kruisbek. Zwartkop, Tuinfluiter en Grasmus zingen er op los. Helaas zie ik geen Kraanvogel vandaag, deze soort broedt voor het eerst in 100 jaar weer succesvol in het Korenburgerveen.

De focus ligt toch vooral op planten, vlinders en libellen vandaag. In het gebied komen typische planten voor die thuishoren in een hoogveengebied. Tijdens de wandeling zie ik veel leuke soorten, waaronder enkele toch wel schaarse en vrij zeldzame planten. Soorten zoals Struikhei en Dophei domineren voor een groot gedeelte het gebied. Opvallend zijn de grote Koningsvarens die plaatselijk talrijk zijn en witte pluizenbolletjes van het Veenpluis. Een hoogveengebied zou geen hoogveen zijn zonder Veenmos. Dit mos absorbeert water als een spons en als gevolg hiervan kan het plantje wel 20 keer zijn eigen drooggewicht aan water opnemen.



Op een spaarzaam begroeid stukje bij een ven tref ik zoals verwacht Kleine Zonnedauw. Dit is één van de 3 Zonnedauw-soorten die we vinden in Nederland. Het is een vleesetend plantje dat insecten verteert. Insecten worden gevangen door kleine, dunne en kleverige tentakels. Ook staan hier zeldzamere soorten zoals Witte Snavelbies, Bruine Snavelbies en Veenbies. Plaatselijk domineert Wilde Gagel en vallen de paars/gele bloemen op van Bitterzoet, een nachtschade-soort. Meer langs het water staat Grote Wederik te pronken.



Wat betreft vlinders mag ik niet klagen vandaag, want ik zie er vele honderden. Onderweg naar het veen vlogen er al vele tientallen, of wellicht honderden Koevinkjes. Zo zie je ze bijna een jaar niet en zo wordt je er bijna mee doodgegooid, hoewel dat misschien weer iets overdreven is. In het hoogveen zelf vallen vooral de voor dat leefgebied typische Heideblauwtjes op en vele Groot Dikkopjes. Een Kleine IJsvogelvlinder zie ik kortstondig vliegen in een stukje bos, maar gaat helaas niet poseren voor een foto. Later op de dag nog een exemplaar die zich even leuk laat bekijken. Helaas zie ik deze dag geen Grote Weerschijnvlinder die ook met regelmaat wordt waargenomen in het gebied. Maar dat mag de pret niet drukken.


En dan de libellen, ook die waren volop aanwezig. Bijna overal waar je kijkt in de vegetatie Azuurwaterjuffers en meerdere keren onderweg Gewone Oeverlibellen. Langs een ven meerdere Viervlekken, Grote Keizerlibel en Grote Roodoogjuffer. Nog leuker zijn een Tengere Pantserjuffer en 2 mannetjes Vuurlibel, die zich verdedigend opstellen om te laten zien dat ze een territorium hebben geclaimd. Natuurlijk is het absolute hoogtepunt de zeer zeldzame Hoogveenglanslibel, die slechts in enkele hoogveenrestanten in de Achterhoek en Twente voorkomt in Nederland. De larven van deze kritische soort leven in veenmospakketten.

Tot slot nog de koudbloedige dieren, de reptielen en amfibieën, ook die voelen zich prima thuis in een vochtig en afwisselend gebied als het Korenburgerveen. Al aan het begin van de wandeling zie ik enkele hagedissen wegschieten. Ongetwijfeld Levendbarende Hagedissen aangezien dat de enige reptielensoort is die hier voorkomt. Ook het vochtige biotoop zegt al genoeg waar deze soort een voorkeur voor heeft. In een stukje moeras zie ik enkele juveniele Bruine Kikkers en een juveniele Heikikker. Ook Bastaardkikkers laten met hun luide gekwaak horen dat ze er zitten en vanuit een ven roepen Poelkikkers, de zeldzaamste van de 3 ‘groene kikkers’ die in Nederland voorkomen.

Later zie ik op een wandelvlonder meerdere Levendbarende Hagedissen die een uitgebreid zonnebad nemen. Iedere hagedis die ik zie laat zich leuk bekijken en dicht benaderen, iets wat ik niet gewend ben van deze doorgaans zeer schuwe soort. Misschien zijn de beestjes het drukke wandelverkeer een beetje gewend? Hoe dan ook, ik kan met het grootste gemak constateren dat sowieso 2 vrouwtjes drachtig zijn, gezien verdikkingen in het lijf. Één van de vrouwtjes gaat gepaard met een mannetje, een leuk gezicht. Als ik vervolgens een stukje ga lopen verstoppen de beestjes zich, maar even later zitten ze weer op dezelfde plek te genieten van de zon en laten zich nog beter benaderen. Het lijkt alsof ze mij niet meer zien als direct gevaar.


Ik zie dan even later een Gerande Oeverspin naast de vlonder zitten, een vrouwtje met eitjes. Met een lichaamslengte van 2,5 cm en een pootspanwijdte van ruim 6 cm is het één van de grootste inheemse spinnensoorten. Vanuit de uitkijktoren ongeveer middenin het gebied geniet ik nog even van het uitzicht alvorens ik weer richting Winterswijk loop. Het Korenburgerveen, een relatief klein gebied, en toch ben ik er nog niet uitgekeken. Het meer zuidelijk gelegen gebied en deelgebied Vragender Veen heb ik moeten overslaan gezien de tijd. Genoeg redenen om dit gebied binnenkort nogmaals te bezoeken.


Het Korenburgerveen, een klein resterend puzzelstukje dat ooit deel uitmaakte van een grote puzzel bestaande uit een enorme veen- en moerasvlakte dat zich ooit uitstrekte over een groot deel van de Achterhoek en doorliep in Duitsland. Nu gekoesterd en beschermd in een historisch landschap en veel mensen de nodige gemoedsrust bezorgt. Voor wie dus een bijzonder stukje Nederland wil zien, het Korenburgerveen is zeer de moeite waard.
