19 juni 2023
Op maandagavond 19 juni was ik in Blauwhuis (FR) voor gierzwaluwen onderzoek. Tijdens dit onderzoek ging ik enkele huizen observeren die potentieel geschikt zijn voor gierzwaluwen om in te nestelen. Het betrof vrij oude huizen met oude (deels vervallen) dakpannen en vrij veel gaten die groot genoeg zijn voor gierzwaluwen om in te vliegen. Naast gierzwaluwen was ook de kans aanwezig op nesten van andere gebouwbewonende soorten zoals huiszwaluw, huismus en spreeuw. De huizen zullen waarschijnlijk verduurzaamd gaan worden, waarbij nest- en verblijfplaatsen van beschermde soorten verstoord of beschadigd kunnen raken.
Terwijl de avond valt, krijg ik een goed beeld van de gierzwaluwenpopulatie in Blauwhuis. Er vliegen vele tientallen rond, voornamelijk boven de dorpskern en rondom de historische kerk. Af en toe vliegen er een paar boven mijn onderzoeksgebied, maar van nest indicerend gedrag is geen sprake. Af en toe vliegen er 2 zeer laag langs de huizen, al druk gierend. Even verderop, buiten het onderzoeksgebied, zie ik een vogel zijn nestlocatie invliegen. Gierzwaluwen vervelen nooit, het blijft een genot om op zwoele avonden als vanavond naar ze te kijken. Het gieren is één van de meest typische zomergeluiden. Eén gierzwaluw maakt nog geen zomer, tientallen gierzwaluwen die laag gierend langs gebouwen vliegen wel. En voor je het weet, vertrekken de eerste gierzwaluwen alweer richting Afrika, nadat ze hebben genesteld. Nu is de tijd om van ze te genieten.

Terwijl het schemert, wordt het steeds rustiger in het luchtruim. De gierzwaluwen vliegen hun nestlocaties binnen of ze gaan hoog op de wieken om te slapen (gierzwaluwen leven bijna uitsluitend in de lucht, ook slapend). Een handjevol gierzwaluwen zie ik nog vliegen als het donker begint te worden. Een stukje verderop begint een andere soort actief te worden, ransuil. Meerdere juveniele vogels roepen vanuit een tuin. De vorige keer hoorde ik hier ook ransuilen. Ik loop richting de tuin in de hoop dat ik ze kan zien. Al snel zie ik de donkere schim van een ransuil zitten op een tak. Het blijkt een volwassen vogel. In de nabijheid vliegen/springen de juveniele vogels op een speelse manier van tak naar tak. Vandaar ook de benaming takkeling voor juveniele uilen. Takkelingen kunnen slechts hele kleine stukjes vliegen, van tak tot tak.
De volwassen ransuil houdt me nauwlettend in de gaten. Bij iedere beweging of geluid kijkt de vogel om zich heen. Even lijken de rollen omgedraaid. Ransuil observeert vogelaar, in plaats van andersom. Het observeren is eigenlijk wederzijds. Ik kan de uil prachtig bekijken door mijn telescoop, de uil kan mij op een veilige manier observeren vanuit zijn boom. De takkelingen roepen aan één stuk door, zoals meestal het geval bij ransuilen. Het langgerekte gepiep is honderden meters verderop nog te horen. Even later vliegen de uiltjes wat verder de tuin in, maar ze blijven in de buurt. De volwassen ransuil blijft honkvast in zijn boom. Erg mooie waarneming zo op het einde van de avond.


