In de week van 19-23 mei verbleef ik in Woudsend, een pittoresk dorp in Zuidwest-Friesland, in het hart van de Friese meren. Aanleiding van mijn verblijf betrof het uitvoeren van ecologisch onderzoek naar vleermuizen, gierzwaluwen en huiszwaluwen. Avond- en nachtwerk, dat gaf me overdag de tijd om een bijzonder stukje Friesland te verkennen en ontdekken. Hoewel ik 18 jaar in Joure heb gewoond, hemelsbreed niet ver van Woudsend, was het er nooit echt van gekomen Woudsend en omgeving te bezoeken. Wel kwam ik regelmatig in de buurt, tijdens fietstochten naar plaatsen zoals Sint Nicolaasga, Sloten, Langweer en Oudemirdum. En in 2023 zat ik regelmatig in Oudega voor ecologisch onderzoek, ook niet ver van Woudsend. Het werd dus tijd om een voor mij nieuw stukje Friesland te ontdekken.

Als ik op maandagavond de 19e arriveer op camping De Rakken, realiseer ik me meteen dat ik hier goed zit. Helemaal mijn plek. Ik hoor grutto’s zingen vanuit het naastgelegen reservaat de gouden Boaiem, een koekoek naast mijn hut, een koolmees die zijn jongen voert in één van de vele bosschages, een fuut die de ene na de andere vis buit maakt, een spotvogel met zijn afwisselende zang. Vanuit het riet zingende cetti’s zangers, kleine karekieten, rietzangers en in de verte een snor. Een roerdomp hoempt luid, zit dichtbij, maar is zoals meestal onzichtbaar. Een moeder meerkoet valt een blauwe reiger aan die het heeft gemunt op haar jongen. Vlak voor de hut landt een kleine vos op het gras, tussen de bloeiende madeliefjes. Dit alles binnen een paar minuten. Rijkdom, schoonheid. Dat zegt veel over de kwaliteit van het landschap en de leefomgeving. Ik ben benieuwd wat ik vanavond ga aantreffen tijdens het onderzoek naar vleermuizen en vogels die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van bebouwing.
Ik moet terugdenken aan 2023, toen deed ik regelmatig onderzoek in Blauwhuis, en verbleef ik in Oudega. Dat gaf me toen gelegenheid om de omgeving van de Oudega-Blauwhuis-IJlst te verkennen. Een gebied wat toen in het bijzonder veel indruk op me heeft gemaakt betreft Ripera, een weidevogelreservaat. Door het gebied loopt het fietspad Sneek-Oudega. Enkele vooral bij vogelaars bekende plasdras gebieden liggen tegen Ripera aan, Pikesyl/Pikemar en Oudega plasdras. Als je in het voorjaar het fietspad Sneek-Oudega volgt, kun je de bijzondere taferelen die zich hier afspelen eigenlijk niet missen. En eigenlijk wil je dat ook niet missen. Wie wordt niet gelukkig van alle bloemenpracht in dit boerenlandschap? De goudgele gloed van boterbloemen, de rode gloed van rode klaver en veldzuring, de roze bloemen van koekoeksbloemen, allerlei soorten grassen met uiteenlopende bloeiwijzen. Vooral kropaar, reukgras, gestreepte witbol, rood zwenkgras en grote vossenstaart springen eruit.

Tijdens een lange fietstocht op woensdag de 21e, kan ik het niet laten om hier weer een kijkje te nemen. Vanaf Woudsend fiets ik via Heeg en Oudega naar Ripera. De plantenpracht hier alleen al is het stilstaan waard, om van te genieten. Het is fantastisch hoeveel soorten kruiden en grassen kunnen gedijen bij minder intensief en meer natuurvriendelijk boeren. En de aantrekkingskracht van de bloemen op insecten. Maar het zijn natuurlijk de vogels die echt de show stelen in dit landschap. Op een paaltje vlak langs het fietspad staat parmantig een tureluur. De lange felrode poten staan in diep contrast met het bruine houtige paaltje. Het kenmerkende ‘tu-re-luur’ geluid lijkt overal vandaan te komen. Hoeveel paartjes zullen er broeden? De tureluur vliegt op, maakt een korte alarmvlucht en strijkt neer in het kruidenrijke grasland. Onvindbaar. Een paartje grutto’s belagen twee zwarte kraaien in het luchtruim. Een snelle blik in de directe omgeving toont aan dat er aardig wat paartjes grutto’s nestelen.

In het aangrenzende plasdras van Oudega zitten nog meer grutto’s, naar schatting 150 vogels. Het is bijna onwerkelijk zulke hoge dichtheden aan grutto’s bij elkaar. De ene grutto slaapt, de ander poetst, alarmvlucht hier, baltsvlucht daar. Het onmiskenbare, zoetklinkende ‘gruttoo, gruttoo’ overstemd het gebied. Ook opvallend veel kluten in en rondom het plasdras, enkele vogels op het nest. Vanaf een uitkijkpunt is het gebied mooi te overzien. Scholeksters, tureluurs, kieviten en bergeenden zijn ook goed vertegenwoordigd. De echte afwezige weidevogel is Wulp. Bij het woord weidevogels denken veel mensen aan grutto, kievit, scholekster, tureluur en wulp. Echter, ook zangvogels zoals graspieper, veldleeuwerik, witte kwikstaart en gele kwikstaart zou je tot de weidevogels mogen rekenen. Deze soorten komen vaak gezamenlijk voor met de vijf eerdergenoemde, welbekende hoofdsoorten. Hoewel minder opvallend. Zo heeft de graspieper een relatief zachte zang, makkelijker te missen dan een grutto.



Vandaag de dag is al deze vogelpracht allesbehalve vanzelfsprekend. Het weidevogel walhalla hier in het zuidwesten van Friesland is een uniek netwerk van weidevogelreservaten en natuurvriendelijke weides. En de landschapselementen zorgen voor groene en blauwe verbindingen binnen de reservaten. Sloten, poelen, houtwallen, singels, bosjes. Het is een bijzonder fraai resultaat van allerlei samenwerkingen tussen overheden, boeren, bezorgde burgers, vogelwachters, natuurorganisaties, natuurverenigingen, groene initiatieven. Het resultaat van mensen die inzien dat weidevogels, insecten en kruidenrijke graslanden ook voor toekomstige generaties behouden moeten blijven. Een gezamenlijk streven naar een mooiere wereld, binnen een wereld waarin steeds minder ruimte is voor een leefomgeving waarin mensen, vogels, insecten en andere soorten samenleven.

De medewerking van boeren die bereid zijn hun bedrijfsvoering aan te passen is van levensbelang voor het voortbestaan van een soort als grutto. Minder intensief boeren (minder opbrengst), het aanleggen van plasdras, natte greppels, waterpeil voldoende hoog houden, later in het seizoen maaien. Het uitrijden van ruige mest in plaats van drijfmest is bevorderlijk voor het bodemleven en levert vogels voedsel en nestmateriaal. En niet minst belangrijk, het aanleggen en behouden van kruidenrijk grasland. Al deze elementen in het boerenlandschap dragen bij aan een levensvatbare gruttopopulatie. Een aantrekkelijk boerenlandschap waar niet alleen grutto’s floreren, ook tureluurs, kieviten, gele kwikstaarten, slobeenden, wilde eenden, watersnippen. En waar zelfs kemphanen van kunnen profiteren. In de trektijd hebben plasdras situaties ook een grote aantrekkingskracht op trekvogels. Lepelaars, regenwulpen, bosruiters, groenpootruiter en een enkele keer steltkluut.

De grutto, een typische Nederlandse vogel, is het symbool voor een gezonde leefomgeving. Vanwege de hoge eisen die een grutto stelt aan zijn leefgebied. Een leefgebied waar de vogels kunnen rusten, foerageren, voortplanten, broeden en in veiligheid hun nageslacht kunnen voortbrengen. Een nat leefgebied zodat de volwassen vogels voldoende voedsel als regenwormen kunnen vinden met de lange gevoelige snavel, kruidenrijk grasland met insecten zoals muggen, vliegen en spinnetjes. Kleine geleedpotigen die door de kuikens uit de hoge vegetatie worden geplukt. Daarnaast zorgt afwisseling in kruiden ook voor voldoende dekking. Boterbloemen, koekoeksbloemen, zuring, grassoorten. Op een monotoon grasland zoals we dat veel teveel hebben in Nederland ten behoeve van massaproductie, daar valt niks te vinden voor de vogels. Ook niet voor andere organismen.

Even ten zuiden van Oudega ligt de buurtschap Idzega. Ook hier was ik nog nooit geweest, wel had ik erover gelezen in het boek een gruttoparadijs. Over de Skriezekrite van Idzega. Het boek beschrijft het wel en wee van de weidevogels in Idzega, de knelpunten met betrekking tot samenwerking, inrichting en beheer van het gebied. De bedreven inzet van talloze mensen die de grutto en andere weidevogels een warm hart toedragen. Je zou er een dramafilm over kunnen maken. Een regelmatig terugkerend pijnpunt, en hoofdpijndossier, betreft predatie. Een gevoelig onderwerp.

Terwijl ik door Idzega fiets denk ik continu aan de verhalen van weidevogelbeschermers die aan woord komen in het boek. Hoe ga je om met predatie? Predatie is een natuurlijk iets, hoe ver wil je ingrijpen? Aan de andere kant, als door predatie alsnog vele gruttokuikens de dood vinden, ondanks alle inzet? Al die maatregelen die maatwerk vereisen voor behoud van grutto’s. Al die tienduizenden tot miljoenen euro’s die er tegenaan worden gegooid. En, ook niet onbelangrijk, de frustratie, teleurstelling, pijn en verdriet die het meebrengt. Het heeft veel impact op de mensen die zich dag in dag uit bezig houden met bescherming en behoud van weidevogels.

Predatie is een serieus probleem, maar verergerd in de afgelopen decennia door verarming en teloorgang van het landschap. De grote en snelle, veel te grootschalige veranderingen in het landschap, en het intensief boeren waarbij vogels en natuur aan het kortste eind hebben getrokken. In een gezond landschap waarin weidevogels floreren heeft predatie minder impact. Simpelweg omdat de vogelpopulaties robuust zijn. Veerkrachtig. Omdat alles klopt, omdat het landschap voorziet in de behoeften van de vogels. We mogen als mensen de achteruitgang van weidevogels niet enkel en alleen toeschrijven aan predatie. De grote uitdaging voor ons mensen blijft toch onszelf in de spiegel kijken (en dit regelmatig blijven doen). Waar kunnen we als mensen winst behalen om net als in het verleden samen te werken met moeder natuur, in plaats van ertegenin?
Gelukkig kunnen we met eigen ogen zien dat het anders kan. Op plekken waar men zich met hart en ziel inzet voor natuur en landschap, zoals in zuidwest-Friesland. Met op zowel korte als langere termijn een leefomgeving waarin het voor allerlei soorten prettig leven is. Een leefomgeving die fungeert als een ecosysteem voor mensen, planten, vogels en insecten. En nog heel veel andere soorten. Een paradijs met velden vol bloemen, grutto’s, vlinders, bijen, hommels, libellen. Met fraaie tureluurs die op paaltjes zitten langs het fiets of wandelpad. Gele kwikstaarten in het fluitenkruid. Waarbij boeren zorg dragen voor het weidelandschap en ook een goeie boterham kunnen verdienen.
Misschien ben ik aan het romantiseren, want we hebben nog een lange weg te gaan naar een betere wereld, zeker als we uitzoomen en Zuidwest-Friesland even buiten beschouwing laten. Maar zoals het er in Oudega, Idzega en Woudsend aan toe gaat kan worden gezien als een aanzet naar nog heel veel moois in Nederland (en elders in de wereld). Het geeft stof tot nadenken, inspiratie, hoop. Het is bij lange na niet het einde van de wereld, ondanks alle uitdagingen waar we voor staan. Des te belangrijker is het ook dat we af en toe stilstaan bij wat er is, zonder aan alle ellende in de wereld te denken. De tijd nemen om te genieten van grutto’s tussen de bloemen, broedende kieviten, een vlinder die pardoes voor je voeten neerstrijkt. De weerspiegeling van riet en gele lis op het wateroppervlak van een boerensloot. Een boer die met trots vanaf zijn tractor naar de grutto’s, kieviten en tureluurs in het bloemrijke landschap kijkt. Vrije vogels in een hoopgevend landschap.

